DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.33€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Venezia Top

Gebreide DROPS top met kantpatroon aan de zijkanten en A-lijn, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Belle”. Maat: S - XXXL.

DROPS 168-33
DROPS design: Model nr. vs-014
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BELLE van Garnstudio
350-400-400-450-500-550 gr. kleur nr. 06, zilver

DROPS RONDBREINLD (60 en 80 cm) 4,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 20 st x 26 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.33€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door een omsl te maken.
Brei de omsl in de volgende nld gedraaid av (dus brei in de achterste lus van de omsl in plaats van de voorste) om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

TOP:
Wordt van boven naar beneden gebreid. Brei eerst het voorpand en achterpand apart, heen en weer tot het armsgat en brei dan in de rondte.

ACHTERPAND:
Brei de rechterschouder als volgt:
Zet 16-17-17-18-20-20 st op met rondbreinld 4,5 mm en Belle. Brei als volgt (1e nld = aan de goede kant): 3 st in RIBBELST - zie uitleg boven (= richting de hals), brei 10-11-11-12-14-14 st in tricotst, 3 st in ribbelst (= richting armsgat). Ga zo verder tot er 4 nld in tricotst zijn gebreid naast de 3 st in ribbelst aan elke kant. Meerder in de volgende nld 1 st naast de 3 st in ribbelst richting de hals - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN = 17-18-18-19-21-21 st. Brei 1 nld aan de verkeerde kant en laat het werk rusten.
Brei de linkerschouder als volgt:
Zet en brei als rechterschouder maar in spiegelbeeld. Dus meerder 1 st voor de 3 st in ribbelst richting de hals op de 5e nld in tricotst. Brei 1 nld aan de verkeerde kant. Keer en brei als hiervoor over alle st. Zet aan het einde van de nld 35-35-37-37-39-39 nieuwe st op voor de hals en brei dan de 17-18-18-19-21-21 st van de rechterschouder op de nld = 69-71-73-75-81-81 st. Brei de nieuwe st voor de hals in ribbelst. Als er 2 ribbels zijn gebreid over deze st, ga dan verder in tricotst naast de 3 st in ribbelst aan elke zijkant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder bij een hoogte van 13-12-12-10-10-7 cm vanaf de opzetrand 1 st naast de 3 st in ribbelst aan elke kant voor het armsgat. Herhaal dit meerderen elke nld aan de goede kant nog 2-4-6-9-11-16 keer = 75-81-87-95-105-115 st. Brei 1 nld aan de verkeerde kant na de laatste meerdering en laat het werk rusten.

VOORPAND:
Brei de linkerschouder als volgt:
Zet 16-17-17-18-20-20 st op met rondbreinld 4,5 mm en Belle. Brei als volgt (1e nld = aan de goede kant): 3 st in ribbelst (= langs de hals), brei 10-11-11-12-14-14 st in tricotst, 3 st in ribbelst (= richting de zijkant).
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Ga zo verder en meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 7-8-7-8-8-9 cm voor de hals (- zie uitleg onder) en meerder bij een hoogte van 13-12-12-10-10-7 cm voor de armsgaten op dezelfde manier als op het achterpand. LET OP: in maat XXXL begint het meerderen voor de armsgaten voordat het meerderen voor de hals begint.

MEERDEREN HALS:
Meerder 1 st naast de 3 st in ribbelst richting de hals. Herhaal dit meerderen elke nld aan de goede kant nog 4-4-5-5-6-6 keer = 5-5-6-6-7-7 st gemeerderd voor de hals. Als alle meerderingen gemaakt zijn, brei dan 1 nld aan de verkeerde kant. Laat het werk rusten.

