My Sweetie

Kruippak voor doopfeesten of speciale gelegenheden, van boven naar beneden gehaakt met raglan en structuurpatroon in DROPS BabyAlpaca Silk. Maten 0 - 2 jaar.

DROPS Baby 29-5
DROPS Design: Patroon nr. bs-014-by
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maten: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2) jaar
Maten in cm: 56/62 - 68/74 - 80/86 (92)
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
200-200-250 (300) g kleur 1101, wit

DROPS HAAKNAALD 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 stokjes in de breedte en 9 structuurtoeren in de hoogte (1 structuurtoer = 1 toer vasten + 1 toer stokjes) is 10 cm in de breedte x 10 cm in de hoogte.
DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) Nr. 521: 5-6-7 (8) stuks.
ACCESSOIRES: Ongeveer 1.5 meter zijden lint (ongeveer 5 mm breed).
---------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Instructies voor het patroon

TIP:
Het kruippak welke in de tekst is beschreven heeft een opening en knoop op de bies aan de achterkant en een toer van gaatjes voor het decoratielint midden voor, maar kruippakken zijn hetzelfde op de voor- en achterkant en kunnen daarom aan beide kanten gedragen worden, met de opening op de achterkant of met de opening op de voorkant (zoals te zien is op de foto). Als u kiest voor de opening op de voorkant, kunt u een structuurtoer haken over de middelste 6 steken midden achter als u de toer met gaatjes niet wilt hebben.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer met vasten, vervangt u de eerste vaste met 1 losse. De toer eindigt met 1 vaste in de 3e losse van het begin van de vorige toer van stokjes.
Op het begin van elk toer met stokjes wordt het eerste stokje vervangen door 3 lossen. De toer eindigt met 1 halve vaste in de losse aan het begin van de vorige toer van vasten.

STRUCTUURTOEREN:
* 1 toer vasten, 1 toer stokjes *, herhaal van *-* (1 toer vasten + 1 toer stokjes = 1 structuurtoer).

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 vaste/stokje door 2 vasten/stokjes in dezelfde steek te haken.

PATROON-1:
Zie telpatroon A.1. Als toer 1-3 een keer in de hoogte zijn gehaakt, herhaalt u steeds toer 2 en 3.

PATROON-2:
Zie telpatroon A.2.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Haak 1 vaste/stokje, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak dan de/het volgende vaste/stokje, maar haal bij de laatste doorhaling, de draad door alle lussen op de haaknaald (1 vaste/stokje geminderd).
----------------------------------------------------------

KRUIPPAK:
Het werk wordt heen en weer gehaakt van boven naar beneden en vanaf midden achter – LEES TIP.

PAS:
Haak 77-77-81 (85) lossen (inclusief 1 losse voor het keren van het werk) met haaknaald 3 mm en BabyAlpaca Silk. Haak 1 vaste in de 2e losse van de haaknaald, haak dan 1 vaste in elke losse tot het einde van de toer = 76-76-80 (84) vasten op de toer.
Voeg nu 4 markeerdraden in het werk voor de raglan als volgt (begin op de opening – LET OP: haak NIET terwijl u de markeerdraden invoegt): Sla de eerste 12-12-13 (14) vasten over (= rechter achterpand wanneer het werk wordt gedragen), voeg 1 markeerdraad in de volgende vaste, sla de volgende 12 vasten over (= mouw), voeg 1 markeerdraad in de volgende vaste, sla de volgende 12-12-13 (14) vasten over, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende vaste (= midden voor), sla 12-12-13 (14) vasten over (deze 24-24-26 (28) vasten = voorpand), voeg 1 markeerdraad in de volgende vaste, sla 12 vasten over (= mouw) en voeg de laatste markeerdraad in de volgende vaste (er zijn nu 12-12-13 (14) vasten op het linker achterpand na de laatste markeerdraad).
LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN en haak de volgende toer aan de goede kant als volgt:
Haak 1 stokje in elke vaste, maar haak in elke vaste met een markeerdraad 2 stokjes + 2 lossen + 2 stokjes = 88-88-92 (96) stokjes op de toer.
Ga verder met haken in STRUCTUURTOEREN – zie uitleg hierboven (haak heen en weer met 1 vaste/stokje in elke steek van de vorige toer, maar op elke toer met vasten aan de verkeerde kant, haak 2 lossen over de 2 lossen van de vorige toer in de raglanlijnen). Haak daarnaast PATROON-1 – zie uitleg hierboven, over de middelste 6 steken midden voor. De pijl in telpatroon A.1 markeert de markeerdraad midden voor). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende toer aan de goede kant (dus de toer met stokjes) voor de raglan als volgt: Haak 2 stokjes + 2 lossen + 2 stokjes om de lossenlus in elke raglan lijn (= 16 stokjes gemeerderd op de toer – LET OP: Haak om beide lossenlussen). Herhaal de meerderingen op iedere toer aan de goede kant in totaal 1-2-3 (4) keer en dan iedere andere toer aan de goede kant in totaal 2 keer in alle maten = 136-152-172 (192) steken op de toer.
Haak na de laatste meerdering voor de raglan 1 toer met vasten aan de verkeerde kant zoals hiervoor.
De volgende toer wordt als volgt gehaakt aan de goede kant: Haak 1 stokje in elk van de eerste 20-22-25 (28) vasten (= rechter achterpand), sla de volgende 28-32-36 (40) vasten over (= mouw), haak 8-8-8 (6) lossen, haak 1 stokje in elk van de volgende 40-44-50 (56) vasten (= voorpand), sla de volgende 28-32-36 (40) vasten over (= mouw), haak 8-8-8 (6) lossen en haak 1 stokje in elk van de laatste 20-22-25 (28) vasten (= linker achterpand).
U heeft nu in totaal 7-8-9 (10) structuurtoeren van de opzetrand gehaakt, het werk meet ongeveer 11-12-13 (14) cm vanaf de schouder en de pas is nu klaar. Haak het lijf en de mouwen apart verder.

