DROPS Cloud
DROPS Cloud
72% alpaca, 21% polyamide, 7% Wool
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Winter Cozy

De set bevat: gebreide DROPS muts van “Cloud” of "Air" en omslagdoek zijdelings gebreid in ribbelst met kabelrand van “Cloud” of "Air".

DROPS 172-10
DROPS design: Model nr. co-040
Garengroep E of C en C
----------------------------------------------------------
MUTS:
Maat: S/M – L/XL
Hoofdomtrek: ongeveer 54/56 - 58/60 cm
Materiaal:
DROPS CLOUD van Garnstudio
50-100 gr. kleur nr. 03, parelgrijs

Of gebruik 2 draden:
DROPS AIR van Garnstudio
100-150 gr. kleur nr. 03, parelgrijs

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 cm) 7 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 12 st x 16 nld in tricotst = 10 x 10 cm.

OMSLAGDOEK:
Maten: ongeveer 45 cm hoog in het midden en ongeveer 165 cm langs van punt tot punt.
Materiaal:
DROPS CLOUD van Garnstudio
250 gr. kleur nr. 03, parelgrijs

Of gebruik 2 draden:
DROPS AIR van Garnstudio
300 gr. kleur nr. 03, parelgrijs

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 8 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 11 st x 22 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS KABELNLD - voor de kabelrand.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cloud
DROPS Cloud
72% alpaca, 21% polyamide, 7% Wool
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

MUTS:

TIP VOOR HET MINDEREN:
1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
----------------------------------------------------------

MUTS:
Zet 56-60 st op met rondbreinld 7 mm en Cloud of 2 draden Air. Brei 4 nld in tricotst (= rolrand). Brei de volgende nld als volgt: * 1 r, 1 av *, herhaal van *-* de hele nld. Brei nog 1 nld met recht boven recht en averecht boven averecht. Ga dan verder in tricotst tot het werk klaar is. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot een hoogte van 21-22 cm en plaats dan 8-10 markeerders in het werk, met 7-6 st tussen elke markeerder. Minder op de volgende nld 1 st na elke markeerder - ZIE TIP VOOR HET MINDEREN (= 8-10 st geminderd). Minder zo om de nld in totaal 3 keer, dan elke nld in totaal 2 keer. Brei op de volgende nld alle st 2 aan 2 gedraaid recht samen = 8-5 st op de nld. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast. Het werk meet ongeveer 26-27 cm van boven naar beneden (incl. rolrand).
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:

TIP VOOR HET BREIEN:
Brei de omslagdoek in ribbelst met een kabelrand langs de onderkant. Brei deze kabelrand over de buitenste 12 st. Brei geen kant st naast de kabel, dus brei de buitenste st in A.1 normaal in tricotsteek, op de goede en de verkeerde kant, anders zal de kabel niet mooi omrollen.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET METEN:
Meet de omslagdoek langs de rechte rand zonder meerderingen/minderingen.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt zijdelings gebreid. Zet 3 st op met rondbreinld 8 mm en Cloud of 2 draden Air en brei als volgt:
NLD 1 (= goede kant): brei alle st recht.
NLD 2 (= verkeerde kant): 2 r, 1 r voor en achter in volgende st = 4 st op de nld.
NLD 3 (= goede kant): 1 r, 1 omsl, 3 r = 5 st.
NLD 4 (= verkeerde kant): 3 r, brei omsl gedraaid av, 1 av.
NLD 5 (= goede kant): 2 r, 1 omsl, 3 r = 6 st.
NLD 6 (= verkeerde kant): 3 r, brei omsl gedraaid av, 2 av.
NLD 7 (= goede kant): 3 r, 1 omsl, 3 r = 7 st.
NLD 8 (= verkeerde kant):3 r, brei omsl gedraaid av, 3 av.
NLD 9 (= goede kant): 4 r, 1 omsl, 3 r = 8 st.
NLD 10 (= verkeerde kant): 3 r, brei omsl gedraaid av, 4 av.
NLD 11 (= goede kant): 5 r, 1 omsl, 3 r = 9 st.
NLD 12 (= verkeerde kant): 3 r, brei omsl gedraaid av, 5 av.
NLD 13 (= goede kant): 1 r voor en achter in elke van de eerste 6 st, plaats 1 markeerder, 3 r = 15 st.
NLD 14 (= verkeerde kant): 3 r, markeerder, 12 av.

