DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.41€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Autumn Love

Gebreide DROPS trui met raglan, gaatjesrand en koord, wordt van boven naar beneden gebreid in ”DROPS ♥ YOU #4” of ”Nepal”. Maat: S - XXXL.

DROPS Extra 0-937
DROPS design: Model nr. ne-135
Garengroep C
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ♥ YOU #4 van Garnstudio
450-500-550-600-650-700 gr. kleur nr. 2920, oranje

Of gebruik:
DROPS NEPAL van Garnstudio
450-500-550-600-650-700 gr. kleur nr. 2920, oranje

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD 5.5 mm (80 cm) - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 16 st x 20 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD 5 mm (80 cm) - voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.41€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Heen en weer gebreid op de nld: meerder 1 st aan de goede kant door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl gedraaid av.
In de rondte op de nld: meerder 1 st door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl gedraaid r.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st aan elke kant van de markeerder als volgt: brei tot er 3 st over zijn voor de markeerder, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, 2 st r (markeerder staat in het midden tussen deze st), brei de volgende 2 st r samen.
----------------------------------------------------------

RAGLAN:
De trui wordt vanaf de hals naar beneden gebreid. Brei eerst heen en weer tot alle st zijn opgezet voor het voorpand, brei dan verder in de rondte.
Zet 48-50-52-52-52-58 st op met rondbreinld 5.5 mm en oranje.
NLD 1 (= verkeerde kant): brei alle st av. Plaats 1 markeerder 8-8-8-8-6-6 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 8-8-8-8-6-6 st op de mouw aan elke kant, 32-34-36-36-40-46 st op het achterpand tussen de markeerders). Neem de markeerders gaandeweg mee in het werk.
NLD 2 (= goede kant): 2 st r, * meerder 1 st - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN, recht tot er 2 st over zijn voor de volgende markeerder, meerder 1 st, 4 st r (markeerder staat in midden tussen deze st), meerder 1 st, recht tot er 2 st over zijn voor volgende markeerder, meerder 1 st, 4 st r (markeerder staat in midden tussen deze st), meerder 1 st *, recht tot er 2 st over zijn op de nld, meerder 1 st, 2 st r = 6 st gemeerderd. Zet nu 4 st op de nld voor het voorpand = 58-60-62-62-62-68 st op de nld.
NLD 3: alle st av, zet aan het einde van de nld 4 st op = 62-64-66-66-66-72 st. Plaats 1 nieuwe markeerder 4 st vanaf elke kant om overgang tussen voorpand en mouwen aan te geven (= 4 st op voorpand aan elke kant, 4 markeerders in totaal in het werk).
NLD 4: 6 st r, (1e markeerder is na de eerste 4 st), herhaal van *-* vanaf 2e nld, r tot er 2 st over zijn voor laatste markeerder, meerder 1 st, 6 st r (laatste markeerder is voor de laatste 4 st) = 6 st gemeerderd. Zet 4 st op = 72-74-76-76-76-82 st op de nld.
NLD 5: alle st av, zet aan het einde van de nld 4 st op = 76-78-80-80-80-86 st (= 8 st op het voorpand aan elke kant).
NLD 6: 10 st r, (1e markeerder is na de eerste 8 st), herhaal van *-* van 2e nld, recht tot er 2 st over zijn voor laatste markeerder, meerder 1 st, 10 st r = 6 st gemeerderd (laatste markeerder is voor de laatste 8 st). Zet 11-12-13-13-15-18 st op = 93-96-99-99-101-110 st op de nld.
NLD 7: alle st av, zet aan het einde van de nld 11-12-13-13-15-18 st op = 104-108-112-112-116-128 st op de nld (= 19-20-21-21-23-26 st op het voorpand aan elke kant, 38-40-42-42-46-52 st op het achterpand en 14-14-14-14-12-12 st op elke mouw). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei dan het werk in de rondte op de nld als volgt:
NLD 1: * recht tot er 2 st over zijn voor volgende markeerder, meerder 1 st, 4 st r (markeerder staat tussen deze st), meerder 1 st *, herhaal van *-* nog 3 keer (= 4 keer in totaal), brei de rest van de nld recht = 8 st gemeerderd.
NLD 2: brei alle st recht.
Meerder 8 st op de nld op dezelfde manier - dus meerder 1 st aan elke kant van elke markeerder - om de nld nog 10-11-12-17-20-21 keer (11-12-13-18-21-22 keer meerderen in totaal op het voorpand) en dan elke 4e nld nog 3-3-3-1-0-0 keer. Als alle meerderen gedaan is, staan er 216-228-240-264-284-304 st op de nld (= 66-70-74-80-88-96 st op het voorpand en achterpand, 42-44-46-52-54-56 st op elke mouw). LET OP! Plaats 1 markeerder in de midden op het voorpand (markeert het laagste punt van de raglan op het voorpand).