LIJF:
HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!
De eerste toer wordt gehaakt aan de verkeerde kant – haak 1 vaste in elk stokje van de vorige toer en 1 vaste in elk van de 8-8-8 (6) lossen onder elk armsgat = 96-104-116 (124) vasten op de toer. Ga verder met heen en weer haken in structuurtoeren en A.1 zoals hiervoor – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN! Als het werk ongeveer 24-30-32 (36) cm meet vanaf de hals (dus ongeveer 27-33-35 (39) cm vanaf de schouder) – pas zo aan dat de laatste toer een toer van stokjes aan de goede kant is, eindig zowel de opening voor de voorbies midden achter en A.1 midden voor. Voeg 1 markeerdraad in de buitenste steek op het begin en einde van de toer om de voorbies opening te markeren. Ga verder met heen en weer haken in structuurtoeren over alle steken.
Als het werk 29-35-39 (43) cm meet vanaf de hals (en ongeveer 32-38-42 (46) cm vanaf de schouder) deel het werk dan op voor de pijpen en brei elke pijp apart verder.

PIJP:
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de toer – MEET HET WERK NU VANAF HIER!
Ga verder met structuurtoeren, heen en weer gehaakt over de eerste 48-52-58 (62) steken op de toer (dus de helft van de steken).
Als de pijp 2-2-3 (3) cm meet vanaf de markeerdraad, minder dan 1 vaste/stokje aan elke kant – LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal de mindering iedere 1½-2-2 (2½) cm in totaal 7-7-8 (8) keer = 34-38-42 (46) steken. Als de pijp 14-17-20 (25) cm meet vanaf de markeerdraad op de scheiding, haak dan 4 cm vasten heen en weer over alle steken. Knip en hecht de draad af. De pijp meet ongeveer 18-21-24 (29) cm en het hele kruippak meet ongeveer 50-59-66 (75) cm vanaf de schouder.
Haak de andere pijp op dezelfde manier.

MOUW:
= 28-32-36 (40) steken. Voeg 1 markeerdraad in –HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN.
De eerste toer wordt gehaakt aan de verkeerde kant als volgt: Haak 4-4-4 (3) lossen, haak 1 vaste in elke steek en haak 6-6-6 (5) lossen. Keer het werk, haak 1 stokje in de 4e losse van de haaknaald, haak 1 stokje in elk van de volgende 2-2-2 (1) lossen, 1 stokje in elke vaste van de vorige toer en 1 stokje in elk van de 4-4-4 (3) lossen van het begin van de vorige toer = 36-40-44 (46) steken op de toer. Ga verder in structuurtoeren heen en weer gehaakt zoals hiervoor. Minder TEGELIJKERTIJD als de mouw 3 cm meet vanaf de markeerdraad in alle maten, 1 steek aan elke kant – LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal de minderingen iedere 6-4-3½ (4½) cm in totaal 2-3-4 (4) keer = 32-34-36 (38) steken. Als de mouw 13-15-17 (21) cm meet vanaf de markeerdraad bij het armsgat, haak dan 4 cm vasten heen en weer over alle steken. Knip en hecht de draad af. De mouw meet ongeveer 17-19-21 (25 cm) vanaf de markeerdraad.
Haak de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de mouwnaden van rand tot rand in de buitenste lus van de buitenste steek. Naai de openingen onder de mouwen dicht. Indien nodig, keer de onderkant van de mouwen en de pijpen binnenste buiten. Naai de opening midden achter dicht vanaf de markeerdraad waar de voorbies eindigt en naar beneden tot de scheiding van de pijpen – naai in de buitenste lus van de buitenste steek.