Brei de rechterschouder als volgt:
Zet en brei als de linkerschouder maar in spiegelbeeld. Dus meerder 1 st voor de 3 st in ribbelst richting de hals.
Als alle meerderingen voor de hals gemaakt zijn, brei dan 1 nld aan de verkeerde kant. Keer en brei als hiervoor over alle st. Zet aan het einde van de nld 27 nieuwe st op voor alle maten voor de hals, brei dan alle st van de linkerschouder op de nld. Ga zo verder heen en weer (ga verder met meerderen voor de armsgaten) tot er 2 ribbels zijn gebreid over de nieuwe st voor de hals.
Ga verder in tricotst naast de 3 st in ribbelst aan elke zijkant. Als alle meerderen voor de armsgaten is gedaan, staan er 75-81-87-95-105-115 st op de nld. Brei na de laatste meerdering 1 nld aan de verkeerde kant. Keer en brei over alle st op het voorpand, zet 3-5-7-9-11-13 nieuwe st op voor het armsgat, brei 75-81-87-95-105-115 st van het achterpand op dezelfde rondbreinld en zet 3-5-7-9-11-13 nieuwe st op voor het armsgat = 156-172-188-208-232-256 st op de nld. Het begin van de nld is na de laatste 3-5-7-9-11-13 nieuwe st.

LIJF:
Brei dan in de rondte op de rondbreinld. MEET NU HET WERK VAN HIER.
Ga nu verder in patroon als volgt: Brei 3 st in ribbelst, ga verder in tricotst als hiervoor over de volgende 69-75-81-89-99-109 st, 9-11-13-15-17-19 st in ribbelst, tricotst over de volgende 69-75-81-89-99-109 st, 6-8-10-12-14-16 st in ribbelst. Ga zo verder tot er 2 ribbels zijn gebreid over de nieuwe st voor de armsgaten. Brei dan in tricotst tot er 12-13-14-15-16-17 st over zijn voor het begin van de nld. Dit is nu het begin van de nld.

Brei nu als volgt: plaats een markeerder, brei A.1 (= 10 st in de eerste nld), A.2 (= 11 st in de eerste nld), plaats een markeerder, brei in tricotst over de volgende 57-65-73-83-95-107 st, plaats een markeerder, A.1, A.2, plaats een markeerder, brei in tricotst over de overgebleven 57-65-73-83-95-107 st. LET OP: neem de markeerders mee in de hoogte zodat het makkelijker is om onderscheid te maken tussen het kantpatroon en de tricotsteek. Het deel in tricotst blijft constant, er wordt gemeerderd in de delen met kantpatroon aan de zijkanten. Ga zo verder in patroon tot A.1 en A.2 een keer in de hoogte zijn gebreid. Er staan nu 200-216-232-252-276-300 st op de nld en het werk meet ongeveer 19 cm in alle maten.

Herhaal dan A.X in de hoogte en TEGELIJKERTIJD ga verder met meerderen in de telpatronen als hiervoor: Dus het kantpatroon aan elke kant wordt vermeerderd met 12 st en er zijn 2 gaatjesranden (1 gaatjesrand = 1 mindering en 1 omsl) meer in A.1 en A.2 aan elke kant elke keer dat A.X 1 keer in de hoogte wordt gebreid. Bij een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm staan er ongeveer 320-336-352-376-404-432 st op de nld. Brei 1 nld in tricotst. Brei dan 2 ribbels. Kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Zorg dat de naden niet te strak worden

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 06.09.2016
Correctie LIJF: Brei dan in tricotst tot er 12-13-14-15-16-17 st over zijn voor het begin van de nld. Dit is nu het begin van de nld.

Telpatroon

symbols = r
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei op de volgende nld de omsl recht zodat gaatjes ontstaan
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 168-33

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (38)

country flag Cath wrote:

Hello My question is the same as the one on 07/05/16, 03:27 from Brenda but I don't see your reply. Shouldn't A1 and A2 be centred under the armhole?

24.06.2016 - 19:43

DROPS Design answered:

Dear Cath, beg on round is mid under arm, count the number of sts between mid under arm (mid of new sts cast on) and number of sts for your size, so that A.1 and A.2 will be centered under armhole. Happy knitting!

27.06.2016 - 08:29

country flag Mariolina wrote:

Quando è scritto " aumentare dopo 12 cm dal bordo di avvio" si intende il bordo di avvio della spalla o del collo?

14.06.2016 - 17:55

DROPS Design answered:

Buonasera Mariolina, le misure si intendono dall'inizio del lavoro, quindi dall'avvio della spalla. Buon lavoro!