Ga verder en brei en meerder als volgt - LEES TIP VOOR HET BREIEN EN DENK OM DE STEKENVERHOUDING.
NLD 1 (= goede kant): brei in patroon volgens telpatroon A.1 over de eerste 12 st, brei 2 st in eerste st na de markeerder en brei de rest van de nld r (= 1 st gemeerderd).
NLD 2 (= verkeerde kant): r tot markeerder en A.1 over de laatste 12 st.
NLD 3 (= goede kant): A.1 over de eerste 12 st, markeerder, brei de rest van de nld r.
NLD 4 (= verkeerde kant): r tot markeerder en A.1 over de laatste 12 st.
Herhaal 1e-4e nld (dus meerder 1 st elke 4e nld) tot er 56 st op de nld staan. Het werk meet nu ongeveer 81 cm - LEES TIP VOOR HET METEN.

Brei nu verkorte toeren zodat de kabel niet gaat trekken in de punt, brei als volgt:
* Brei 2 nld heen en weer over de 12 st in A.1, brei 2 nld heen en weer over alle st op de nld als hiervoor maar meerder niet*, herhaal van *-* 3 keer in totaal, brei dan weer 2 nld heen en weer over de 12 st van A.1.

Brei dan en minder als volgt:
NLD 1 (= goede kant): brei in patroon volgens telpatroon A.1 over de eerste 12 st, brei de 2 eerste st na de markeerder r samen en brei de rest van de nld r (= 1 st geminderd).
NLD 2 (= verkeerde kant): r tot de markeerder en A.1 over de laatste 12 st.
NLD 3 (= goede kant): A.1 over de eerste 12 st, markeerder, brei de rest van de nld r.
NLD 4 (= verkeerde kant): r tot markeerder en A.1 over de laatste 12 st.
Herhaal 1e-4e nld (dus minder 1 st elke 4e nld) tot er 15 st over zijn op de nld (Het werk meet nu ongeveer 159 cm).

Brei dan als volgt:
NLD 1 (= goede kant): brei alle st in A.1 2 aan 2 recht samen, markeerder, 3 r = 9 st over op de nld.
NLD 2 (= verkeerde kant): 3 r, 6 av.
NLD 3 (= goede kant): 4 r, 2 r samen, 3 r = 8 st.
NLD 4 (= verkeerde kant): 3 r, 5 av.
NLD 5 (= goede kant):3 r, 2 r samen, 3 r = 7 st.
NLD 6 (= verkeerde kant): 3 r, 4 av.
NLD 7 (= goede kant):2 r, 2 r samen, 3 r = 6 st.
NLD 8 (= verkeerde kant):3 r, 3 av.
NLD 9 (= goede kant): 1 r, 2 r samen, 3 r = 5 st.
NLD 10 (= verkeerde kant): 3 r, 2 av.
NLD 11 (= goede kant): 2 r samen, 3 r = 4 st.
NLD 12 (= verkeerde kant): 4 r.
NLD 13 (= goede kant): 2 r samen, 2 r.
NLD 14 (= verkeerde kant): Kant af met r.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = zet 6 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 6 r, 6 r van de kabelnld
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 172-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (40)

country flag Mari Carmen wrote:

Buenos días. En el patrón en español creo que hay un error. Cuando llegas al centro, al empezar las vueltas acortadas, pone trabajar 2 vueltas de ida y vuelta sobre los 1 puntos del gráfico, y creo que en vez de 1 deben ser 12. Gracias y saludos.

11.01.2018 - 06:52

country flag Anja wrote:

Das Tuch soll "dünner" werden - das Wort fehlt in meiner Frage irgendwie...

05.12.2017 - 10:37

country flag Anja wrote:

Ich würde dieses Tuch gern mit einem Faden Drops Nepal stricken, sodass es wird, aber an sich dieselben Maße hat. Mein Plan ist, die Maschenzunahmen so lange zu wiederholen, bis, wie in der Anleitung geschrieben, das Tuch 81 cm lang ist und dann ebenso viele Abnahmen zu machen, um wieder auf die angegebenen 15 Maschen zu kommen. Müsste ich dann im Mittelteil mehr verkürzte Reihen stricken, damit sich der Zopf nicht spannt?

05.12.2017 - 10:35

DROPS Design answered:

Liebe Anja, leider können wir nicht jeder unserer Anleitung nach jeder persönnlichen Anfrage anpassen. Gerne kann Ihnen Ihr DROPS Laden damit helfen. Viel Spaß beim stricken!

05.12.2017 - 11:22

country flag IOLANDA wrote:

Continuare a lavorare e ad aumentare in questo modo FERRO 1 (= diritto del lavoro): Lavorare il diagramma A.1 sulle prime 12 m, lavorare 2 volte la prima m dopo il segno e lavorare le restanti m a dir (= 1 m aumentata). mi sono persa....scusate potete aiutarmi? esempio il ferro 15/16/17,...ecc grazie

22.11.2017 - 11:56

DROPS Design answered:

Buongiorno Iolanda. Ferro 15: Ci sono 15 maglie. Sulle prime 12 maglie lavora il diag. A1, passa il segno, lavora poi la maglia successiva sia nel filo davanti che in quello dietro (1 maglia aumentata) e poi lavora le altre maglie a diritto = 16 maglie. Ferro 16: lavora 4 m a diritto, passa il segno, A.1 sulle ultime 12 m (lavora queste 12 m a rovescio). Ferro 17: A1 sulle prime 12 m, passa il segno, a diritto le altre 4 m. Ferro 18: come il 16. E così via. Buon lavoro!