RECHTER VOORBIES:
Begin aan de verkeerde kant op de onderkant van het rechter achterpand en haak PATROON-2, dus haak dan als volgt: 1 vaste om het buitenste stokje, * haak 2 stokjes + 2 lossen + 2 stokjes om het volgende stokje, 1 vaste om het volgende stokje *, herhaal van *-* over het rechter achterpand tot de hals en eindig met 1 halve vaste in de hoek bij de hals. Keer het werk en haak terug als volgt aan de goede kant: 1 losse (staat gelijk aan 1 vaste), ga verder en haak * 3 lossen, 1 vaste in de volgende vaste, 3 lossen, 1 vaste om de lossenlus in het midden van de stokjesgroep *, herhaal van *-* en eindig met 3 lossen en 1 halve vaste in de laatste vaste. Knip en hecht de draad af. Hecht de voorbies op de onderkant bij de scheiding af.

LINKER VOORBIES EN HALSLIJN:
Haak de eerste toer zoals voor de rechter voorbies, maar begin aan de goede kant op de onderkant van het linker achterpand en haak zoals voor de rechter voorbies tot aan de hals, maar in plaats van dat u eindigt met 1 halve vaste in de hoek, gaat u verder met de rand om de hals als volgt: haak 1 vaste in elke steek over de hals tot er 3 steken over zijn voor de eerste steek met de markeerdraad er in (raglanlijn), sla deze 3 steken over en haak 4 stokjes in de steek met de markeerdraad, sla de volgende 3 steken over en ga verder met vasten in elke steek tot er 3 over zijn voor de volgende steek met de markeerdraad er in (raglanlijn), sla deze 3 steken over en haak 4 stokjes in de steek met de markeerdraad. Ga verder op deze manier rondom de hals en eindig met 1 halve vaste op de buitenkant van de toer, keer het werk en haak de volgende toer als volgt aan de verkeerde kant (om de hals): * 1 vaste in de eerste/volgende steek, 3 lossen, sla 2 vasten over *, herhaal van *-* tot de hoek voor de voorbies, haak dan naar beneden voor de voorbies zoals voor de rechter voorbies. Knip en hecht de draad af.

AFWERKING:
Naai de knopen op de rechter voorbies. LET OP: De knopen worden dichtgeknoopt door de lossenlus op de linker voorbies - begin met 1 knoop aan de bovenkant van de lossenlus, er zou 1 knoop moeten zijn op iedere andere lossenlus naar beneden.
Rijg het zijden lint op en neer door de toer van gaatjes in A.1 over midden voor (begin en eindig bij de hals en eindig met een strik bij de hals). Als het kruippak gebruikt wordt met de opening aan de voorkant, kunt u een zijden lint tussen de stokjes midden voor rijgen (zie foto).

Telpatroon

symbols = eerste toer is beschreven in de tekst
symbols = 1 herhaling in de hoogte
symbols = losse
symbols = vaste in de steek
symbols = vaste om de lossenlus
symbols = stokje in de steek
symbols = midden
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 29-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (41)

country flag Ida wrote:

Jag förstår inte varför jag ska inleda och avsluta första varvet på ärmen med luftmaskor. Vart ska man göra av den extrabreda vitkbiten sen när man monterar ihop dressen? Var på det befintliga varvet ska man börja?

03.03.2019 - 21:20

DROPS Design answered:

Hei Ida. Du begynner omgangen der du la opp masker under ermet, og du hekler luftmasker på starten og slutten for å øke maskeantallet over der du la opp luftmasker under ermet, slik at du kan sy sammen ermet med bolen senere. Du øker totalt 7 masker over luftmaskeraden under ermet. God fornøyelse

04.03.2019 - 15:09

country flag Chris Bassett wrote:

Is it just me or does the increasing on the yoke of the pattern NOT add up. Following the instructions I end up with 140 sts. have I missed a decrease of 4 somewhere.