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid.
Brei volgende nld als volgt: brei 66-70-74-80-88-96 st van het voorpand, * zet de volgende 42-44-46-52-54-56 st (= mouw) op 1 hulpdraad, zet 6-8-10-12-14-16 st op voor armsgat *, brei de volgende 66-70-74-80-88-96 st van het achterpand, herhaal van *-* nog 1 keer = 144-156-168-184-204-224 st op de nld. Brei dan in tricotst over alle st. Ga bij een hoogte van 57-59-60-62-64-66 cm in totaal (gemeten op het achterpand) verder met rondbreinld 5 mm. Brei 1 nld av, brei 1 nld recht, brei 1 nld av en kant af met rechte st in de volgende nld.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop 5.5 mm.
Zet 3-4-5-6-7-8 st op met breinld zonder knop en oranje, neem 42-44-46-52-54-56 st op van de hulpdraad van een mouw, zet 3-4-5-6-7-8 st op met breinld zonder knop = 48-52-56-64-68-72 st in totaal (= 6-8-10-12-14-16 st voor het armsgat). Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld (= midden onder de mouw). LET OP: Meet het werk nu vanaf hier.
Ga verder en brei 3 cm in tricotst in de rondte. Minder in de volgende nld 1 st - LEES TIP VOOR HET MINDEREN - aan elke kant van de markeerder. Herhaal dit minderen elke 5½-5-4-2½-2½-2 cm nog 6-7-8-12-13-14 keer (7-8-9-13-14-15 keer in totaal) = 34-36-38-38-40-42 st. Ga verder in tricotst tot het werk 41-40-40-39-39-38 cm meet. Ga in de volgende nld verder met breinld zonder knop 5 mm, brei r en meerder TEGELIJKERTIJD 10-8-10-10-12-10 st gelijkmatig verdeeld over de nld = 44-44-48-48-52-52 st. Ga verder en brei boordsteek als volgt: * 2 st r, 2 st av *, herhaal van *-* de hele nld. Kant als de boordsteek 5 cm meet losjes alle st af met recht boven recht en averecht boven averecht; de mouw meet ongeveer 46-45-45-44-44-43 cm (kortere mouwen voor de grotere maten omdat deze bredere schouders hebben).

AFWERKING:
Naai openingen onder mouwen dicht.

HALSRAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanaf middenvoor. Begin middenvoor en neem aan de goede kant ongeveer 90 tot 110 st op met rondbreinld 5.5 mm langs de hals. Neem nog 1 extra st op in elke van de eerste 2 st opgenomen steken. Zo zullen begin en einde van de halsrand overlappen middenvoor. Keer het werk en brei recht aan de verkeerde kant. Keer het werk, brei de eerste 2 st r samen aan de goede kant, brei de rest van de nld recht. Keer het werk, brei de eerste 2 st av samen, brei de rest van de nld av. Keer het werk en brei de eerste 2 st r samen, 1 st r, * 2 st r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* de hele nld en eindig met 3 st r. Keer en brei alle st en omsl recht aan de verkeerde kant. Kant af met rechte st aan de goede kant. De halsrand meet ongeveer 3 cm.

GEDRAAID KOORD:
Knip 2 draden van 3 meter elk. Draai de draden om elkaar heen totdat ze gaan krullen, vouw ze dan dubbel en laat ze om elkaar heen krullen. Leg een knoopje in elk uiteinde. Rijg het koord door de nld met gaatjes langs de hals.

Telpatroon

symbols = breirichting
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-937

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (22)

country flag Julie wrote:

I am ready to add the sleeves to the sweater. The pattern instructs to cast on 6 stitches, work stitches on holder and then cast on 6 stitches. Shouldn't this be pick up 6 stitches from under the arm, work stitches on holder and then pick up 6 more stitches under arm? There will be a huge hole if those stitches aren't added in to the sleeve. Thank you!

