DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Adele Cardigan

Gebreid vest met rand in golfpatroon en split in de zijkanten. Maat S-XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Belle.

DROPS 187-13
DROPS design: Patroon vs-045
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BELLE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
350-350-400-450-450-500 g kleur 04, paardenbloem
50-100-100-100-100-100 g kleur 03, lichtbeige

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep B)” - zie link hieronder.

DROPS RONDBREINAALD (60 of 80 cm) MAAT 4 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 steken en 28 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS PARELMOERKNOOP, bloem (wit), NR 600: 5 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. LET OP! ‘de eerste naald in telpatronen wordt gebreid op de verkeerde kant!

TIP VOOR HET MINDEREN-1:
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 122 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 20) = 6.1. In dit voorbeeld breit u ongeveer iedere 5e en 6e steek samen.

TIP VOOR HET MINDEREN-2:
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Minder als volgt na de 1 kantsteek in ribbelsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
Minder als volgt voor de 1 kantsteek in ribbelsteek: Brei tot er 3 steken over zijn, 2 recht samen, 1 kantsteek in ribbelsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Meerder 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant door een omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 KNOOPSGAT = brei de derde en vierde steek vanaf de rand recht samen en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht = gaatje.
Meet vanaf de markeerdraad na de rand in golfpatroon + 2 ribbels op de onderkant op het rechter voorpand en maak knoopsgaten als het werk meet:
S: 1, 8, 15, 22 en 29 cm
M: 1, 9, 16, 23 en 30 cm
L: 1, 9, 17, 25 en 32 cm
XL: 1, 10, 18, 26 en 34 cm
XXL: 1, 10, 19, 27 en 35 cm
XXXL: 1, 10, 19, 28 en 37 cm
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven. Brei eerst een rand in golfpatroon met lichtbeige. Brei dan verder met paardenbloem en brei 2 ribbels voordat u verder gaat in tricotsteek. Brei de mouwen heen en weer op de rondbreinaald.

ACHTERPAND:
Zet 121-121-137-137-153-169 steken op met lichtbeige op rondbreinaald 4 mm. Brei de eerste naald op de verkeerde kant als volgt: A.1 (= 5 steken), A.2 – kies het telpatroon voor uw maat (= 8 herhaling van 14-14-16-16-18-20 steken), A.3 (= 4 steken). Zet op de laatste 2 naalden in A.1-A.3 1 nieuwe steek op aan het einde van de naald (markeert het split) = 122-122-138-138-154-170 steken. Als A.1 tot A.3 zijn gebreid, brei dan verder met paardenbloem. Brei 1 naald recht aan de goede kant en minder 20-12-18-8-12-16 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 = 102-110-120-130-142-154 steken. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant, brei 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht op de verkeerde kant. Voeg hier een markeerdraad in. MEET NU HET WERK VANAF HIER! DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei nu in tricotsteek met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven, aan elke kant. Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 0-1-2-3-4-5 cm 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo ongeveer iedere 4 cm 4 keer in totaal = 94-102-112-122-134-146 steken. Kant bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm, steken af aan elke kant voor de armsgaten als volgt: Kant 1-2-2-3-4-5 keer 3 steken af, 1-1-2-3-4-5 keer 2 steken en 1-1-3-2-2-2 keer 1 steek = 82-84-86-88-90-92 steken. Ga verder in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Kant bij een hoogte van 35-37-39-41-43-45 cm, de middelste 40-40-42-42-44-44 steken af voor de hals en eindig elk schouder apart. Kant dan 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals =20-21-21-22-22-23 steken voor de schouder. Ga verder tot het werk 38-40-42-44-46-48 cm meet (46-48-50-52-54-56 cm in totaal vanaf de schouder naar beneden). Kant af. Zorg ervoor dat de afkantrand niet strak is! Brei de andere schouder op dezelfde manier.