14.06.2016 - 18:19

country flag Vanessa Machado wrote:

Boa tarde, apesar de tentar perceber as questoes acima, continuo sem entender como se faz o aumento de AX, acrescenta-se um ajour em cada carreira? Onde? No meio do esquema? Os lados devem manter-se? Obrigado

28.05.2016 - 22:24

DROPS Design answered:

Basta tricotar A.X em todas as malhas do ponto rendado. Ao tricotar A.X, irá continuar a fazer laçadas como antes num novo número de malhas e, desta forma, fará automáticamente os aumentos. Bom tricô!

30.05.2016 - 11:45

Brenda Zmean wrote:

I have progressed to the body but I am confused with putting the markers. If I follow the directions the markers are not evenly placed according to each side in the front the marker on the left is further to the centre and the right side is close to the side under the arm. Could you please clarify... Brenda

07.05.2016 - 03:27

DROPS Design answered:

Dear Mrs Zmean, diagrams should be centered mid under arm, beg of round = mid under arm. Happy knitting!

18.07.2016 - 09:53

country flag Karen wrote:

You say repeat AX over all sts in pattern but the section will have 43 sts for 31 sts so how do i work the extra sts. what does continue eyelets as before on the new number of sts and continue inc mean can you lay it out for me please

29.04.2016 - 18:48

DROPS Design answered:

Dear Karen, the extra sts will be worked as the other from same row, A.1X will finish with K1, YO on the first rounds, and A.2X will start with K1, YO, ie work beg and end of repeats as before and continue eyelets in between as you did. Happy knitting!

29.04.2016 - 19:21

country flag Karen wrote:

I am working on this Venezia Top pattern. I am confused when i finish all of A1 and A2 it says to repeat AX but i will have 43 sts in the section and the AX section starts with about 31 sts so how do I work the section having more sts So please explain Thanks

28.04.2016 - 22:13

DROPS Design answered:

Dear Karen, repeat A.X over all sts in pattern, ie continue working eyelets as before on the new number of sts and you will continue increase automatically. Happy knitting!

29.04.2016 - 08:56

country flag Karen wrote:

In the Venezia Top pattern. it says to inc 1 st inside the 3 sts garter st towards the neck (back piece about 4 lines down). My question is after that inc do you still only keep 3 garter sts or does the amount of garter sts inc and also since inc is within the garter sts, the pattern says on wrong side to purl in back loop since the inc is within the garter st do i do the purl or still knit it since the garter st i knit all rows

23.04.2016 - 18:47

DROPS Design answered:

Dear Karen, the inc are worked in stocking st, ie you will keep 3 sts in garter st towards the neck and 3 sts in garter st towards the armhole. Happy knitting!

25.04.2016 - 10:06

country flag Eva Schlager wrote:

Liebes Drops Team, ich habe jetzt das Diagramm A1 und A2 einmal in der Höhe gestrickt und sollte jetzt mit A.X weitermachen. Allerdings verstehe ich das nicht. Ich habe jetzt 43 Maschen (21 Maschen für A1 und 22 Maschen für A2) mit Lochmuster auf der Nadel und A.X beginnt mit 15 Maschen für A1 . Was mache ich mit den restlichen 6 bzw. 7 Maschen ?? Ich stehe auf dem Schlauch und hoffe sie können mir helfen

24.03.2016 - 14:52

DROPS Design answered:

Liebe Eva, den Übergang von A.1 bzw. A.2 zu A.x stricken Sie wie im Diagramm dargestellt, es ist an dieser Stelle alles abgebildet. Bei der Wiederholung von A.x gibt es - wie im Text beschrieben - jeweils 2 Lochstreifen mehr. Gutes Gelingen!

26.03.2016 - 08:43

country flag Gunda Poll wrote:

Einfach fantastisch, diese Kollektion, wo soll ich nur anfangen, eins schöner als das andere, herrlich, danke, tausendmal danke!!!

10.02.2016 - 09:15

country flag Debra Hataley wrote:

Need clarification on instructions for chart A.1 & A.2 and A.X - very confusing!!!

09.02.2016 - 19:18

DROPS Design answered:

Dear Mr Hataley, you are welcome to ask your question here so that we can help - you can also request help from your DROPS store. Happy knitting!

10.02.2016 - 10:09