DROPS Flora
DROPS Flora
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Cotswolds Cardigan

Gebreid vest voor baby’s in DROPS Flora. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid, met raglan en kantpatroon. Maten 0 – 2 jaar.

DROPS Baby 43-2
DROPS Design: Patroon fl-006-by
Garengroep A
-----------------------------------------------------------

MATEN:
0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2) jaar
Hoogte van het kind cm:
48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 - 92

MATERIAAL:
DROPS FLORA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
100-100-100-150-150 g kleur 20, perzikroze

DROPS KNOPEN NR 628: 5 stuks in alle maten.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: Lengte 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Flora
DROPS Flora
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 4 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen en 2 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant), de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gelijk na de hals gebreid. Brei dan de andere 4 knoopsgaten met ongeveer 4½-4½ 5-5½-6 cm tussen elk.

RAGLAN:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Op de voor- en achterpanden zijn de meerderingen in het telpatroon opgenomen. Meerder als volgt op de mouwen:
Meerder 1 steek na markeerdraden 1 en 3. Brei de markeerdraadsteek recht, maak 1 omslag.
Meerder 1 steek voor markeerdraden 2 en 4. Brei tot de markeerdraadsteek en maak 1 omslag, brei de markeerdraadsteek recht.
Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen!
Herhaal dit meerderen iedere naald aan de goede kant in totaal 10-12-14-16-17 keer.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop.

HALS:
Zet 93-93-93-111-111 steken op met rondbreinaald 2.5 mm en DROPS Flora.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant met 6 voorbiessteken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, aan elke kant. Brei dan boordsteek als volgt:
6 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 recht, 1 averecht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 1 recht en 6 voorbiessteken in ribbelsteek.
Brei deze boordsteek voor 2 cm. Ga verder met rondbreinaald 3 mm.

PAS:
Brei het knoopsgat op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven!
Voeg op de eerste naald aan de goede kant 4 markeerdraden in en brei dan als volgt:
Voorpand: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.1, dan A.2 0-0-0-1-1 keer, A.3.
Mouw: Voeg markeerdraad 1 in de volgende steek, brei 12 steken in tricotsteek en meerder 4 steken verdeeld over deze steken, voeg markeerdraad 2 in de volgende steek.
Achterpand: Brei A.4, A.2 3-3-3-4-4 keer, dan A.3.
Mouw: Voeg markeerdraad 3 in de volgende steek, brei 12 steken in tricotsteek en meerder 4 steken verdeeld over deze steken, voeg markeerdraad 4 in de volgende steek.
Voorpand: Brei A.4, A.2 0-0-0-1-1 keer, A.5 en 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon en begin op de volgende naald aan de goede kant met meerderen voor de mouw – lees beschrijving hierboven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.1 tot A.5 klaar zijn, brei dan de volgende naald aan de goede kant als volgt:
6 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.1, A.2 1-1-1-2-2 keer, A.3, brei tricotsteek en meerder zoals hiervoor over de mouw tot markeerdraad 2, brei A.4, A.2 5-5-5-6-6 keer, A.3, brei tricotsteek en meerder zoals hiervoor over de mouw tot markeerdraad 4, brei A.4, A.2 1-1-1-2-2 keer, A.5 en 6 voorbiessteken in ribbelsteek.
Herhaal dit patroon in de hoogte. Elke keer dat A.3 en A.4 herhaald zijn in de hoogte, is er ruimte voor nog 1 herhaling van A.2 op de voorpanden en nog 2 herhalingen op het achterpand. Als A.3 en A.4 2-2-3-3-3 keer in de hoogte zijn gebreid, zijn de meerderingen op de voor- en achterpanden klaar; ga verder met meerderen alleen op de mouwen zoals uitgelegd hierboven. Ga verder in patroon op de voor- en achterpanden, maar zonder verdere meerderingen.
Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 189-197-229-255-259 steken. Brei nu in patroon als volgt:
6 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1 over 7 steken, A.2 3-3-4-5-5 keer, brei 37-41-45-49-51 steken in tricotsteek, A.2 9-9-11-12-12 keer, brei 37-41-45-49-51 steken in tricotsteek, A.2 3-3-4-5-5 keer, A.5 en 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon. Als u naald 5 in A.2 breit op het achterpand, breit u de eerste steek in de eerste herhaling, de laatste steek in de laatste herhaling wordt gebreid over de eerste steek op de mouw.
Als het werk 12-13-14-15-16 cm meet vanaf de opzetrand, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen als volgt:
6 voorbiessteken in ribbelsteek, brei 25-25-31-37-37 steken zoals hiervoor, plaats de volgende 37-41-45-49-51 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6 steken op onder de mouw, brei 54-54-66-72-72 steken, plaats de volgende 37-41-45-49-51 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6 steken op onder de mouw, brei 24-24-30-36-36 steken zoals hiervoor en 6 voorbiessteken in ribbelsteek.