RECHTER VOORPAND:
Zet 65-65-73-73-81-89 steken op rondbreinaald 4 mm met lichtbeige.
Brei de eerste naald op de verkeerde kant als volgt: Brei A.1 (= 5 steken), A.2 – kies het telpatroon voor uw maat (= 4 herhaling van 14-14-16-16-18-20 steken), A.3 (= 4 steken). Zet op een na laatste naald in de telpatronen 1 nieuwe steek op aan het einde van de naald aan de goede kant (= markeert het split in de zijkant) = 65-65-73-73-81-89 steken. Als A.1 tot A.3 zijn gebreid, brei dan verder met paardenbloem. Brei 1 naald recht aan de goede kant en minder 10-6-9-4-6-7 steken verdeeld = 55-59-64-69-75-82 steken. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant, brei 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht op de verkeerde kant. Voeg hier een markeerdraad in. MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Brei dan als volgt aan de goede kant - denk om de knoopsgaten: 4 voorbiessteken in ribbelsteek (= richting midden voor), brei tricotsteek tot er 1 steek over is, 1 kantsteek in ribbelsteek (= richting de zijkant), Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 0-1-2-3-4-5 cm,1 steek in de zijkant. Minder zo ongeveer iedere 4 cm 4 keer in totaal = 51-55-60-65-71-78 steken. Kant bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm, steken af in de zijkant voor het armsgat als volgt: Kant 1-2-2-3-4-5 keer 3 steken af, 1-1-2-3-4-5 keer 2 steken en 1-1-3-2-2-2 keer 1 steek = 45-46-47-48-49-51 steken. Ga verder in tricotsteek, 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en 4 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor. Brei bij een hoogte van 30-32-33-35-36-38 cm, als volgt aan de goede kant: Brei de eerste 17-17-18-18-19-20 steken voordat u ze op een hulpdraad zet voor de hals. Ga verder in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek en kant af op het begin van iedere naald vanaf de hals als volgt: Kant 3 keer 2 steken af en 2 keer 1 steek = 20-21-21-22-22-23 steken over op de naald. Ga verder tot het werk 38-40-42-44-46-48 cm meet (46-48-50-52-54-56 cm in totaal vanaf de schouder naar beneden). Kant af. Zorg ervoor dat de afkantrand niet strak is!

LINKER VOORPAND:
Minder niet voor de knoopsgaten op het linker voorpand.
Zet 65-65-73-73-81-89 steken op rondbreinaald 4 mm met lichtbeige. Brei de eerste naald op de verkeerde kant als volgt: Brei A.1 (= 5 steken), A.2 – kies het telpatroon voor uw maat (= 4 herhalingen van 14-14-16-16-18-20 steken), A.3 (= 4 steken). Zet op de laatste naald in de telpatronen 1 nieuwe steek op aan het einde van de naald op de verkeerde kant (= markeert het split in de zijkant) = 65-65-73-73-81-89 steken. Als A.1 tot A.3 zijn gebreid, brei dan verder met paardenbloem. Brei 1 naald recht aan de goede kant en minder 10-6-9-4-6-7 steken verdeeld = 55-59-64-69-75-82 steken. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant, brei 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht op de verkeerde kant. Voeg hier een markeerdraad in. MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Brei nu als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek (= richting de zijkant), tricotsteek tot er 4 steken over zijn, 4 voorbiessteken in ribbelsteek (= richting midden voor), Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 0-1-2-3-4-5 cm 1 steek in de zijkant. Minder zo ongeveer iedere 4 cm 4 keer in totaal = 51-55-60-65-71-78 steken. Kant bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm, steken af in de zijkant voor het armsgat als volgt: Kant 1-2-2-3-4-5 keer 3 steken af, 1-1-2-3-4-5 keer 2 steken en 1-1-3-2-2-2 keer 1 steek = 45-46-47-48-49-51 steken. Ga verder in tricotsteek, 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en 4 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor. Brei bij een hoogte van 30-32-33-35-36-38 cm als volgt op de verkeerde kant: Brei de eerste 17-17-18-18-19-20 steken voordat u ze op een hulpdraad zet voor de hals. Ga verder in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek en kant af op het begin van iedere naald vanaf de hals als volgt: Kant 3 keer 2 steken af en 2 keer 1 steek = 20-21-21-22-22-23 steken over op de naald. Ga verder tot het werk 38-40-42-44-46-48 cm meet (46-48-50-52-54-56 cm in totaal vanaf de schouder naar beneden). Pas aan volgens rechter voorpand. Kant af. Zorg ervoor dat de afkantrand niet strak is!

