-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
= Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant |
|
= 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh |
|
= 1 omsl tussen 2 st |
|
= 2 st r samen |
|
= 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh |
|
= bobbel - zie uitleg boven |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Winter Breeze |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Gebreide DROPS omslagdoek van "Lace".
DROPS 141-39 |
|||||||||||||||||||
STEKENVERHOUDING: Deze omslagdoek wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 23 st x 30 nld in tricotst met nld 3.5 mm = ongeveer 10 x 10 cm. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot en met A.10. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Herhaal de telpatronen na de middelste st. TIP VOOR HET BREIEN 1: A.2, A.5 en A.8 in telpatroon geven altijd de st weer zoals ze direct na de kant st aan het begin van de nld en direct na de middelste st (gezien aan de goede kant) worden gebreid. A.3, A.6 en A.9 geven 1 herhaling weer die herhaald wordt zo vaak als mogelijk na A.2, A.5 of A.8 tot er nog maar genoeg st over zijn voor A.4, A.7 of A.10. A.4, A.7 en A.10 geven altijd de st weer zoals ze worden gebreid vlak voor de middelste st of vlak voor de kant st aan het einde van nld (gezien aan de goede kant). TIP VOOR HET BREIEN 2: A.3, A.6 en A.9 geven 1 herhaling in de breedte weer – zorg steeds dat er evenveel omsl worden gemaakt als er st worden geminderd in elke herhaling zodat het aantal st constant is. Hetzelfde geldt voor de andere telpatronen maar meerder hier 1 st aan een kant zodat steeds 1 st wordt gemeerderd in de patroonherhaling om de nld. BOBBEL: De bobbel wordt over 2 nld gebreid. NLD 1 (= goede kant): Brei 7 st in 1 st als volgt: * 1 st r, 1 omsl *, herhaal van *-* in totaal 3 keer en eindig met 1 st r = 7 st. Het is belangrijk om de st zeer losjes te maken (ongeveer 1 cm lang). NLD 2 (= verkeerde kant): brei deze 7 st av samen. Als u de st in de heengaande nld niet los genoeg heeft gemaakt, zal het heel moeilijk zijn om ze av samen te breien. --------------------------------------------------------- OMSLAGDOEK: Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanwege het grote aantal st. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. Zet 7 st op met rondbreinld 3.5 mm en Lace en brei als volgt: NLD 1 (= goede kant): 2 st r, brei de 1e nld in A.1, 1 st r (= middelste st), 1e nld in A.1 en 2 st r. NLD 2 (= verkeerde kant): 2 st r, 7 st av (= 3 st van de 2e nld in A.1, mid st en 3 st van 2e nld in A.1), 2 st r. NLD 3 (= goede kant): 2 st r, brei de 3e nld in A.1, 1 st r (= mid st), 3e nld in A.1 en 2 st r. NLD 4 (= verkeerde kant): 2 st r, 11 st av (= 5 st van 4e nld in A.1, mid st en 5 st van 4e nld in A.1), 2 st r. Ga zo verder in het kantpatroon volgens het telpatroon. Dus brei elke nld aan de goede kant als volgt: 2 st r (kant st), kantpatroon volgens telpatroon A.1 (met meerderen), 1 st r (= mid st), kantpatroon volgens telpatroon A.1 (met meerderen) en 2 st r (kant st). Brei elke nld aan de verkeerde kant als volgt: 2 st r (kant st), av tot er 2 st over zijn en eindig met 2 st r (kant st). Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, zijn er in totaal 60 st gemeerderd (= 67 st op de nld) en kunt u een extra herhaling van het patroon breien – dit gebeurt automatisch als u breit volgens het telpatroon. Ga als A.1 een keer in de hoogte is gebreid verder in kantpatroon als volgt - lees TIP VOOR HET BREIEN 1 en 2: 1e NLD (= goede kant), 2 st r, brei A.2, A.3 en dan A.4, 1 st r (= mid st), brei A.2, A.3 en dan A.4 en eindig met 2 st r. NLD 2 (= verkeerde kant): 2 st r, av tot er 2 st over zijn en eindig met 2 st r. Ga zo verder in patroon volgens telpatroon A.2 – A.4 tot het werk ongeveer 50 cm meet langs de mid st – pas zo aan dat het na een hele herhaling in de hoogte is (dus na een heel blaadje). Brei het kantpatroon volgens telpatroon A.5, A.6 en A.7 op dezelfde manier tot 1 herhaling in de hoogte is gebreid, brei dan kantpatroon volgens telpatroon A.8, A.9 en A.10 op dezelfde manier tot 1 herhaling in de hoogte is gebreid. Kant dan losjes af als volgt – LET OP: het is zeer belangrijk dat u op deze manier losjes afkant, anders zal het niet lukken om de puntjes aan het einde mooi op te spannen: * kant 2 st af (trek de st wat lang u ze breit en kant ze losjes af), maak 1 losse omsl om de rechter nld, kant de omsl af *, herhaal van *-* de hele nld. OPSPANNEN: Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is. Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat. Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat en zet vast met spelden. LET OP: plaats eerst speld langs beide schuine zijden in iedere herhaling van het telpatroon waar 2 omsl zijn, steek de speld in de mid st, zo krijgt u de mooie puntjes. Laat de omslagdoek drogen. Herhaal dit opspannen iedere keer als de omslagdoek gewassen is. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (22)
Kirsten wrote:
Jeg har ikke helt forstået hvor de nr som står i strikke tips1 samt nr 2 ikke stå rigtigt da de er helt forkert de skulle nok ændres da mange ikke er klar over hvad der menes
06.06.2016 - 18:28DROPS Design answered:
Hej Kirsten. De henviser til diagrammerne nederst i mönstret. Laes ogsaa i opskriften og kig nederst paa mönstret.
