DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Midnight Roads

Gebreid DROPS vest in ribbelst met sjaalkraag, wordt zijdelings gebreid van ”Fabel”. Maat: S - XXXL.

DROPS 173-14
DROPS design: Model nr. fa-363
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS FABEL van Garnstudio
200-250-250-300-350-350 gr, kleur nr. 905, zout en peper
200-250-250-300-350-350 gr. kleur nr. 400, zwart

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 42 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS KNOOP GEGRAVEERD, NR. 525: 4-4-4-4-5-5 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

STREPEN LIJF:
NLD 1: r met zout en peper
NLD 2: r met zout en peper
NLD 3: r met zwart
NLD 4: r met zwart

STREPEN MOUW:
Brei als volgt 14 cm lang:
4 nld met zwart
4 nld met zout en peper
Brei dan als volgt tot het werk klaar is:
2 nld zwart
2 nld zout en peper
----------------------------------------------------------

RECHTERVOORPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanaf de zijkant en richting middenvoor. De pijlen op het telpatroon geven de breirichting aan.

Zet 46-49-51-55-57-59 st op met rondbreinld 4 mm en zout en peper. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant over alle st. Plaats 1 markeerder in de 7e-7e-7e-9e-9e-9e st (gezien aan de goede kant). Brei dan als volgt:
NLD 1 (aan de goede kant met zout en peper): 1 r, 1 omsl, 5-5-5-7-7-7 r, 1 omsl, 1 r (= st met markeerder), 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 38-41-43-45-47-49 r. Keer = 50-53-55-59-61-63 st op de nld.
NLD 2 (aan de verkeerde kant met zout en peper): brei alle st recht. Brei de omsl aan de verkeerde kant altijd r zodat er gaatjes ontstaan
NLD 3 (aan de goede kant met zout en peper): brei de eerste 8-8-8-10-10-10 st r (tot st met markeerder), keer.
NLD 4 (aan de verkeerde kant met zout en peper): trek de draad aan en 8-8-8-10-10-10 st r.
NLD 5 (aan de goede kant met zwart): 1 r, 1 omsl, 7-7-7-9-9-9 r, 1 omsl, 1 r (= st met markeerder), 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 40-43-45-47-49-51 r. Keer = 54-57-59-63-65-67 st op de nld.
NLD 6 (aan de verkeerde kant met zwart): brei alle st recht.
NLD 7 (aan de goede kant met zwart): brei de eerste 10-10-10-12-12-12 st r (tot st met markeerder), keer.
NLD 8 (aan de verkeerde kant met zwart): trek de draad aan en 10-10-10-12-12-12 r.

Brei deze 8 nld (= patroon, brei 8 nld voor de markeerder en 4 nld na de markeerder) 15-17-19-20-23-25 keer in totaal - er staan nu 166-185-203-215-241-259 st op de nld. DENK OM DE STEKENVERHOUDING

Zet in de volgende nld aan de goede kant (wordt gebreid als 1e nld in patroon) 15-15-17-17-19-19 nieuwe st op aan het einde van de nld (= kraag) = 185-204-224-236-264-282 st.

Ga verder in patroon nog 5-5-5-5-5-6 keer (de 8 nld in patroon zijn dan 20-22-24-25-28-31 keer gebreid in totaal), brei elke nld die als 1e of 5e nld wordt gebreid 2 st r in laatste st - er zijn nu 230-249-269-281-309-337 st op de nld.

Zet de laatste 144-155-167-173-189-205 st op een hulpdraad, brei nu alleen over de eerste 86-94-102-108-120-132 st op de nld (= onderkant). Brei 8-5-2-1-1-1 cm in ribbelst heen en weer over deze st en brei volgens STREPEN LIJF – zie uitleg boven - eindig na 2 nld zwart. Kant alle st af.

Neem 16-10-4-2-2-2 st op middenvoor (langs de korte kant op de 8-5-2-1-1-1 cm aan de onderkant) en zet de 144-155-167-173-189-205 st van de hulpdraad terug op de nld = 160-165-171-175-191-207 st. Brei 1 cm in ribbelst heen en weer over alle st en brei volgens STREPEN LIJF. Maak in de volgende nld aan de goede kant knoopsgaten als volgt: 16-18-18-18-10-10 r, * 2 r samen, 1 omsl, 16 r *, herhaal van *-* 3-3-3-3-4-4 keer, 2 r samen, 1 omsl, brei de rest van nld = 4-4-4-4-5-5 knoopsgaten. Brei 1 cm over alle st, eindig na 2 nld zwart. Kant alle st af.

