Forest Mist |
|
|
|
Gebreid vest met sjaalkraag, split in de zijkanten en diagonale schouders. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Alpaca Bouclé.
DROPS 184-17 |
|
INFORMATIE VOOR HET PATROON: RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. TIP VOOR HET OPMETEN: Vanwege het gewicht van het garen, neem alle lengte-afmetingen op terwijl u het werk omhoog houdt, anders wordt het kledingstuk te lang bij het dragen. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten): Minder aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Alle minderingen worden gebreid aan de goede kant. Minder als volgt na de 1 kantsteek in ribbelsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd). Minder als volgt voor de 1 kantsteek in ribbelsteek: Begin 2 steken voor de kantsteek en brei 2 recht samen (= 1 steek geminderd). TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen): Meerder 1 steek aan de binnenkant de 1 kantsteek in ribbelsteek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen (de gemeerderde steken worden gebreid in tricotsteek). KNOOPSGATEN: Brei knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 KNOOPSGAT = brei de 5e en 6e steek vanaf de rand recht samen (= in de overgang tussen de 5 voorbiessteken in ribbelsteek en het deel in tricotsteek) en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Brei de knoopsgaten als het werk meet: S: 49 en 59 cm M: 50 en 60 cm L: 51 en 61 cm XL: 52 en 62 cm XXL: 53 en 63 cm XXXL: 54 en 64 cm ---------------------------------------------------------- VEST: Het werk wordt heen en weer gebreid met rondbreinaald en wordt aan het einde samen genaaid. ACHTERPAND: Zet 110-116-124-132-140-150 steken op met rondbreinaald 5 mm en Alpaca Bouclé. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei 2 RIBBELS – zie uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek met 5 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk 25 cm meet – lees TIP VOOR HET OPMETEN, zet dan 1 steek aan het einde van de volgende 2 naalden op (het split eindigt hier) = 112-118-126-134-142-152 steken. Brei verder in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 30 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Herhaal de minderingen als het werk 50 cm meet = 108-114-122-130-138-148 steken. Als het werk 66-68-70-72-74-75 cm meet, kant dan 4-5-7-9-10-12 steken af op het begin van de volgende 2 naalden voor de armsgaten = 100-104-108-112-118-124 steken. Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant richting de armsgaten. Als het werk 82-85-88-91-94-96 cm meet, plaats dan de steken op een hulpdraad voor de diagonale schouders en kant steken af voor de hals: Plaats de steken op een hulpdraad voor de diagonale schouders op het begin van elke naald vanaf het armsgat als volgt aan elke kant (brei de steken voordat u ze op een hulpdraad plaatst): Plaats 2 keer 11-12-13-14-15-16 steken op de hulpdraad, dan 1 keer 19-19-18-18-18-19 steken op de hulpdraad. Als alle steken op de schouder op een hulpdraad zijn geplaatst, zijn er 18-18-20-20-22-22 steken over voor de hals in het midden van het achterpand. Kant deze steken af voor de hals. Alle steken zijn nu afgekant of op een hulpdraad geplaatst en het werk meet ongeveer 85-88-91-94-97-99 cm (gemeten vanaf de bovenkant van de schouder naar beneden). Plaats de steken van de hulpdraad op de ene schouder terug op de rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant – LET OP. Om gaatjes te voorkomen in de overgangen waar de steken op de hulpdraad staan, neemt u de lus tussen 2 steken op en brei deze gedraaid recht samen met de volgende steek op de naald. Kant af. Om een strakke afkantrand te voorkomen, kunt u afkanten met een grotere naald. Herhaal op de andere schouder. RECHTER VOORPAND: Zet 73-76-82-86-92-97 steken op met rondbreinaald 5 mm en Alpaca Bouclé. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek met 5 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant (= 5 voorbiessteken in ribbelsteek op het begin van de naald aan de goede kant en 5 kantsteken in ribbelsteek aan het einde van de naald in de zijkant). Als het werk 25 cm meet, zet dan 1 nieuwe steek op aan het einde van de naald aan de goede kant (het split eindigt hier) = 74-77-83-87-93-98 steken. Brei dan tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek in de zijkant. Als het werk 30 cm meet, minder dan 1 steek in de zijkant zoals voor het achterpand (= 1 steek geminderd). Herhaal het minderen als het werk 50 cm meet = 72-75-81-85-91-96 steken. DENK OM DE KNOOPSGATEN - zie uitleg hierboven! Als het werk 66-68-70-72-74-75 cm meet, kant dan 4-5-7-9-10-12 steken af aan het begin van de volgende naald aan de verkeerde kant (= in de zijkant) voor het armsgat = 68-70-74-76-81-84 steken. Ga verder met tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek richting het armsgat. Als het werk 82-85-88-91-94-96 cm meet, plaats dan steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder: Plaats steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder op het begin van elke naald vanaf het armsgat als volgt (brei de steken voordat u ze op de hulpdraad plaatst): Plaats 2 keer 11-12-13-14-15-16 steken op de hulpdraad, dan 1 keer 19-19-18-18-18-19 steken op de hulpdraad = 27-27-30-30-33-33 steken over voor de kraag. Het werk meet ongeveer 85-88-91-94-97-99 cm (gemeten vanaf de bovenkant van de schouder). Ga nu verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek over de 27-27-30-30-33-33 steken voor de kraag, en brei verkorte toeren zodat de kraag mooi valt. Begin aan de verkeerde kant en brei als volgt: NAALD 1: brei alle steken, keer het werk. NAALD 2: brei 