25.01.2015 - 22:42

DROPS Design answered:

Dear Julie, to work the sleeve, you first cast on 6 sts (in 4th size)), then work the sts on the st holder and cast on 6 sts at the end of row and work then sleeve in the round. The 12 new sts will be then sewn to the 12 sts you have bound off for armhole on body (see video below). Happy knitting!

26.01.2015 - 10:39

country flag Dominique wrote:

Bonjour Je suis arrivee au 7eme rang qui est envers et ne comprends pas comment tricoter en rond le suivant a l'endroit. Si je ferme le cercle c'est sur l'envers faut il couper le fil? Merci de votre reponse.

24.04.2014 - 14:21

DROPS Design answered:

Bonjour Dominique, après le 7ème rang (sur l'envers), tournez pour continuer sur l'endroit, et continuez en rond (sur l'endroit) comme indiqué. Vous allez fermer l'ouvrage en rond à la fin du 8ème rang (=1er tour). Bon tricot!

24.04.2014 - 14:49

country flag Dominique wrote:

Bonjour Je suis arrivee au 7eme rang qui est envers et ne comprends pas comment tricoter en rond le suivant a l'endroit. Si je ferme le cercle c'est sur l'envers faut il couper le fil? Merci de votre reponse.

24.04.2014 - 14:08

country flag G. Nyström wrote:

Jag erkänner att det här är min första tröja, så därför en, troligen dum, fråga - jag förstår inte varför jag ska öka (raglan) genom omslag, istället för att öka 'osynligt i maskan under', som ni visar i en video. Hur jag än gör, vriden maska eller inte - det blir ett hål. Med vriden maska blir det mindre, men inte så litet som om jag gör enl metoden osynlig i maskan under. Jag vet i och för sig att det normalt är hål vid raglan, men borde det inte vara bättre att minimera dem?

13.02.2014 - 02:43

DROPS Design answered:

Du kan välja helt själv :) Om du vill ha ökningen mer osynlig så använd gärna metoden "osynlig i m under".

13.02.2014 - 21:10

country flag Birgit wrote:

Hallo, müssen nach der letzten Zunahme für die Raglanblende (bei Größe M) noch einmal 3 Runden glatt rechts gestrickt werden, bevor die Ärmel stillgelegt werden und der Rumpf weiter gestrickt wird oder wird mit den Umschlägen für die Zunahme aufgeteilt. In der Anleitung schließt sich die Aufteilung direkt an die letzte Zunahme an. Vielen Dank für eine Antwort.

31.01.2014 - 17:30

DROPS Design answered:

Liebe Birgit, es wird direkt nach der letzten Aufnahme geteilt.

03.02.2014 - 08:47

country flag Tiiu wrote:

Eestikeelses mustris on tõlkeviga. Raglaani tuleb kasvatada igal teisel real, mitte igal real nagu mustris kirjas on.

02.01.2014 - 23:42

country flag BOILLOT wrote:

Puis-je tricoter la laine NEPAL UNI COLOUR ou NEPAL MIX à la machine à tricoter.

07.11.2013 - 18:47

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Boillot, Chaque machine à tricoter est différente, référez-vous à la notice de la vôtre et n'hésitez pas à demander conseil à votre magasin DROPS ou sur un forum de tricoteuses machine. Bon tricot!

08.11.2013 - 09:29

country flag Nicole wrote:

Bonjour, J'ai fais les augmentations pour les emmanchures, comme indiqué dans le modèle, mais cela fait des trous et c'est pas très joli. J'ai essayé de tricoter plus serré, mais le trou reste. Avez-vous une solutions. Merci d'avance.

06.11.2013 - 13:10

DROPS Design answered:

Bonjour Nicole, tricoter le jeté torse à l'end au tour suivant peut donner de petits trous qui diminuent après lavage et blocage. Vous pouvez également utiliser une autre méthode pour augmenter si vous préférez. Bon tricot !

06.11.2013 - 18:14

country flag Nicole wrote:

Bonjour, j'ai fais les augmentations au niveau du raglan et emmanchures, comme indiqué dans le modèle mais cela fait des trous (pas très jolis) avez vous une solution? Merci pour vos conseils.

06.11.2013 - 13:07

country flag Jane wrote:

Comment fait-on pour augmenter des mailles à la fin d'un rang ?

18.10.2013 - 21:38

DROPS Design answered:

Bonjour Jane, Pour monter les mailles en fin de rang (emmanchures), procédez comme dans la vidéo ci-dessous. Bon tricot!

19.10.2013 - 10:35