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven.
Zet 44-46-48-50-52-54 steken op rondbreinaald 4 mm met lichtbeige. Brei in patroon als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, A.4 - LET OP: de eerste naald in het telpatroon is op de verkeerde kant en wordt averecht gebreid op de verkeerde kant, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Op de naald nadat u heeft samengebreid met de opzetrand (= naald met pijl in het telpatroon) breit u verder met paardenbloem. Voeg hier een markeerdraad in. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei nu in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Meerder bij een hoogte van 8-5-5-4-4-3 cm, 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN! Meerder zo iedere 6e naald 11-12-7-6-0-0 keer en iedere 4e naald 0-0-7-9-17-18 keer = 66-70-76-80-86-90 steken. Als de mouw 33-33-32-32-31-31 cm meet (minder voor de grotere maten vanwege een langere mouwkop en bredere schouders), kant dan af voor de mouwkop op het begin van iedere naald aan elke kant als volgt: Kant 1 keer 4 steken af, 1 keer 3 steken, en dan steeds 2 steken tot de mouw 40-41-41-42-42-43 cm meet, kant 1 keer 3 steken af en kant dan de overgebleven steken af. De mouw meet ongeveer 44-45-45-46-46-47 cm inclusief de rand op de onderkant van de mouw. Brei een andere mouw.

AFWERKING:
Naai de schouders met grafting/kitchener steken aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwen in het lijf. Naai de naad onder de mouwen en ga verder met de naad naar beneden over de zijkant naar beneden tot de opgezette steek voor de split (= 8 cm voor split). Naai aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Herhaal aan de andere kant. Naai de knopen op de linker voorbies.

HALSRAND:
Begin aan de goede kant en neem 108-108-114-114-120-120 steken op (inclusief de steken van de hulpdraad op het voorpanden) met paardenbloem en rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant, 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht op de verkeerde kant. Brei dan als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, brei recht tot er 1 steek over is, 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 2 (= verkeerde kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, A.4 tot er 1 steek over is, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga zo verder tot de 7e naald in het telpatroon is gebreid. Brei dan 1 naald averecht op de verkeerde kant met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Kant af met recht, maar voor iedere 4e steek maakt u 1 omslag. Kant de omslag af als een normale steek. LET OP! Voorkom een strakke afkantrand, anders gaat de vouwrand naar buiten staan nadat het werk in elkaar gezet is. Vouw dubbel op de naald met gaatjes in A.4 zodat de zoom aan de binnenkant van het kledingstuk zit. Naai de afkantrand in de bovenste ribbel. Zorg ervoor dat u een strakke naad voorkomt.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag averecht zodat er een gaatje ontstaat
symbols = 2 recht samen
symbols = 4 steken recht samen als volgt: 4 steken recht, zet ze op de
linker naald, haal de volgende tot de laatste steek over de laatste steek, herhaal tot alle 3 steken overgehaald zijn (= 3 steken geminderd). Zet de laatst gebreide steek terug op de rechter naald.
symbols = 4 steken gedraaid recht samen als volgt: 4 steken recht, haal de volgende tot de laatst gebreide steek over de laatste steek, herhaal tot alle 3 steken overgehaald zijn (= 3 steken geminderd).
symbols = 5 steken recht samen als volgt: 5 steken recht, zet deze op de
linker naald, haal de volgende tot de laatste steek over de laatste steek, herhaal tot alle 4 steken overgehaald zijn (= 4 steken geminderd). Zet de laatst gebreide steek terug op de rechter naald.
symbols = 5 steken gedraaid recht samen als volgt: 5 steken recht, haal de volgende tot de laatst gebreide steek over de laatste steek, herhaal tot alle 4 steken overgehaald zijn (= 4 steken geminderd).
symbols = deze naald wordt als volgt gebreid: Vouw de naald met gaatjes om (= 4e naald in het telpatroon) aan de verkeerde kant van het werk. Zet de eerste steek van de opzetrand aan de rand op de linker naald, brei de eerste 2 steken (dus de eerste steek op de naald + de eerste steek van de opzetrand) recht samen. Zet de volgende steek van de opzetrand aan de rand op de linker naald, brei de eerste 2 steken samen (dus de volgende steek op de naald + de volgende steek van de opzetrand). Ga zo verder door een steek van de opzetrand met de volgende steek op de linker naald samen te breien tot alle steken samengebreid zijn met de opzetrand.
symbols = brei op deze naald verder met paardenbloem
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 187-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Maria Cecília wrote:

Olá! Com respeito, comento um erro em português: o modelo se tricota de baixo para cima e não ao contrário como diz nas instruções ;)

24.02.2022 - 10:43

country flag Giuseppina wrote:

I don't get what I have to do in the * (Star) Line - Line 8. "Den Rand an der Lochreihe (= 4. Reihe/Runde des Diagramms) zur Rückseite der Arbeit klappen." I really don't understand what I have to do here in the first sentence. Can anybody help?

