Daisy Delight Cardigan |
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||
Gebreid vest met ronde pas in DROPS BabyMerino. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met Scandinavisch patroon en ribbelsteek. Maat: S - XXXL
DROPS 196-3 |
||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.1). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET BREIEN: Om te voorkomen dat het kledingstuk haar elasticiteit verliest als u in patroon breit, is het belangrijk om de draden niet te strak aan te trekken aan de achterkant van het werk. Ga verder met een naald in een grotere maat wanneer u in patroon breit en het wordt wat te strak. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 116 steken), minus de biezen (= 5 steken aan elke kant van het werk = 10 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 5) = 21.2. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 21e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Brei tot er 8 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 16 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen. VERHOGING: Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek op de naald (= midden achter). Begin aan de goede kant met pruim en brei in tricotsteek tot er 8-8-8-9-9-10 steken voorbij de markeerdraad zijn gebreid, keer het werk, trek de draad aan en brei 16-16-16-18-18-20 steken in tricotsteek. Keer het werk, trek de draad aan en brei 24-24-24-27-27-30 steken in tricotsteek, keer het werk, trek de draad aan en brei in tricotsteek tot er 5 steken over zijn op de naald, 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Brei 1 naald op de verkeerde kant. RAGLAN: Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Meerder 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad (= 8 steken gemeerderd op de naald): Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), maak 1 omslag. Herhaal op de andere markeerdraden. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. KNOOPSGATEN: Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). 1 KNOOPSGAT = brei aan de goede kant tot er 3 steken over zijn op de naald, maak 1 omslag, 2 recht samen en eindig met 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht om een gaatje te maken. Minder het eerste knoopsgat als de halsrand 1½-2 cm. Minder dan de volgende 7-7-7-8-8-8 knoopsgaten met ongeveer 7 cm tussen elk. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald. HALSRAND: Zet 116-120-125-135-140-144 steken op de rondbreinaald 2.5 mm met pruim. Brei 5 ribbels in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. Minder voor de KNOOPSGATEN op de rechter voorbies - lees uitleg hierboven. PAS: Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, tricotsteek tot er 5 steken over zijn op de naald, Meerder tegelijkertijd 5-11-16-16-21-27 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 5 voorbiessteken in ribbelsteek = 121-131-141-151-161-171 steken. Brei 1 naald op de verkeerde kant. Voor een betere pasvorm kunt u een verhoging op de achterkant van de hals breien, zodat de pas ietwat hoger is op het achterpand. Deze verhoging kunt u ook overslaan, zodat de hals op de voor- en achterkant hetzelfde is - lees VERHOGING. Voeg 9-10-10-10-11-11 markeerdraden in het werk zonder te breien als volgt: Voeg de eerste markeerdraad in na 12-11-12-12-10-10 steken, voeg elk van de volgende 8-9-9-9-10-10 markeerdraden in na 12-12-13-14-14-15 steken, er zijn 13-12-12-13-11-11 steken over op de naald na de laatste markeerdraad. Neem de markeerdraden in de hoogte mee tijdens het breien. Brei nu in patroon A.1 (kies het telpatroon voor uw maat) – lees TIP VOOR HET BREIEN, met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant en meerder TEGELIJKERTIJD op iedere naald met een pijl in telpatroon aan elke kant van de markeerdraden als volgt: DENK OM DE STEKENVERHOUDING! PIJL-1: Meerder 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad (= 18-20-20-20-22-22 steken gemeerderd) = 139-151-161-171-183-193 steken. PIJL-2: Meerder 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad (= 18-20-20-20-22-22 steken gemeerderd) = 157-171-181-191-205-215 steken. PIJL-3: Meerder 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad (= 18-20-20-20-22-22 steken gemeerderd) = 175-191-201-211-227-237 steken. PIJL-4: Meerder 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad (= 18-20-20-20-22-22 steken gemeerderd) = 193-211-221-231-249-259 steken. PIJL-5: Meerder 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad (= 18-20-20-20-22-22 steken gemeerderd) = 211-231-241-251-271-281 steken. Als A.1 helemaal in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 11-12-13-14-15-16 cm vanaf de opzetrand en naar beneden midden voor. Verwijder de markeerdraden. Brei nu in patroon als volgt: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.2 (= 1 steek), brei A.3 tot er 5 steken over zijn op de naald (= 20-22-23-24-26-27 herhalingen van 10 steken) en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Meerder op de volgende tot de laatste naald in A.2 en A.3 10-11-12-14-11-11 steken verdeeld = 301-330-345-361-386-400 steken. Als A.2 en A.3 helemaal in de hoogte zijn gebreid, meet het werk ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de opzetrand en naar beneden midden voor. Voeg nu 4 markeerdraden in het werk als volgt: Voeg de 1e markeerdraad in na de eerste 50-54-56-60-65-69 steken (= linker voorpand), voeg de 2e markeerdraad in na de volgende 55-62-66-66-68-67 steken (= mouw), voeg de 3e markeerdraad in na de volgende 91-98-101-109-120-128 steken (= achterpand) en voeg de 4e markeerdraad in na de volgende 55-62-66-66-68-67 steken (= mouw). Er zijn 50-54-56-60-65-69 steken over op de naald na de laatste markeerdraad (= rechter voorpand). Brei nu in patroon A.4 met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant en begin tegelijkertijd op de eerste naald aan de goede kant met meerderen voor de RAGLAN – lees uitleg hierboven. Meerder zo iedere andere naald 5-6-8-10-11-13 keer in totaal = 341-378-409-441-474-504 steken. LET OP: Als A.4 1 keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant tot alle meerderingen voor de raglan klaar zijn en het werk 22-24-26-28-30-32 cm meet vanaf de opzetrand. Brei de volgende naald als volgt op de verkeerde kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, 50-55-59-65-71-77 steken in tricotsteek (= rechter voorpand), zet de volgende 65-74-82-86-90-93 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 101-110-117-129-142-154 steken (= achterpand), zet de volgende 65-74-82-86-90-93 steken op 1 hulpdraad voor de mouwranden, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 50-55-59-65-71-77 steken in tricotsteek (= linker voorpand), 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET HET WERK NU VANAF HIER! LIJF: = 231-250-269-293-322-350 steken. Voeg 1 markeerdraad in, 60-65-70-76-83-90 steken vanaf elke kant (er zijn nu 111-120-129-141-156-170 steken tussen de markeerdraden op het achterpand). Ga verder met pruim, tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Meerder bij een hoogte van 4 cm vanaf de scheiding, 2 steken aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo ongeveer iedere 2 cm 12 keer in totaal = 279-298-317-341-370-398 steken. Brei de nieuwe steken in tricotsteek. Meerder bij een hoogte van 28 cm vanaf de scheiding, 8-10-12-12-16-18 steken = 287-308-329-353-386-416 steken. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei boordsteek als volgt: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 recht, 2 steken in ribbelsteek *, brei van *-* heen en weer voor 2 cm. Brei 2 ribbels en kant af. Het vest meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Zet de 65-74-82-86-90-93 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald 3 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 10-10-12-12-14-16 nieuw opgezette steken onder de mouw = 75-84-94-98-104-109 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-12-12-14-16 steken midden onder de mouw en begin de naald hier. Ga verder met pruim en in tricotsteek. Minder bij een hoogte van 4 cm, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 8e-6e-5e-4e-4e-3e naald 13-17-21-22-23-24 keer in totaal = 49-50-52-54-58-61 steken. Ga verder tot het werk 40-38-37-35-33-32 cm meet vanaf de scheiding (minder voor de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas). Brei 1 naald recht en meerder 2-4-5-6-5-5 steken verdeeld = 51-54-57-60-63-66 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei nu boordsteek * 1 recht, 2 steken in ribbelsteek *, brei van *-* in de rondte voor 2 cm. Brei 2 ribbels en kant af. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (21)
Ruth Knudsen wrote:
I mønster 3 skal sidste firkant ikke med, så ville det være dejligt hvis i skrev rip er 2ret 2 vrang, fremfor at skrive 1 ret, 2ret
27.09.2018 - 16:23