LINKERVOORPAND:
Zet 46-49-51-55-57-59 st op met rondbreinld 4 mm en zout en peper. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant over alle st. Plaats 1 markeerder in de 40e-43e-45e-47e-49e-51e st (gezien aan de goede kant). Brei dan als volgt:
NLD 1 (aan de goede kant met zout en peper): 38-41-43-45-47-49 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 1 r (= st met markeerder), 1 omsl, 5-5-5-7-7-7 r, 1 omsl, 1 r = 50-53-55-59-61-63 st op de nld.
NLD 2 (aan de verkeerde kant met zout en peper): brei de eerste 8-8-8-10-10-10 st r (tot st met markeerder), keer.
NLD 3 (aan de goede kant met zout en peper): trek de draad aan en 8-8-8-10-10-10 r.
NLD 4 (aan de verkeerde kant met zout en peper): brei alle st recht. Brei de omsl aan de verkeerde kant altijd r zodat er gaatjes ontstaan.
NLD 5 (aan de goede kant met zwart): 40-43-45-47-49-51 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 1 r (= st met markeerder), 1 omsl, 7-7-7-9-9-9 r, 1 omsl, 1 r. Keer = 54-57-59-63-65-67 st op de nld.
NLD 6 (aan de verkeerde kant met zwart): brei de eerste 10-10-10-12-12-12 st r (tot st met markeerder), keer.
NLD 7 (aan de goede kant met zwart): trek de draad aan en 10-10-10-12-12-12 r.
NLD 8 (aan de verkeerde kant met zwart): brei alle st recht.

Brei deze 8 nld (= patroon, brei 8 nld over st voor de markeerder en 4 nld over st na de markeerder) 15-17-19-20-23-25 keer in totaal, er staan nu 166-185-203-215-241-259 st op de nld, zet op de laatste nld (= aan de verkeerde kant) 14-14-16-16-18-18 nieuwe st op aan het einde van de nld (= kraag, dus er wordt 1 steek minder opgezet voor de kraag op het linker voorpand om het juiste aantal steken te krijgen) = 180-199-219-231-259-277 st.

Ga zo nog 5-5-5-5-5-6 keer verder in patroon (de 8 nld in patroon zijn daarna in totaal 20-22-24-25-28-31 keer gebreid), brei aan het einde van elke nld die als 4e of 8e nld wordt gebreid 2 st r in laatste st op de nld - er zijn nu 230-249-269-281-309-337 st op de nld.

Zet de eerste 144-155-167-173-189-205 st op een hulpdraad, brei nu alleen over de laatste 86-94-102-108-120-132 st op de nld (= onderkant). Brei 8-5-2-1-1-1 cm in ribbelst heen en weer over deze st volgens STREPEN LIJF – zie uitleg boven, eindig na 2 nld zwart. Kant alle st af.

Zet de 144-155-167-173-189-205 st van de hulpdraad terug op de nld, en neem 16-10-4-2-2-2 st op middenvoor (langs de korte kant op de 8-5-2-1-1-1 cm aan de onderkant) = 160-165-171-175-191-207 st. Brei 2 cm in ribbelst heen en weer over alle st volgens STREPEN LIJF, eindig na 2 nld zwart (maak geen knoopsgaten). Kant alle st af.

LINKERACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanuit de zijkant richting middenachter.

Zet 46-49-51-55-57-59 st op met rondbreinld 4 mm en zout en peper. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant over alle st. Plaats 1 markeerder in de 7e-7e-7e-9e-9e-9e st (gezien aan de goede kant). Brei dan als volgt:
NLD 1 (aan de goede kant met zout en peper): 1 r, 1 omsl, 5-5-5-7-7-7 r, 1 omsl, 1 r (= st met markeerder), 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 38-41-43-45-47-49 r. Keer = 50-53-55-59-61-63 st op de nld.
NLD 2 (aan de verkeerde kant met zout en peper): brei alle st recht. Brei de omsl aan de verkeerde kant altijd r zodat er gaatjes ontstaan.
NLD 3 (aan de goede kant met zout en peper): brei de eerste 8-8-8-10-10-10 st r (tot st met markeerder), keer.
NLD 4 (aan de verkeerde kant met zout en peper): trek de draad aan en 8-8-8-10-10-10 r.
NLD 5 (aan de goede kant met zwart): 1 r, 1 omsl, 7-7-7-9-9-9 r, 1 omsl, 1 r (= st met markeerder), 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 40-43-45-47-49-51 r. Keer = 54-57-59-63-65-67 st op de nld.
NLD 6 (aan de verkeerde kant met zwart): brei alle st recht.
NLD 7 (aan de goede kant met zwart): brei de eerste 10-10-10-12-12-12 st r (tot st met markeerder), keer.
NLD 8 (aan de verkeerde kant met zwart): trek de draad aan en 10-10-10-12-12-12 r.