22.12.2020 - 22:26

DROPS Design answered:

Dear Giuseppina, this video (with text in german, but just feel free to edit the language if necessary) is showing how to work this row with the star. Happy knitting!

23.12.2020 - 07:06

country flag Mary wrote:

Finished this lovely cardi today, and was a joy to knit, looks very pretty,. Took a lot of undoing to get the pattern correct, but worth the work as looks lovely. A good yarn to knit with.

25.05.2019 - 11:25

country flag Kee wrote:

Ik lees " kant dan af voor de mouwkop op het begin van iedere naald aan elke kant als volgt: Kant 1 keer 4 steken af, 1 keer 3 steken, en dan steeds 2 steken". Moet ik bij de 1e naald 4 steken afkanten en bij de 2e 3 steken, of moet ik bij de 1e en 2e naald 4 steken afkanten en bij de 3e en 4e 3 steken?

19.04.2019 - 20:41

DROPS Design answered:

Dag Kee,

Je kant bij de eerste naald 4 steken af, dan keer je het werk en kant je weer 4 steken af aan het begin van de teruggaande naald. Daarna kant je 3 steken af op zowel de heen- als teruggaande naald, enzovoort.

21.04.2019 - 17:08

country flag Annika wrote:

Vad menas med lejongap i detta mönster?

30.10.2018 - 07:59

DROPS Design answered:

Hei Annika. Det er garnet i den gule fargen. Jeg ser at dette fargenavnet egentlig skulle vært maskros på svensk (Fargenummer 4) - vi skal få rettet dette i oppskriften. Men det referer altså til det gule garnet. God fornøyelse

30.10.2018 - 09:14

country flag Terese wrote:

Hej! Hur mäter man längden på arbetet. Om man ska tex sticka till 32 cm. Och då får jag olika mått nästan varje gång. Ska arbetet ligga plant eller ska den hänga?

06.06.2018 - 20:38

DROPS Design answered:

Arbetet mäts då det ligger plant. Det är viktigt att man inte sträcker arb då det mäts.

07.06.2018 - 14:27

country flag Mari wrote:

Hei! Jeg trenger hjelp ang ermet. Det står øk hver 6. og hver 4. pinne. Skal jeg da øke først hver 6. pinne 7 ganger (størrelse L) også hver 4. pinne 7 ganger etter det? Eller skal det gjøres samtidig så det blir ca annenhver pinne?

03.05.2018 - 00:36

DROPS Design answered:

Hei Mari. Det skal gjøres etter hverandre. Altså: du skal øke på hver 6 pinne 7 ganger, og når du er ferdig med det skal det økes på hver 4 pinne 7 ganger. God fornøyelse.

23.05.2018 - 12:00

country flag Terese wrote:

Hej!\r\nNu när jag har stickat fram till där man mäter stickfastheten. Så blir det 19m×25v på 10×10cm på st 3.5. Måste jag göra om allt med st 3? Mvh/Terese

28.04.2018 - 11:27

country flag Nancy wrote:

Bij het rechtervoorpand moet je voor maat L 73 steken opzetten met beige. Na iedere naald moet je aan het einde van de naald aan de goede kant, 1 steek meerderen. Zodra je met boterbloem verder gaat, minder je 9 steken en heb je 64 steken op je naald.... waar zijn dan de steken gebleven die je gemeerdert hebt ? Volgens mij klopt er iets niet ?

26.04.2018 - 16:24

DROPS Design answered:

Dag Nancy, Er stond een fout in het patroon. Er moet staan 'een na laastste naald' in plaats van 'de volgende tot laatste naald'. Het is nu gecorrigeerd.

04.06.2018 - 06:28

country flag Ann wrote:

I need some advice reading the pattern charts please! On the right side of the knitting do I read the chart from right to left and on the wrong side from left to right?\r\nThnak you!

27.03.2018 - 17:41

DROPS Design answered:

Dear Ann, yes correct, and start reading diagram starting on the bottom corner on the right side. Happy knitting!

28.03.2018 - 15:13