LIJF:
= 127-127-151-169-169 steken.
Ga verder heen en weer gebreid als volgt: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.1, A.2 tot er 12 steken over zijn, brei A.5 en 6 voorbiessteken in ribbelsteek.
Als het werk 9-12-13-15-17 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 20-20-22-26-26 steken verdeeld op de volgende naald aan de goede kant (meerder niet over de biezen) = 147-147-173-195-195 steken.
Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei boordsteek aan de verkeerde kant als volgt: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 1 averecht en 6 voorbiessteken in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek voor 3 cm. Kant af. Het vest meet ongeveer 24-28-30-33-36 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Plaats de 37-41-45-49-51 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem 1 steek op in elk van de 6 opgezette steken onder de mouw = 43-47-51-55-57 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw.
Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte voor 1 cm. Minder nu 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2½-2-2-2-2½ cm in totaal 3-5-6-7-8 keer = 37-37-39-41-41 steken. Als de mouw 10-12-15-16-22 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 5 steken verdeeld = 42-42-44-46-46 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 13-15-18-19-25 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag averecht zodat er een gaatje ontstaat
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen
symbols = dit vierkant heeft geen steek omdat het eerder was geminderd; ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 43-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (74)

country flag Ginette wrote:

Je fais la taille 6/9mois

05.07.2023 - 13:11

DROPS Design answered:

Bonjour Ginette, donc vous avez 93 mailles que vous tricotez ainsi: 6 m point mousse, 7 m de A.1, et 5 m de A.3 (18 m pour le devant gauche), puis 1 m end avec 1 marqueur (1 m raglan), puis 12 m end (+ 4 = 16 m pour la manche gauche), 1 m end avec 1 marqueur (1 m raglan), puis 6 m de A.4, 3 x les 6 m de A.2 et les 5 m de A.3 (6+18+5=29 m pour le dos) puis 1 m end avec 1 marqueur (1 m raglan), puis 12 m end (+ 4 m = 16 m pour la manche droite), 1 m end avec 1 marqueur (1 m raglan), et enfin les 6 m de A.4, les 6 m de A.5 et 6 m point mousse (= 17 m pour le devant droit) soit: 18 +1+12+1+29+1+12+1+18=93 m (sans les augmentations). Bon tricot!

05.07.2023 - 13:42

country flag Ginette wrote:

J ai tricoté le 1° rang de l empiècement il me rest e 8 m avant les 6 m de bordure je ne comprends pas où est mon erreur, j ai bien mis une m pour les marqueurs . Serait ce pour les manches quand vous écrivez 12m Jersey en augmentant 4 m doit on en avoir 16m au total ou 12m? Merci d avance pour votre réponse

05.07.2023 - 10:56

DROPS Design answered:

Bonjour Ginette, quelle taille vous faites?

05.07.2023 - 13:04

country flag Anna Larsen wrote:

Rikke har ret! Der er et eller andet galt med mønsteret, maskeantal passer ikke, selv om man udelader udtagningerne. Jeg har selv fiflet noget, så det nogenlunde ligner. Pas navnlig på, at de små snoninger, der ligger lige op til forkanter, bibeholdes med samme pindeantal imellem!

01.07.2023 - 18:36

country flag Anna wrote:

Måske samme problem som Rikke? Når man skal strikke A3 og A4 uden udtagninger, vil det så sige, at man på 1. og 5. række udelader det sidste omslag i A3 og det første i A4? Og i række 3 og 7 de 2 sidste omslag i A3 og de 2 første i A4?