22.11.2017 - 14:41

country flag IOLANDA wrote:

Buongiorno, scusate la domanda non dsono molto brava con gli schemi. quando nella spiegazione dite lavorate il diagramma A1 si intende il motivo treccia giusto?in brave scusate ancor aogni quanti ferri bisogna lavorare il diagramma ?grazie

20.11.2017 - 18:53

DROPS Design answered:

Buongiorno Iolanda, il diagramma A.1 è lavorato sulle prime 12 maglie sul diritto del lavoro e sulle ultime 12 maglie dal rovescio del lavoro. I diagrammi si leggono da destra verso sinistra e dal basso verso l'alto. Gli intrecci sono sul 3° e 11° ferro del diagramma. Buon lavoro!

21.11.2017 - 09:41

country flag Véronique wrote:

Bonjour j'aimerai savoir par quelle qualité remplacer la Cloud puisqu'il s'agit d'une qualité supprimée merci d'avance

18.11.2017 - 14:38

DROPS Design answered:

Bonjour Véronique, vous pouvez utiliser 2 fils Air pour conserver les mêmes caractéristiques de la laine ou bien une autre laine du groupe E (comme Cloud) ou 2 fils du groupe C (comme Air) - vous trouverez ici plus d'infos sur les alternatives . Bon tricot!

20.11.2017 - 08:57

country flag Paquerette Gagnon wrote:

Je ne suis pas certaine de bien comprendre les rangs raccourcis, est que je dois tricoter: 8 rangs sur toutes les mailles, sans augmentation mais en continuant la torsade. Merci de me le confirmer rapidement car je suis rendu à ce point sur mon tricot.

08.05.2017 - 18:29

DROPS Design answered:

Chere Parquerette! Il faut * Tricoter 2 rangs sur les 12 premières m de A.1, 2 rangs sur toutes les mailles comme avant mais ne pas augmenter*, répéter de *-* 3 fois au total, puis tricoter de nouveau 2 rangs sur les 12 m de A.1. En meme temps que vous travaillez sur toutes les mailles (sans augmentation), vous continuez la torsade. Bon tricot!

08.05.2017 - 19:51

country flag Paquerette Gagnon wrote:

Je ne comprends pas comment faire le rang raccourci dans le modèle 172-10....SVP, j'aimerais avoir d'autres explications. Merci!

08.05.2017 - 16:27

Iris wrote:

The section of the shawl where the point is I don't understand that part could you explain..Thank you Now work short rows to avoid a tight cable over the tip as follows: * Work 2 rows back and forth over the 12 sts in A.1, work 2 rows back and forth over all sts on row as before but do not inc *, repeat from *-* 3 times in total, then work 2 rows back and forth over the 12 sts A.1 again.

17.12.2016 - 22:28

DROPS Design answered:

Dear Iris, work the next 2 rows over the first 12 sts as before (= work A.1 over these 12 sts c ontinuing diagram), then work 2 rows over all sts (continue A.1) - repeat these 4 rows a total of 3 times, (= you have worked a total of 12 rows over A.1 and only 6 rows over all sts. Then work 2 rows over the first 12 sts in A.1 only - see below how to work short rows. Happy knitting!

19.12.2016 - 09:44

country flag Helene wrote:

Bonjour! A la section des rgs raccourcis, vous indiquez de tricoter 2rgs sur les 12premières mailles de A1, 2rgs sur toutes les mailles comme avant mais ne pas augmenter. Je ne comprends pas est-ce que je dois reprendre les rgs de 1à 16. Je ne sais pas quoi faire. Pouvez-vous m'aider? Merci,

28.09.2016 - 13:53

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, quand l'ouvrage mesure 81 cm, on ne répète plus les rangs 1-4 mais on tricote maintenant des rangs raccourcis: *2 rangs sur les 12 m de A1, 2 rangs sur toutes les mailles*, répétez de *-* 3 fois au total (= 12 rangs au total mais seulement 6 sur toutes les mailles) et terminez par 2 rangs sur les 12 m de A.1 - pendant ces 14 rangs, continuez A.1 comme avant (avec la torsade quand il faut), mais quand vous tricotez toutes les mailles, n'augmentez pas comme vous faisiez au rang 1 de la série des rangs 1-4. Bon tricot!

28.09.2016 - 14:38