Winter Snuggles |
||||||||||
|
|
|||||||||
DROPS Vestje, broekje, muts, wantjes, sokken en dekentje van Alpaca
DROPS Baby 13-5 |
||||||||||
Steekverhouding voor alle onderdelen: 24 st x 32 nld met breinld 3 mm in tricotst = 10 x 10 cm. VESTJE: Boordsteek: *2 r, 2 av *, herhaal van *-*. Ribbelst (heen en weer): Alle nld recht breien. Patroon: Zie teltekeningen M.1 tot M.4. De teltekeningen geven het patroon op de goede kant weer. Voor- en achterpand: Brei het vestje heen en weer op de rondbreinld vanaf de middenvoor. Zet 144-160-172 (200-212) st (incl.1 kantst langs de middenvoor aan beide kanten die op het hele werk in ribbelst worden gebreid) met Alpaca op rondbreinld 2.5 mm. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en ga verder met boordst met 1 kantst en nog 2 extra st langs de middenvoor in ribbelst (gezien op de goede kant). Wissel, als de boordst een hoogte heeft van 3-4-4 (5-5) cm, naar rondbreinld 3mm. Brei 1 nld r op de goede kant, en pas tegelijkertijd het aantal st gelijkmatig verdeeld aan naar 123-135-147 (171-183). Brei nu 1 nld av op de verkeerde kant en brei 1 nld r op de goede kant. Plaats een merkdraad op 31-34-37 (43-46) st afstand van beide kanten = 61-67-73 (85-91) st tussen de merkdraden voor het achterpand – laat de merkdraad het werk volgen terwijl u verder gaat. Brei M.1 met 1 kantst aan weerskanten in de volgende nld als volgt: 1 kantst, M.2A over de volgende 108-120-132 (156-168) st, M.2B (= 13 st), 1 kantst. Ga zo verder. Lees het onderstaande goed door voordat u verder breit! Ga bij een hoogte van ca 15-17-21 (25-28) cm – zorg dat er 2 nld met natuur zijn gebreid na de nld met patroon – verder met M.3 op dezelfde manier, d.w.z. 1 kantst, M.3A over de volgende 108-120-132 (156-168) st, M.3B (= 13 st) en 1 kantst. Deel tegelijkertijd bij een hoogte van 17-18-21 (24-26) cm het werk op voor de armsgaten ter hoogte van de beide merkdraden en brei het achterpand en de voorpanden afzonderlijk verder. Achterpand = 61-67-73 (85-91) st. Zet 1 nieuwe st op aan weerskanten (= kantst voor naadtoeslag) = 63-69-75 (87-93) st. Ga verder met M.3 met 1 kantst aan weerskanten. Kant bij een hoogte van 27-29-33 (37-40) cm de middelste 21-23-25 (25-27) st af voor de hals. Kant in de volgende nld aan de halskant nog 2 st af = 19-21-23 (29-31) st over voor de schouder. Kant de resterende st af na voltooiing van M.3, het werk heeft een hoogt e van ca 28-30-34 (38-41) cm. NB! Als het werk korter is, brei dan verder met natuur tot de vereiste afmetingen. Linker voorpand: = 31-34-37 (43-46) st. Zet 1 nieuw st op langs het armsgat (= kantst voor naadtoeslag) = 32-35-38 (44-47) st. Ga verder met M.3 met 1 kantst aan weerskanten. Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 24-26-29 (33-35) cm de 7-8-9 (9-9) st van de middenvoor op een draad voor de hals. Minder vervolgens aan de halskant in elke 2e nld: 2 x 2 st en 2-2-2 (2-3) x 1 st = 19-21-23 (29-31) st over voor de schouder. Kant af als het werk dezelfde hoogte heeft als het achterpand. Rechter voorpand: Brei als het linker voorpand maar in spiegelbeeld. Mouw: Lees het onderstaande goed door voordat u verder breit! Zet 48-52-56 (60-64) st op met natuur Alpaca op sokkenbreinld 2.5mm en brei 1 nld r. Ga verder in boordsteek. Plaats bij een hoogte van 5 cm een merkdraad – meet het werk vanaf hier, brei nog 5 cm boordsteek (= de boord meet nu 10 cm vanaf de opzetnaald) en wissel naar breinld 3mm. Brei 1 nld terwijl u het aantal st aanpast naar 40-42-44 (46-48). Brei 1 nld av, 1 nld r en ga verder met M.1 – let op het pijltje op de teltekening om het midden te bepalen. Ga na M.1 door met M.2 (let weer op het pijltje) tot een hoogte van 16-17-19 (23-27) cm. Brei vervolgens verder met M.4. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 7 cm 7-8-9 (11-12) x 2 st op de middenondermouw als volgt: Maat 1/3 + 6/9 + 12/18 maanden + 2 jaar: in elke 5e nld Maat 3/4 jaar: in elke 6e nld = 54-58-62 (58-72) st – brei de nieuwe st mee in patroon terwijl u verder gaat. Kant de st na M.4 losjes af, het werk meet ca 19-20-22 (26-30) cm vanaf de merkdraad. NB! Als de mouw korter is ga dan verder met natuur tot de vereiste afmetingen. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Voorbies: Neem 74-78-86 (94-102) st op langs het linker voorpand met natuur en breinld 2.5mm. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld op de goede kant. Ga verder in boordst met 2 st in ribbelst en 2 rechte st aan weerskanten (gezien op de goede kant). Als de boord een hoogte heeft van 2.5 cm de st afkanten in patroon. Herhaal dit langs het rechter voorpand maar maak bij een hoogte van ca 1 cm,5-5-5 (6-6) koopsgaten gelijkmatig verdeelt in de bies – de onderste ca 1 cm vanaf de onderkant en de bovenste ca 4-6 cm vanaf de hals (het laatste knoopsgat komt in het halsboord). 1 knoopsgat: kant op de goede kant 2 av st af en zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante. Hals: Neem ca 86 tot 110 st op, incl. de st van de hulpdraden van de voorpanden en de biezen ( het aantal st moet deelbaar zijn door 4 + 2) met natuur Alpaca en breinld 2.5 mm. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant en ga verder met boordst met 2 st in ribbelst en 2 rechte st aan weerskanten (gezien op de goede kant). Maak bij een hoogte van 1 cm een knoopsgat boven de anderen op de rechter voorkant (brei de 3e en de 4e st vanaf de kant samen en maak een omsl). Maak als de boord een hoogte heeft van 3-4-4 (5-5) cm nog een knoopsgat en kant als de boord een hoogte heeft van 4-5-5 (6-6) cm de st af in patroon. Vouw het halsboord dubbel naar de verkeerde kant en zet hem met kleine st vast aan de binnenkant. Zet de mouwen in en naai de knopen aan. Vouw de boord van de mouwen naar de goede kant om. BROEKJE: Boordsteek: *2 r, 2 av*, herhaal van *-*. Patroon: zie teltekeningen M.1 and M.2. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. Knoopsgat: Maak 2 knoopsgaten op de voorkant met een tussenruimte van 8-9-10 (11-12) cm. 1 knoopsgat: kant 2 av st af op de goede kant en zet 2 nieuwe st op in de volgende nld, boven de afgekante. Tips voor het minderen (geldt voor het binnenbeen): Minder als volgt 1 st voor de merkdraad: 2 r samenbr Minder als volgt 1 st na de merkdraad: 1 st r afh, 1 r, afgeh st overhalen. Het broekje wordt van boven naar beneden gebreid. Zet 160-168-176 (184-192) st op met natuur en rondbreinld 2.5 mm. Brei 1 nld av ( de nld beginnen en eindigen op het middenachter. Ga verder in boordst. Maak, als de boord een hoogte heeft van 2 cm, 2 knoopsgaten in de