DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Baby 11-26
VESTJE
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 - 24 mnd
Maat in cm: 50/56 - 62/68 - 74/80 - 86/92
Materialen: DROPS Karisma van Garnstudio
100-150-200-200 gr nr. 54, bruin mix.
DROPS Kokosknoop, nr. 516: 5-5-6-6 stk.

DROPS Rondbreinld en breinld 3.5 mm en 4,5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

VESTJE:

Steekverhouding:
20 st x 26 nld op breinld 4.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer): alle naalden recht breien.

Boordst: *2 r, 2 av*, herhaal steeds *-*.

Info minderen (voor de raglanmouwen):
Minder aan weerskanten van 2 tricotst.
Alle minderingen komen op de goede kant (goede kant), en er worden 2 of 3 st geminderd per keer.
Minder na de 2 st als volgt: zet 2/3 st op een kabelnld achter het werk, brei de 1e st van de linker breinld en de 1e st van de kabelnld r samen, herhaal dit tot alle st op de kabelnld zijn geminderd.
Minder voor de 2 st als volgt: zet 2/3 st op een kabelnld voor het werk. Haal de 1e st van de kabelnld (= de st aan de rechterkant) r af, brei de 1e st van de linker breinld r en haal de afgeh st over. Herhaal dit totdat alle st op de kabelnld zijn geminderd.

Achter- en voorpand: het vestje wordt heen en weer gebreid met de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor. Zet met rondbreinld en bruinmix 124-139-154-179 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten). Brei als volgt (1e nld = goede kant): 1 kantst, 2 r, 3 av*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 2 r en 1 kantst. Brei zo 5 nld en minder in de 6e nld alle 3 av naar 2 av = 100-112-124-144 st. Wissel naar rondbreinld 4.5 mm, en brei 1 nld r op de goede kant en 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens door in tricotst. Brei bij een hoogte van 18-20-22-24 cm de volgende nld als volgt (goede kant): 22-24-27-32 st (= rechter voorpand), kant 6-8-8-8 st af voor het armsgat, brei 44-48-54-64 st (= achterpand), kant 6-8-8-8 st af voor het armsgat, brei 22-24-27-32 st (= linker voorpand). Leg het werk terzijde, en brei de mouwen.

Mouwen: zet met breinld 3.5 mm en bruinmix 42-42-47-52 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten). Brei heen en weer als volgt (1e nld = goede kant): 1 kantst, *2 r, 3 av*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 1 kantst. Minder na 5 nld de 3 av naar 2 av = 34-34-38-42 st. Wissel naar breinld 4.5 mm en brei 1 nld r op de goede en 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens door in tricotst. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 3 cm 4-6-6-6 x 1 st aan weerskanten, in elke 11e-8e-9e-11e nld = 42-46-50-54 st. Kant bij een hoogte van 18-20-23-27 cm 4-5-5-5 st af aan weerskanten = 34-36-40-44 st. Leg het werk terzijde, en brei nog 1 mouw.

Pas: zet de mouwen op de dezelfde rondbreinld als de achter- en voorpanden boven de afgekante st voor de armsgaten = totaal 156-168-188-216 st op de breinld. Plaats 1 merkdraad in alle overgangen tussen het achter- en voorpand en de mouwen = 4 merkdraden. Brei vervolgens tricotst heen en weer en minder tegelijkertijd voor de raglanmouwen.
Raglanmouwen: Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat. Er wordt 8 keer geminderd per nld en er zitten 2 st tussen de minderingen (d.w.z. 1 st aan weerskanten van de merkdraden). Deze 2 st = raglanst, en worden in tricotst gebreid. Er wordt in elke 4e nld geminderd – zie info minderen!
Minder op de mouwen als volgt: 1-2-2-2 x 3 st en vervolgens 5-4-5-6 x 2 st.
Minder op de achter- en voorpanden als volgt: 0-2-3-4 x 3 st en vervolgens 6-4-4-4 x 2 st.
LET OP: op het voorpand vallen de raglannaden op een gegeven moment samen met de halsopening, daarom worden er op de voorpanden minder st geminderd voor de raglan dan op het achterpand – de getallen hierboven gelden voor het achterpand. Minder op de voorpanden tot de halsopening is bereikt.
Halsopening: kant tegelijkertijd bij een hoogte van 25-28-30-33 cm 5-5-5-7 st af op het middenvoor van beide voorpanden. Kant in totaal 4 keer 1 st af aan de halskanten in elke 2e nld. Als het minderen/afkanten voor de raglanmouwen en de halsopening zijn voltooid, zijn er ca 38 tot 46 st over op de breinld, en heeft het werk een totale hoogte van ca 29-32-35-38 cm. Zet deze st op 1 hulpdraad (of st houder).

Zakje: zet met breinld 3.5 mm en bruinmix 12-12-16-16 st op. Brei 2 nld ribbelst, en brei vervolgens door in tricotst met 1 ribbelst aan weerskanten. Brei bij een hoogte van 4-4-5-6 cm 2 nld ribbelst op alle st en brei vervolgens boordst met 1 ribbelst en 1 st r aan weerskanten (op de goede kant). Kant bij een totale hoogte van 6-6-7-8 cm af. Brei nog één zakje.

Afwerken:
Linker knoopbies: neem met breinld 3.5 mm en bruinmix ca 56 tot 76 st op (deelbaar door 4) langs het linker voorpand. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant. Brei vervolgens boordst met 1 ribbelst en st r aan de boven- en onderkant (goede kant). Kant bij een hoogte van 2 cm af in patroon.