Brei deze 8 nld (= patroon, brei 8 nld voor de markeerder en 4 nld na de markeerder) 15-17-19-20-23-25 keer in totaal, er staan nu 166-185-203-215-241-259 st op de nld.

Brei 1e nld in patroon = 170-189-207-219-245-263 st op de nld. Kant aan het begin van de volgende nld (= 2e nld in patroon) de eerste 4 st op de nld af (= hals), brei dan de rest van de nld r = 166-185-203-215-241-259 st.

Ga nog 5-5-5-5-5-6 keer verder in patroon (de 8 nld in patroon zijn hierna in totaal 20-22-24-25-28-31 keer gebreid) - er staan nu 202-221-239-251-277-303 st op de nld.

Zet de laatste 116-127-137-143-157-171 st op een hulpdraad, brei nu alleen over de eerste 86-94-102-108-120-132 st op de nld (= onderkant), brei 8-5-2-1-1-1 cm in ribbelst heen en weer over deze st volgens STREPEN LIJF – zie uitleg boven – en eindig na 2 nld zwart. Kant alle st af. Kant de st van de hulpdraad af.

RECHTERACHTERPAND:
Zet 46-49-51-55-57-59 st op met rondbreinld 4 mm en zout en peper. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant over alle st. Plaats 1 markeerder in de 40e-43e-45e-47e-49e-51e st (gezien aan de goede kant). Brei dan als volgt:
NLD 1 (aan de goede kant met zout en peper): 38-41-43-45-47-49 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 1 r (= st met markeerder), 1 omsl, 5-5-5-7-7-7 r, 1 omsl, 1 r = 50-53-55-59-61-63 st op de nld.
NLD 2 (aan de verkeerde kant met zout en peper): brei de eerste 8-8-8-10-10-10 st r (tot st met markeerder), keer.
NLD 3 (aan de goede kant met zout en peper): trek de draad aan en 8-8-8-10-10-10 r.
NLD 4 (aan de verkeerde kant met zout en peper): brei alle st recht. Brei de omsl aan de verkeerde kant altijd r zodat er gaatjes ontstaan.
NLD 5 (aan de goede kant met zwart): 40-43-45-47-49-51 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 1 r (= st met markeerder), 1 omsl, 7-7-7-9-9-9 r, 1 omsl, 1 r. Keer = 54-57-59-63-65-67 st op de nld.
NLD 6 (aan de verkeerde kant met zwart): brei de eerste 10-10-10-12-12-12 st r (tot st met markeerder), keer.
NLD 7 (aan de goede kant met zwart): trek de draad aan en 10-10-10-12-12-12 r.
NLD 8 (aan de verkeerde kant met zwart): brei alle st recht.

Brei deze 8 nld (= patroon, brei 8 nld voor de markeerder en 4 nld na de markeerder) 15-17-19-20-23-25 keer in totaal, er staan nu 166-185-203-215-241-259 st op de nld.

Kant aan het begin van de volgende 1e nld in patroon de eerste 4 st op de nld af (= hals), brei dan de rest van de nld r en meerder als hiervoor = 166-185-203-215-241-259 st.

Ga nog 5-5-5-5-5-6 keer verder in patroon (de 8 nld in patroon zijn hierna in totaal 20-22-24-25-28-31 keer gebreid) - er staan nu 202-221-239-251-277-303 st op de nld.