03.02.2019 - 23:04

DROPS Design answered:

Dear Mrs Basset, in 1st size you start with 88 sts, then increase 16 sts a total of 3 times in total = 88 + (3x16) = 136 sts. Happy crocheting!

04.02.2019 - 14:02

Christel wrote:

Hej. Jag förstår inte hur det u första ökningen bara ökar med 12m. Jag har 5 märken och skall öka vid 4. Då blir det 76+16=92 Vad gör jag fel?

27.10.2018 - 22:19

DROPS Design answered:

Hej, i varje av de 4 maskor, virkas 2st+2lm+2st (1 har du redan) dvs att du ökar 3 maskor x 4 = 12+76=88. Lycka till :)

30.10.2018 - 11:21

country flag Eva wrote:

Dere har så flotte modeler, men så dårlig måte å skrive oppskriftene på. Så synd :-(

28.08.2018 - 12:19

country flag Shaimaa wrote:

Hi, im list from the part "Repeat the increases on every row from the right side a total of 1-2-3 (4) times and then every other row from the right side a total of 2 times in all sizes = 136-152-172 (192) stitches on the row." Im skipping the A.1 as i want the front opening. How many repeats in total with increases. ive reached to total rows 6 + the row after the increase total 7 not 8. With 168 sts not 152. Ive done it many times & i still get it wrong

24.07.2018 - 22:39

DROPS Design answered:

Dear Shaimaa, you first have 16 sts, then increase 12 sts = 88 sts, then inc for the raglan 16 sts a toatl of 2 sts and 16 sts a total of 2 sts = 88 + 16x2 + 16x2 = 152 sts. Happy crocheting!

25.07.2018 - 08:34

country flag Jackie wrote:

Jag får inte mask antalet att stämma från början, de står 77(76fm) första varvet, så långt är det ju ok, men sen ska man öka i varje markör 2st+2fm+2st, och detta ska bli 88 maskor, 4 markörer =16ökade maskor, 76+16=92, inte 88, vet inte hur jag ska få de rätt?

12.07.2018 - 23:45

DROPS Design answered:

Hei Jackie. Når du hekler 2 st + 2 fm + 2 st i hver st med merke øker du 3 staver. Du hekler 4 staver, men siden du hekler dem i 1 stav allerede er det bare 3 av dem som er økinger. Det økes derfor 12 masker på omgangen. 76 + 12 = 88. God fornøyelse.

19.07.2018 - 08:46

country flag Jackie wrote:

Strukturvarven, de står att ett varv fasta+1varv stolpar=1 struktur varv, men de står även upprepa, innebär det att man ska göra två varv varje gång?

12.07.2018 - 22:56

DROPS Design answered:

Hei Jackie. Når det refereres til «strukturrad» betyr dette begge radene (1 rad fm, 1 rad st). God fornøyelse

19.07.2018 - 08:45

country flag Jackie wrote:

"Upprepa ökningen på varje varv från rätsidan totalt 1-2-3 (4) ggr och sedan på vartannat varv från rätsidan totalt 2 ggr i alla stl = 136-152-172 (192) maskor på varvet. Efter sista ökningen till raglan virkas det 1 varv med fastmaskor från avigsidan som förut. " Betyder det tre struktur varv var av ett är utan ökning? Hur virkar jag det varvet utan ökning ? Och gör jag sista varvet med fastamaskor utan luftmaskbåge?

12.07.2018 - 22:43

DROPS Design answered:

Hei Jackie. Det stemmer at når øker på annenhver omgang fra retten 2 ganger hekler du 3 strukturrader, der den midterste av dem er uten økning. Når du ikke øker hekler du som forklart under STRUKTURRADER: 1 rad fm, 1 rad staver. Den siste raden med fastmasker (etter raglanen) inkluderer luftmaskebuer som før. God fornøyelse.

19.07.2018 - 08:44

country flag Karollne wrote:

Hvor i ermehullet skal jeg begynne med de 4 luftmaskene?

23.04.2018 - 16:23

DROPS Design answered:

Hej, Du hækler fra under ærmet, i de masker du hoppede over da du fortsatte med bolen. God fornøjelse!

24.04.2018 - 11:44

country flag Karoline wrote:

Mangler det en setning i begynnelsen av oppskriften på ermet? Jeg forstår ikke hvor i «ermehullet» jeg skal begynne...

22.04.2018 - 22:43

DROPS Design answered:

Hej igen, start med en kædemaske så tråden sidder fast i første maske midt under ærmet. God fornøjelse!

24.04.2018 - 11:46