voorkant – zie boven. Plaats bij een hoogte van 4 cm een merkdraad in de middenvoor (= vouwlijn) en meet het werk verder vanaf hier. Maak bij een hoogte van 2 cm, 2 knoopsgaten zoals eerder (ze moeten op de eerste 2 passen als de boord wordt dubbel gevouwen). Wissel naar breinld 3mm als de boord een hoogte heeft van 2 cm. Brei 1 nld r en minder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld naar 114-120-126 (132-138) st. Brei 1 nld r en 1 nld av. Extra ruimte aan de achterkant: Brei M.2A, en brei tegelijkertijd een stukje met verkorte toeren om extra ruimte te creëren aan de achterkant als volgt: brei 9-10-10 (11-11) st van het begin van de nld, keer het werk (haal de 1e st af en trek de draad stevig aan om een gaatje te voorkomen), brei 18-20-20 (22-22) st, keer het werk. Ga zo door nog 10 x 9-10-10 (11-11) st meer te breien voor elke omkering (= 12 nld). Brei vervolgens M.2A nld over alle st. Meerderingen: Plaats bij een hoogte van 13-16-17 (18-19) cm (gemeten vanaf de merkdraad op het middenvoor) een nieuwe merkdraad aan het begin van de nld en na 57-60-63 (66-69) st. Meerder 6 x 1 st aan weerskanten van deze merkdraden (= 4 meerdering per nld) in elke 3e nld = 138-144-150 (156-162) st. Na de laatste meerdering heeft het werk een lengte van ca 18-21-22 (23-24) cm op de middenvoor. Pijpen: Brei 69-72-75 (78-81) st vanaf de middenachterkant (= pijp) en zet de resterende st op een draad. Brei verder met M.2A zoals eerst. Plaats een nieuwe merkdraad aan het begin van de nld (= binnenbeen). Minder 13-12-11 (11-11) x 1 st aan weerskanten van de merkdraad – zie de tips voor het meerderen –: Maat 1/3 maanden: in elke 3e nld Maat 6/9 maanden: in elke 4e nld Maat 12/18 maanden: in elke 5e nld: Maat 2 jaar: in elke 7e nld Maat 3/4 jaar: afwisselend in elke 8e en 9e nld = 43-48-53 (56-59) st. Brei vanaf een hoogte van ca 30-36-40 (46-52) cm – zorg dat er 2 nld natuur zijn gebreid na de laatste nld van het patroon – brei M/1 – begin bovenaan de teltekening en let op het pijltje dat het midden aangeeft (= zijnaad van de pijp). Wissel na M.1 naar natuur en breinld 2.5mm. Brei 1 nld r, en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar 68-72-76 (80-84). Brei 10 cm boordst en kant losjes af. Brei de andere pijp op dezelfde manier. Schouderbandjes: Zet 12 st op met breinld 2.5 mm met natuur en brei boordst met 1 kantst en 2 st extra aan weerskanten in ribbelst (gezien op de goede kant). Kant af bij een hoogte van ca 34-40-48 (58-64) cm. Maak 2 bandjes en zet ze vast op de achterkant van het broekje (aan de binnenkant van de boord) met ca 8-9-10 (11-12) cm tussenruimte. Zet de knopen aan de voorkant van de bandjes en kruis de bandjes op de rug in het dragen. MUTS: Maat: 1/3 – 6/9 – 12/18 maanden (2 - 3/4 jaar) Voor een hoofdomtrek van: 40/42 – 42/44 – 44/46 (46/48 - 48/50) cm Patroon: Zie teltekening M.2. