Opzetten

Opzetten

Opzetten kan op allerlei manieren. We hebben ervoor gekozen u de meest gebruikte manier te laten zien; het resultaat is een stevige maar elastische rand.

Het is belangrijk dat u niet te strak opzet. Als u merkt dat u te strak opzet, kunt u ook over een grotere maat breinaald opzetten of twee naalden tegen elkaar houden. Vergeet niet weer de juiste maat breinaalden te gebruiken zodra u gaat breien.

Fig. 1: meet een lang stuk af van de werkdraad (de lengte hangt af van het aantal steken en de naalddikte). Houd het draadeinde met uw duim tegen en wikkel het om uw wijs- en middelvinger.

Fig. 2: trek de werkdraad door de lus om uw wijs- en middelvinger, van achteren naar voren, naar u toe.

Fig. 3: haal de draad door en maak een lange steek.

Fig. 4: zet de steek op de breinaald en trek aan het draadeinde om de steek strakker te maken. Nu kunt u gaan opzetten.

Fig. 5: Leg het draadeinde om uw linkerduim zoals op de afbeelding. Schuif de werkdraad over uw linkerwijsvinger en houd de twee draden vast in de palm van uw hand met uw ringvinger en pink.

Fig. 6: steek de punt van de rechternaald onder de draad om uw duim door.

Fig. 7: steek dan de punt onder de werkdraad door (het garen om uw wijsvinger) en door de lus die met uw duim gemaakt is om een steek te maken.

Fig. 8: laat de lus van uw duim naar de rechternaald glijden. U heb nu een nieuwe steek opgezet. Trek de steek aan en neem de draad weer op met uw duim. Ga zo verder tot u het gewenste aantal steken hebt opgezet.

Zie ook deze video voor meer hulp