Rechter knoopbies: brei zoals de linker voorbies en kant na 1 cm, gelijkmatig verdeeld af voor 4-4-5-5 knoopsgaten – het onderste knoopsgat zit ca 1 cm vanaf de onderkant en het bovenste komt ca 5 tot 6 cm vanaf de bovenkant (let op, er komt ook 1 knoopsgat in de halsbies). 1 knoopsgat = kant 1 st af, en zet hierboven 1 nieuwe st op in de volgende nld. LET OP! Het mooiste resultaat krijgt u door in de av-st te afkanten (op de goede kant) en dan 2 st av sam.br.

Hals: zet de st van de halsopening op rondbreinld 3.5 mm, en neem daarbij ca 16 tot 20 st op van elk voorpand (ook boven de knoopbiezen) = totaal 70 tot 86 st (deelbaar door 4). Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant. Brei vervolgens boordst met 1 ribbelst en 2 st r aan weerskanten (op de goede kant). Kant tegelijkertijd na 1 cm af voor 1 knoopsgat boven de anderen in de knoopbies. Kant bij een hoogte van 2 cm af.
Naai de zakjes op de voorpanden ca 5-6-7-8 cm vanaf de onderkant en 5-6-6-7 cm vanaf het midden van het voorpand.
Sluit de mouwnaden met de kantst als naadtoeslag en sluit de openingen onder de mouwen. Naai de knopen op de linker knoopbies.




DEKENTJE:

Zie het patroon bij model 11-25

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 19.06.2020
Correctie: nieuwe hoeveelheid garen voor de grootste maten: Materialen: DROPS Karisma van Garnstudio
100-150-200-200 gr nr. 54, bruin mix.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-26

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Ingunn wrote:

Skjønner ikke raglansfellingen? D som er før de 2 m. Sette på hjelpepinne og så ta alke m fra hjelpepinnen. Hvorfor hjelpepinne da? Men trodde jeg strikte den jakken me hette😱. Burde kanskje rette d bildet? Tenkte d var en oppskrift for tynt og en for tykt garn.

14.03.2015 - 17:53

DROPS Design answered:

Hej Ingunn, kun for at det er lettere at strikke de små "raglan-fletter" med hjelpepinne. Men man bestemmer selv om man vi bruge hjelpepinne :)

21.05.2015 - 10:46

country flag Ingunn wrote:

Dritt. Jeg skulle og ha den me hetten. Har kommet til raglansfellingen og skjønner ikke en dritt av den??? Det er jo veldig forvirrende at den jakken som viser i bakgrunnen er oppskriften ??? Men må være nor feil med raglansfellingen??? Det som felles før 2 m.

14.03.2015 - 17:34

country flag Marianne Bergman wrote:

Hej. Vil gerne lave denne babyDrops 11-26. Den hvide jakke med hætte. Men synes opskriften mht anvist brunmel. Garn og at opskriften ikke beskriver noget med hætte, lyder som om det er på den brune trøje. Hvor er opskriften på den hvide jakke. Mvh marianne Bergman

23.01.2015 - 13:39

DROPS Design answered:

Hej Marianne. Det er opskrift 11-27 som er den hvide jakke. Klik her!

23.01.2015 - 15:49

country flag Ulla wrote:

Dear Adriana! See Baby drops 11-27

10.06.2014 - 22:13

country flag Adriana Weiss wrote:

I dont see instrctions for the hood in this pattern

10.06.2014 - 21:16

DROPS Design answered:

Dear Mrs Weiss, the pattern described here is the brown jacket you can see behind the baby. To get the pattern for the hooded jacket, please click on BabyDrops 11-27. Happy knitting!

11.06.2014 - 09:54

country flag Leslie wrote:

When shaping the neckline, the pattern says to "bind off 5 st each side and the mid front (I understand each side but what does the "mid front" mean?) and dec (how many stitches?)to shape the neckline on every other row...."

12.03.2014 - 02:18

DROPS Design answered:

Dear Leslie, each side of piece is towards mid front, after binding off 5 sts each side, dec 4 times 1 st every other row. Happy knitting!

12.03.2014 - 09:27

Märta wrote:

Den finns som Babydrops 11-27

27.12.2013 - 15:25

country flag Marianne Nodal wrote:

Der mangler opskrift til hætten. Hætten var grunden til at jeg valgte netop denne opskrift. Mvh Marianne Nodal

27.12.2013 - 13:47

DROPS Design answered:

Hej Marianne. Du har den forkerte opskrift. 11-26 er til den brune jakke i Karisma der hænger på bøjlen bagved. Den med hætten er opskrift 11-27

28.12.2013 - 18:19

country flag Anneke wrote:

Ik zie bij dit patroon niet hoe de capuchon gebreid moet worden.

23.08.2013 - 17:58

DROPS Design answered:

Hoi. Dit is het patroon voor het bruine vest op de achtergrond. De witte jas met capuchon vind je onder BabyDROPS 11-27.

25.08.2013 - 19:44

country flag Bea wrote:

Wie stricke ich die Jacke mit der abgebildeten Kapuze??? In der Anleitung steht nichts dazu. Vielen Dank, für die Hilfe

29.01.2013 - 11:22

DROPS Design answered:

Liebe Bea, die Kapuzenjacke ist Modell b11-27.

29.01.2013 - 13:08