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. De muts wordt in het rond gebreid. Zet losjes 112-116-120 (124-132) st op met natuur Alpaca en sokkenbreinld 2.5 mm en brei 1 nld av. Brei vervolgens 10 cm boordst, 2 r, 2 av en wissel naar nld 3mm en tricotst en M.2A, en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar 90-96-102 (108-114). Plaats bij een hoogte van 17-17-18 (19-20) cm 6 merkdraden in het werk met 15-16-17 (18-19) st tussen elke draad. Ga verder met M.2A, en minder tegelijkertijd 6-7-7 (6-6) x 1 st aan weerskanten van alle merkdraden (zie de mindertips bij het broekje): in elke 2e nld en vervolgens in elke nld 0-0-0 (2-2) x = 18-12-18 (2-18) st over – brei de st die buiten het patroon vallen tijdens het minderen met natuur. Haal een dubbele draad Alpaca door de resterende st, trek stevig aan en hecht af. Vouw de onderste 5 cm van de boord naar de goede kant, de muts is 15-16-17 (18-19) cm. Pompoen: Maak een pompoentje met een doorsnede van ca 4-5 cm en bevestig deze bovenop de muts. WANTJES: Maat: 1/3 – 6/9 – 12/18 maanden (2 -3/4 jaar) De 3 grotere maten met duim, de 2 kleinere zonder duim. De wantjes worden in het rond op sokkenbreinld gebreid. Zet losjes 36-40-44 (48-52) st met beige-mix Alpaca en breinld 2.5mm en brei 1 nld av. Ga verder met boordst 2 r, 2 av tot een hoogte van 8-8-10 (10-12) cm. Ga verder in tricotst, en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar 38-42-46 (50-54). De 3 grotere maten: Zet na 1 (2-3) cm tricotst, de laatste 5 (6-6) st op een draad voor de duim. Zet in de volgende nld 5 (6-6) nieuwe st op boven de st van de draad. Alle maten: Brei bij een hoogte van 10 /11-12 (13-14) cm M.5 over de middelste 13 st van de bovenkant van de hand, Brei de overige st met beige-mix (weef de draadeindes in tijdens het breien om te voorkomen dat de vingers verstrikt raken in de draadjes – voer de draden niet over de hele nld mee maar alleen in het stukje met patroon) Ga na M.5 verder met beige-mix over alle st en plaats een merkdraad aan elke kant bij een hoogte van 15-16-18 (19-21) cm. Minder vervolgens 1 st aan weerskanten van beide merkdraden in elke nld totdat er nog 10 st over zijn – zie de tips voor het minderen bij het broekje. Haal een dubbele draad Alpaca door de resterende st, trek stevig aan en hecht af. Vouw de onderste 4 -4-5 (5-6) cm van de boord om, het wantje is ca 13-14-16 (17-18) cm. Duim: Zet de 5 (6-6) st van de draad terug op sokkenbreinld 2.5 mm en neem na deze st nog 7 (8-8) st op = 12 (14-14) st. Brei av tot de duim 3 (4-5) cm lang is. Brei vervolgens alle st 2 aan 2 samen. Haal de draad door de resterende st en hecht af. Brei nog een want maar brei de duim aan de andere kant (geldt voor de 3 grotere maten). SOKKEN: Maat: 1/3 – 6/9 – 12/18 maanden (2 -3/4 jaar) Voor een voetlengte van: 10-11-12 (14-15) cm De sok wordt in het rond gebreid. Zet 44-48-52 (56) st op met beige-mix Alpaca en breinld 2.5 mm. Brei 1 nld r en ga verder in boordst 2 r, 2 av tot een hoogte van 4-5-5 (6-7) cm. Brei 1 nld r en minder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 4-8-4 (8-8) st in deze nld = 40-40-44 (44-48) st. Brei de hiel als volgt: Brei 3-3.5–3.5 (4-4.5) cm tricotst heen en weer over de middelste 6-16 (18-18) st van de achterkant. Hielminderingen: (1e nld = goede kant): 9-9-9- (10-10) r, 2 verdraait r samenbr, 1 r, keer het werk, 2e nld: 1 st r afh, 3-3-3 (4-4) av, 2 av samenbr, 1 av, keer het werk, 3e nld: 1 st r afh, 4-4-4 (5-5) r, 2 verdraaid r samenbr,1 r, keer het werk, 4e nld: 1 st r afh, 5-5-5 (6-6) av, 2 av samenbr, 1 av, keer het werk, 5e nld: 1 st r afh, 6-6-6 (7-7) r, 2 verdraaid r samenbr, 1 r, keer het werk, 6e nld: 1 st r