23.06.2023 - 13:19

DROPS Design answered:

Hej Anna, ja da hopper du bare over de yderste omslag som er markeret sort i diagrammerne :)

29.06.2023 - 14:20

country flag Rikke wrote:

Hej! Jeg strikker str 1/3 mrd. og er færdig med A3 og A4 i højden x 2, og skal nu kun tage ud på ærmerne. Hvordan skal jeg fortsætte mønsteret på forstykkerne og rygstykket? Maskeantallet går ikke op med kun at strikke A1 og A2 x 3 på venstre forstykke og A2 x 3 og A5 på højre. Jeg har aktuelt 24 (+6 kant) masker på begge forstykker, og eftersom A1 er på 7 masker, kommer det ikke til at gå op. Det går heller ikke op at fortsætte med A3 og A4 uden udtagninger pga mønsteret.

18.06.2023 - 13:50

country flag Katarzyna Majdan wrote:

Wykonuje rozmiar 6/9 m Pozdrawiam

08.05.2023 - 15:00

DROPS Design answered:

Witaj Kasiu, dalej przerabiasz tył i przody ściegiem ażurowym, ale nie dodajesz już oczek na reglany tyłu/przodów. W tym momencie powinnaś mieć 40 oczek na rękawach. Zostają Ci jeszcze 2 rzędy na prawej stronie robótki z dodawaniem oczek, ale tylko na rękawy (reglany rękawów). Pozdrawiamy!

08.05.2023 - 16:12

country flag Katarzyna Majdan wrote:

Witam serdecznie obecnie jestem w części Karczek :Gdy schematy A.3 i A.4 zostaną przerobione 2-2-3-3-3 razy na wysokość, dodawanie oczek na przodach i tyle jest zakończone; dalej dodawać oczka tylko na rękawach. Dalej przerabiać przody i tył ściegiem ażurowym, ale bez dodawania oczek. I utknęłam nie do końca rozumiem jak powinnam przerabiać i chciała bym wiedzieć ile jest w obecny momencie oczek na rękawach

07.05.2023 - 12:55

DROPS Design answered:

Witaj Kasiu, napisz który rozmiar wykonujesz.

08.05.2023 - 10:58

country flag Annette Enk wrote:

Liegt mein Fehler vielleicht in Reihe 3? Muss nur eine Zunahme, die ja in der Rückreihe verschränkt abgestrickt wird, weggelassen werden?

30.03.2023 - 17:05

DROPS Design answered:

Liebe Frau Enk, es sind beim Rumpfteil keine Zunahmen mehr gestrickt, so stricken Sie glattrechts alle Extra Maschen im Diagram, die nicht zum Lochmuster gehören, beachten Sie nur, daß im A.3/A.4 genauso viele Umschläge und Abnahmen sind, so nehmen Sie nicht mehr zu. Viel Spaß beim stricken!

11.04.2023 - 09:49

country flag Annette Enk wrote:

Ich muss noch 3 Raglanzunahmen an den Ärmeln machen. Bei Rumpf- u. Vorderteilen habe ich die Zumahmen wie beschrieben weggelassen und bin jetzt in Reihe 5 beim Vorderteil. Wie endet die Reihe? Ich muss ja immer soviele Abnahmen wie Zunahmen arbeiten, damit die Maschenzahl gleich bleibt. Geht bei mir nicht auf. Wo ist mein Fehler?

30.03.2023 - 16:58

DROPS Design answered:

Liebe Frau Enk, über Vorderteile strickt man jetzt nur A.2 + A.1 nach den Blenden-Maschen (linkes Vorderteil) und A.5 vor den Blenden-Maschen (rechtes Vorderteil). Viel Spaß beim stricken!

11.04.2023 - 09:47

country flag Tonya wrote:

I am enjoying the challenging pattern. Working a 6/9 month size. I have finished the increases on the yoke and I am working the pattern. I am working round 5, but I don’t understand, “when you work round 5 in A.2 on the back piece (and here’s what I don’t understand->) knit the first stitch in the first repeat…. “

29.03.2023 - 21:22

DROPS Design answered:

Dear Tonya, it means that, when working round 5 of A.2 for the first time in that round, in the first repeat you start working: knit1, yarn over, knit 1, yarn over and then the decrease. Afterwards, the last stitch of the last repeat of A.2 is worked over the first stitch of the sleeve (A.5). Remember that the last stitch of each repeat of A.2 is the first stitch of the first repeat, except for the last repeat. Happy knitting!

02.04.2023 - 16:40