Kant de eerste 116-127-137-143-157-171 st af, brei nu alleen over de laatste 86-94-102-108-120-132 st op de nld (= onderkant), brei 8-5-2-1-1-1 cm in ribbelst heen en weer over deze st volgens STREPEN LIJF – zie uitleg boven, eindig na 2 nld zwart. Kant alle st af.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet 40-42-44-46-48-50 st op met breinld zonder knop 4 mm en zwart. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld = midden onder de mouw. Brei dan in tricotst volgens STREPEN MOUW. Brei tot een hoogte van 8-8-8-12-12-10 cm, meerder 1 st aan elke kant van de markeerder onder de mouw. Meerder elke 2-2-2-1½-1½-1½ cm 19-21-22-23-24-25 keer in totaal = 78-84-88-92-96-100 st. Brei tot een hoogte van 51-50-49-48-46-44 cm, ga verder heen en weer op de nld. Ga verder en brei tot de mouw 54-53-52-52-50-48 cm meet. Kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de twee delen van het achterpand samen middenachter. Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in het vest, naai de bovenste 3-3-3-4-4-4 cm van de mouw aan de 7-7-7-9-9-9 st (= waar de markeerder is) van de opzetrand van voorpand en achterpand. Naai de zijnaden dicht in de buitenste lusjes van de kant st. Naai de kraag samen middenachter en naai hem langs het achterpand. Naai de knopen op het linkervoorpand.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 26.02.2018
Correctie in kraag op rechter en linker voorpand

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 173-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (73)

country flag Lisa Lebrija wrote:

Hej Hvornår får jeg svar på mit spørgsmål, så jeg kan komme videre med mit strikketøj? Jeg skrev til jer d. 16.1.

27.01.2017 - 15:01

DROPS Design answered:

Hej Lisa. Det er en travl periode med rigtig mange spörgsmaal paa de gratis opskrifter. Dit spörgsmaal kraever hjaelp fra vores Designafdeling, og jeg kan ikke sige hvornaar jeg faar svar. Saa du maa have lidt taalmodighed lige nu. Eller du kan gaa til din DROPS butik for hjaelp :)

30.01.2017 - 15:44

country flag Lisa Lebrija wrote:

Hej. De 19x8 masker har jeg fra vendingerne. 1.p siger efter mønsteret: strik 43 m ret. VEND= 55 m på p. Det passer også, nu er der 55 m på p i venstre hånd. På 4. p efter mønsteret står der strik 45 m ret. VEND= 59 m på p. Efter de 45 m er der 8 masker tilbage på venstre p når jeg skal vende. Derved får jeg de 19x8 masker. Der står jo ikke noget om at jeg også skal strikke over dem! Håber du forstår mig nu. 😊

19.01.2017 - 10:34

DROPS Design answered:

Hej Lisa. Nu har jeg testet og du laeser forkert. Du starter pind 1 med: Strik 1 m ret, slå om, strik 7 m r, strik 1 m ret (= m med mærketråd), slå om, 1 ret, slå om, strik 45 m r = du er nu paa slut af pinden og har i alt 59 m paa pinden. Du har altsaa strikket alle m denne gang og taget 4 m ud. Saa vender du og strikker tilbage over alle m. (pind 2). I pind 3 og 4 strikker du kun over de förste 10 m (altsaa forkortet p) og i p 5 og 6 tager du ud igen og strikker alle m p pinden. I p 7 og 8 strikker du igen forkortede p over de förste 10 m. Herefter gentager du p 1-8 og tager ud som beskrevet. Du faar altsaa flere m paa pinden i p 1 og 5, men du strikker alle m i disse p.

23.02.2017 - 14:04

country flag Lisa Lebrija wrote:

Hej, jeg kan stadig ikke se hvornår jeg skal strikke over spidsens 19x8 masker efter vendingerne? Hvordan får jeg strikket de bredere striber i siderne? Dem jeg har på pinden er jo kun 10 m brede! Dem der fremkommer ved at strikke 2. og 4. pind med 8/10 masker. Hvor kommer skulderen og ærmegabet? Trist man ikke kan sende et billede med.

17.01.2017 - 18:53

DROPS Design answered:

Hej Lisa. Se mit svar herunder. Jeg tror du gör noget forkert, naar du strikker.

18.01.2017 - 15:53

country flag Lisa Lebrija wrote:

Hej igen, Hvorfor skal jeg ikke strikke hen over de 19x8 masker der hele tiden er på pinden efter vendingerne på de forkortede pinde? Og når jeg har strikket kraven, så skal jeg kun strikke 1 cm og lukke af, hvorefter jeg skal strikke til knaphuller. Hvornår skal sidestykkerne strikkes, dem der går den anden vej? Det jeg har strikket nu er jo ikke ret stort/bredt!!!