afh, 7-7-7 (8-8) av, 2 av samenbr, 1 av, keer het werk, 7e nld: 2 r samenbr, 6-6-6 (8-8) r, 2 verdr r samenbr = 8-8-8 (10-10) st op de nld( = totaal 32-32-36 (40-40) st. Neem 7-8-8- (9-11) st op aan elke kant van de hiel en zet alle st op dezelfde nld = 46-48-52 (54-62) st. Brei door in tricotst over alle st. Minder tegelijkertijd aan weerskanten van de 18-20-22 (24-26) bovenste st: 7 x 1 st in elke 2e nld = 32-34-38 (40-48) st. Als de voet een lengte heeft van 8-9-9 (12-12) cm vanaf het begin van de minderingen voor de hiel aan weerskanten een merkdraad plaatsen. Minder nu aan weerskanten van elke merkdraad 7-7-8 (8-10) x 1 st (= 4 minderingen per nld). Haal de draad door de resterende st en hecht af. AFWERKING: Vouw de boord dubbel naar de binnenkant van het kledingstuk. Zorg ervoor dat de knoopsgaten boven elkaar zitten. Naai de boord vast aan de binnenkant van het kledingstuk. Om te voorkomen dat de boord te strak wordt is het belangrijk om een elastische naad te maken. DEKENTJE: zie patroon 13-10 |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (116)
Maria wrote:
Hej! Håller på med koftan, är på fram och bakstycke! Det står att kantm inte ingår i mönstret, vilken färg ska de stickas i? Natur eller samma som första/sista m i mönstret?
17.04.2024 - 20:18DROPS Design answered:
Hej Maria, kantmasken strikker du i bundfarven :)
19.04.2024 - 14:29Yaëll wrote:
Hallo, ik heb een vraag over de mindering van de muts. Ik ben een beginner wat betreft de NLse instructies. "...minder tegelijkertijd 6-7-7 (6-6) x 1 st aan weerskanten van alle merkdraden (...): in elke 2e nld en vervolgens in elke nld 0-0-0 (2-2) x = 18-12-18 (2-18) st over" In het begin is de mindering om de naald (ik brei rond, dus elke 2e rij). Vanaf wanneer moet elke naald/rij geminderd worden? Wat betekent de 0 x = 18? (Ik neem aan de laatste n steken voor casting off)
04.04.2024 - 18:45Ute wrote:
Hallo,\r\nwie kann ich bei der Blende Knopflöcher in die Linksrippe stricken, wenn ich die Blende in rechts und kraus rechts stricken soll? \r\nUte
21.02.2024 - 13:59DROPS Design answered:
Liebe Ute, die Blenden werden im Bündchen *2 re, 2 li* so gestrickt: 2 M kraus rechts, *2 re, 2 li* von *bis* wiederholen bis 4 Maschen übrig sind, 2 re, 2 M krausrechts. Die Knopflöcher sind dann in den Linken-Partien vom Bündchen gestrickt. Viel Spaß beim stricken!
21.02.2024 - 15:10Pia Bech wrote:
Hvorfor laver I et 2-farvet mønster, som ikke passer til at skal strikke frem og tilbage? Man skal bryde det farve flere gange, for at kunne følge mønsteret.
08.01.2024 - 19:42DROPS Design answered:
Hei Pia. Men istedefor å klippe tråden, kan du ikke bare skyve masken på den ene siden over på den andre siden der tråden du skal bruker er og da strikke 2 pinner fra retten / eller fra vrangen? Når du f.eks strikker etter diagram A.3A+B og har strikket pinne 9 med beigmelert fra vrangen og skal strikke pinne 10 med natur og fargen er på motsatt side, så skyver du bare maskene over og strikker 1 pinne vrang med natur. Men noen ganger må man klippe tråden. mvh DROPS Design
15.01.2024 - 10:00Esther Seyfried wrote:
Hallo, wird beim Muster der Hose der Faden der dunklen Wolle für die eine Masche jeweils „mitgeführt“, damit man nicht immer wieder einen neuen Faden nehmen muss?