07.06.2016 - 18:00Kathi wrote:
Ich komme nicht weiter. Habe jetzt 1x A1 gestrickt und 67M auf der Nadel. Ich wollte jetzt mit A2-4 weiter machen, aber ich verstehe den Satz nicht: Wenn A1 1x in der Höhe gestrickt wurde... und das Muster geht in einem zusätzlichen Mustersatz auf. Was bedeutet das? Irgendwie müssen die Diagramme doch mehrfach gestrickt werden, ansonsten wird das Tuch doch zu klein?
03.04.2016 - 19:18DROPS Design answered:
Liebe Kathi, über A.1 stricken Sie dann A.2/A.3/A.4. In A.2 und A.4 sind auch Aufnahmen integriert, so wächst das Tuch weiterhin. Beachten Sie auch den Satz im Stricktipp: " A.3, A.6 und A.9 zeigen 1 Mustersatz, der so oft wie möglich nach A.2, A.5 oder A.8 wiederholt wird, bevor noch genug M für A.4, A.7 oder A.10 übrig sind."
04.04.2016 - 10:15Lene wrote:
Jeg kan ikke gennemskue hvordan jeg skal fortsætte , når jeg har strikket A2,A3 og A4 1 gang og jeg skal høre brug af strikketipsene. Håber I kan forklare det på en anden måde,så jeg kan komme videre. På forhånd tak
22.09.2015 - 17:50DROPS Design answered:
Hej lene, Jo du starter med A.5 i kanten, gentager A.6 til du har det antal masker tilbage du skal bruge til A.7. Således strikker du på hver side af midtermasken. God fornøjelse!
23.09.2015 - 15:36Marjo wrote:
Tijdens het breien moet ik de lengte van het breiwerk meten,het is dus de bedoeling dat ik dat doe terwijl het werk nog niet is opgespannen. Aan de naald is het werk een stuk korter dan platliggend. Hoe meet ik dan voor de juiste lengte??
05.01.2015 - 14:51DROPS Design answered:
Hoi Marjo. Ja, je meet tijdens het breien. Leg het werk plat en rek een beetje voor het meten. Je kan het werk ook ophouden en meten.
06.01.2015 - 16:44Antje Schupp wrote:
Ist das hübsch!
10.09.2014 - 19:10Marja Nordin wrote:
Hej! Nånting stämmer inte med rapport A10, antalet maskor blir för få vartannat varv. Mönstret stämmer i övrigt fram till sista hoptagning före mittenmaskan och andra änden, men sedan fattas det en maska på båda ställen, har gått genom hela varvet, inga andra fel. Fattas det en ökning i beskrivningen?
10.06.2014 - 19:04DROPS Design answered:
Hej Marja. Diagrammet er korrekt. Du skal strikke det som fölger: A.8 har 1 ökning per gentagelse (du strikker 2e omslag med i A.8, i A.9 forbliver maskeantallet konstant (2 m strikkes vaek + 2 omslag) og i A.10 strikker du som A.8 kun 2 omslag og strikker 1 sammen (= +1 maske).
11.06.2014 - 17:03Virginie wrote:
Après la maille centrale, dans quel sens faut-il répéter les diagrammes, de droite à gauche ou en miroir de gauche à droite ?
13.04.2014 - 16:45DROPS Design answered:
Bonjour Virginie, après la m centrale, recommencez les diagrammes comme pour avant la m centrale: de droite à gauche sur l'end et de gauche à droite sur l'env. Bon tricot!
14.04.2014 - 09:16Albane wrote:
J'ai remplace les nopes de 7 mailles sur deux rangs par 5 mailles sur 5 rangs et le rendu est tres beau.
20.03.2014 - 11:52Mayaarifi wrote:
Donner moi le diagramme du point s il vous plait pour faire un essaie merci
02.01.2013 - 15:34Tejersiempre wrote:
Lo realize segun el patron pero no me quedo el borde que muestra la foto del modelo
27.08.2012 - 03:11