9-9-10-10-11-11 steken, trek de draad aan, keer het werk. NAALD 3: brei terug. NAALD 4: brei 18-18-20-20-22-22 steken, trek de draad aan, keer het werk. NAALD 5: brei terug. NAALD 6: brei alle steken, keer het werk. NAALD 7: brei terug. NAALD 8: brei alle steken Herhaal naalden 1 - 8 totdat de kraag ongeveer 6-6-6-6-7-7 cm meet op het kortste punt (= langs de zijkant richting schouder/armsgat). Kant dan losjes af. Plaats de steken van de hulpdraad terug op de rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant – LET OP. Om gaatjes te voorkomen in de overgang waar de steken op de hulpdraad hebben gezeten, neemt u de lus op tussen de steken en brei deze gedraaid samen met de volgende steek op de naald. Kant dan af met recht aan de goede kant (zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is). LINKER VOORPAND: Zet 73-76-82-86-92-97 steken op met rondbreinaald 5 mm en Alpaca Bouclé. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek met 5 steken in ribbelsteek aan elke kant (= 5 kantsteken in ribbelsteek in de zijkant op het begin van de naald aan de goede kant en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan het einde van de naald aan de goede kant). Als het werk 25 cm meet, zet dan 1 nieuwe steek op aan het einde van de volgende naald aan de verkeerde kant (het split eindigt hier) = 74-77-83-87-93-98 steken. Brei dan tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek in de zijkant. Als het werk 30 cm meet, minder dan 1 steek in de zijkant zoals voor het rechter voorpand (= 1 steek geminderd). Herhaal het minderen als het werk 50 cm meet = 72-75-81-85-91-96 steken. Als het werk 66-68-70-72-74-75 cm meet, kant dan 4-5-7-9-10-12 steken af op het begin van de volgende naald aan de goede kant (= in de zijkant) voor het armsgat = 68-70-74-76-81-84 steken. Ga verder met tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek richting het armsgat. Als het werk 82-85-88-91-94-96 cm meet, plaats dan steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder: Plaats steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder op het begin van elke naald vanaf het armsgat als volgt (brei de steken voordat u ze op de hulpdraad plaatst): Plaats 2 keer 11-12-13-14-15-16 steken op de hulpdraad, dan 1 keer 19-19-18-18-18-19 steken op de hulpdraad = 27-27-30-30-33-33 steken over voor de kraag. Het werk meet ongeveer 85-88-91-94-97-99 cm (gemeten vanaf de bovenkant van de schouder). Ga nu verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek over de 27-27-30-30-33-33 steken voor de kraag en brei verkorte toeren zodat de kraag mooi valt. Begin aan de goede kant en brei dan als volgt: NAALD 1: brei alle steken, keer het werk. NAALD 2: brei 9-9-10-10-11-11 steken, trek de draad aan, keer het werk. NAALD 3: brei terug. NAALD 4: brei 18-18-20-20-22-22 steken, trek de draad aan, keer het werk. NAALD 5: brei terug. NAALD 6: brei alle steken, keer het werk. NAALD 7: brei terug. NAALD 8: brei alle steken Herhaal naalden 1 - 8 tot de kraag ongeveer 6-6-6-6-7-7 cm meet op het kortste punt (= langs de zijkant richting schouder/armsgat). Kant dan losjes af. Plaats de steken van de hulpdraad op de schouder terug op de rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant – LET OP! Om gaatjes te voorkomen in de overgang waar de steken op de hulpdraad zijn geplaatst, neemt u de lus op tussen 2 steken en brei deze gedraaid recht samen met de volgende steek op de naald. Kant dan af met recht aan de goede kant (zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is). MOUW: Het werk wordt heen en weer gebreid met rondbreinaald. Zet 34-36-38-40-40-42 steken op met rondbreinaald 5 mm en Alpaca Bouclé. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 7-7-11-7-11-9 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 2 steken gemeerderd). Meerder op deze manier iedere 4e-4e-3e-3e-2e-2e cm in totaal 9-9-10-11-12-13 keer = 52-54-58-62-64-68 steken. Als het werk 43-42-41-39-38-36 cm meet, voeg dan 1 markeerdraad in aan elke kant. Brei dan tricotsteek heen en weer gebreid over alle steken voor 2-3-4-5-6-7 cm vanaf de markeerdraden (het werk meet nu ongeveer 45-45-45-44-44-43 cm). Kant 5 steken af op het begin van de volgende 2 naalden aan elke kant, kant dan de overgebleven steken af (zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is). Brei nog 1 mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de schoudernaden samen aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwen aan het lijf – de markeerdraden aan elke kant van de mouw komen tegen de buitenste steek die afgekant is voor de mouw in het lijf. Naai de naad onder de mouwen dicht en de zijnaden rand tot rand in de buitenste lus van de buitenste steek, maar stop bij de steek die opgezet is na 25 cm op het lijf (= split). Naai de afkantrand op de 2 delen van de kraag samen en naai de hele kraag aan de hals op het achterpand. Knip en hecht de draden af. Naai de knopen op de linker voorbies ongeveer 4 cm vanaf de rand. |
|
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (2)
Anna Jas wrote:
Klopt het dat voor het vest model Forest Mist maat S slechts 450 gram Alpaca Bouclé benodigd is, terwijl voor trui model Outlander ( 71 / 36) 550 gram garen nodig is? Hoe kan dit?
15.10.2018 - 13:20Bauer Jennifer wrote:
Bonjour je suis débutante et je ne sais pas si c'est adapté?
16.03.2018 - 11:53DROPS Design answered:
Bonjour Mme Bauer, lisez attentivement les explications, consultez nos vidéos pour comprendre les différentes techniques et n'hésitez pas à poser vos questions ici si besoin. Votre magasin saura également vous apporter toute assistance complémentaire. Bon tricot!
16.03.2018 - 14:14