31.12.2023 - 11:34DROPS Design answered:
Liebe Frau Seyfried, ja am besten soll der Faden der dunklen Wollen "mitgeführt", so wie beim Fair Isle stricken. Viel Spaß beim stricken!
02.01.2024 - 10:59Nina wrote:
Hej! Jag stickar mössan och enligt mönstret ska resåren vara 10 cm. Jag tycker det blir mycket resår på mössan och på bilden ser det inte ut att vara så bred resår som 10 cm. Kan man göra den smalare utan att det påverkar passformen? Mvh Nina
12.11.2023 - 22:13DROPS Design answered:
Hei Nina. I oppskriften står det at man skal brette vrangborden dobbelt. Så strikkes den 10 cm og brettes, vil den da bli 5 cm, slik man ser det på bildet. Ved å ha vrangborden dobbelt, vil det bli ekstra beskyttelse for ørene til babyen og luen sitter godt. Men ønsker du en enkel vrangbord, avslutter du bare vrangborden etter 5 cm, eller ønsket lengde. mvh DROPS Design
13.11.2023 - 14:28Sylvie wrote:
Bonjour, Pour le haut du pantalon, je ne comprends pas si on le tricote en aller retour ou bien en circulaire. Merci pour votre réponse
07.08.2023 - 20:43DROPS Design answered:
Bonjour Sylvie, on tricote les côtes de la taille en rond, puis on tricote une réhausse en allers et retours, on joint à nouveau et on tricote en rond en augmentant et on divise ensuite pour les jambes que l'on tricote séparément, en rond. Bon tricot!
08.08.2023 - 09:14Mychele Massicotte wrote:
Bonjour pour le bonnet je souhaite faire la grandeur 12-18 mois et 120 mailles c'est trop grand pour moi j'imagine que c'est un erreur? merci
20.09.2022 - 20:46DROPS Design answered:
Bonjour Mme Massicotte, c'est tout à fait juste, pensez à bien vérifier votre tension et à bien conserver cette même tension en tricotant; il vous faudra plus de mailles en côtes avec les aiguilles 2,5 qu'en jersey avec les aiguilles 3 - où vous diminuerez à 102 mailles au 1er rang (soit environ 43 cm de circonférence, un peu moins que le tour de tête pour que le bonnet tienne bien). Bon tricot!
21.09.2022 - 09:13Kerstin Münst wrote:
Ab wo messe ich die 7 cm für die M-Zunahme am Ärmel der Jacke? Eine Markierung habe ich ja nur nach 5 cm Büdchen gesetzt.
10.08.2022 - 08:05DROPS Design answered:
Liebe Frau Münst, messen Sie diese 7 cm ab der Anschlagskante = 2 cm nach dem Bündchen. Viel Spaß beim stricken!
10.08.2022 - 09:18Ute Ortland wrote:
Liebes Team, ich habe leider nochmal eine Frage: Ich bin etwas irritiert. Wird die Hose in Runden oder Reihen gestrickt? Ich steige da nicht ganz durch. Vielen Dank für Ihre Hilfe. Gruß Ute
16.02.2022 - 23:38DROPS Design answered:
Liebe Frau Ortland, die Hose wird in der Runde von oben nach unten gestrickt, Sie stricken eine gefaltete Kante und dann eine Erhöhung (in Reihen) dann stricken Sie wieder in der Runde mit Zunahmen - dann teilen Sie die Arbeit für die Beine, die in der Runde, separat gestrickt werden. Viel Spaß beim stricken!
17.02.2022 - 10:21