17.01.2017 - 16:35

DROPS Design answered:

Hej Lisa. Du strikker jo hele forstykket i ét stykke - ogsaa det som har pilen nedad paa diagrammet. Fordi du tager ud med omslagene og har de forkortede pinde, strikker du formen paa forstykket, saa starten af pinden för dine udtagninger er det som pejer nedad og resten er det som pejer ud mod midten (maalskitsen). Du strikker 19x8 pinde i mönstret, der staar ikke masker i opskriften. Jeg forstaar ikke hvor du har 19x8 masker fra - det kan vaere det som gaar galt for dig.

18.01.2017 - 15:53

country flag Lisa Lebrija wrote:

Hej. Jeg har nu strikket de 8 mønsterpinde 19 gange og skal til den næste p som strikkes som 1. p i mønstret. Mit spørgsmål er, hvornår skal jeg strikke over alle de 8 masker som der er strikket kortere ved vendingerne? Og hvordan bliver sidestykkerne strikket? Jeg kan slet ikke se hvor jeg er nu på højre forstykke.

12.01.2017 - 21:50

DROPS Design answered:

Hej Lisa. Du strikker forstykket fra siden (se diagram) mod midtfor. Du har taget ud i höjre side af arbejdet, saa du har en spids der gaar ned mod midtfor neders. Du starter igen paa en ny pind fra retten og strikker som 1e mönsterpind. Dvs, du tager ud igen som för og naar du har strikket pinden ud og skal vende saetter du de nye masker op til kraven (det er den der "stikker op" paa diagrammet) og du har 223 m paa p. Saa fortsaetter du igen med mönstret 8 gange til + nu med kravemaskerne.

17.01.2017 - 14:50

country flag Rita Stainhauser wrote:

Danke für die Antwort, aber das heisst doch dann, dass die markierte Masche sich immer um 2 Maschen verschiebt - und so stimmt das dann mit der Erklärung nicht wirklich überein - da steht nämlich nichts von dieser Verschiebung...

15.12.2016 - 13:14

DROPS Design answered:

Liebe Frau Stainhauser, wenn Sie die R 1-8 wiederholen, werden Sie dann Maschen vor und nach dem Markierer (R 1 + 5) zunehmen. Es wird dann mehr Maschen vor und nach dem Markierer geben. Siehe Punktierungen im Schnittübersicht (= Markierer). Viel Spaß beim stricken!

15.12.2016 - 14:46

country flag Rita Stainhauser wrote:

Hallo, Ich habe nun ein gutes Stück vom Vorderteil gestrickt. Bei mir nehmen bloss die Maschen nach den Löchern zu (die gestrickten Umschläge) - vor den Löchern sollte es doch auch mehr Maschen geben... Was mache ich falsch?

15.12.2016 - 10:34

DROPS Design answered:

Liebe Frau Steinhauser, bei den R. 1 + 5 nehmen Sie 4 M zu: 2 M vor dem Markierer + 2 M nach dem Markierer - so sollen Sie mehr 2 M mehr vor und nach dem Markierer bei jeder Zunahmen-Reihe haben. Viel Spaß beim stricken!

15.12.2016 - 12:10

country flag Evelyne wrote:

Bonjour, Pouvez-vous donner quelques explications supplémentaires pour coudre correctement le col sur le dos du gilet. Je n'y arrive pas... Merci

06.12.2016 - 10:10

DROPS Design answered:

Bonjour Evelyne, assemblez d'abord entre elles les mailles du col des 2 devants, puis cousez le col le long de l'encolure dos (la couture précédente doit se trouver au milieu de l'encolure dos). Bon assemblage!

06.12.2016 - 10:25

country flag Judith wrote:

Bonjour, Dans vos explications, je ne trouve pas comment faire le bas du Gilet drops. Apparent, il ne se tricote pas dans le mème sens que le haut et les rayures semblent plus grosses. Pouvez vous me donner des indications ? Cordialement

21.11.2016 - 19:01

DROPS Design answered:

Bonjour Judith, quand on a 230-337 m (cf taille), on tricote séparément le bas du devant (sur les 86-132 m) en suivant les rayures comme avant. Puis on reprend les mailles en attente pour tricoter comme avant en terminant par la la bordure devant. Les rayures seront ainsi les mêmes sur les 2 parties. Bon tricot!

22.11.2016 - 08:49

Beate wrote:

Just to clarify - the sleeves are worked in stockinette after the initial three garter ridges?

07.11.2016 - 22:45

DROPS Design answered:

Dear Beate, that's right, sleeves are worked in stocking sts after the first 3 ridges (sleeve edge) following stripes. Happy knitting!

08.11.2016 - 09:22