DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Grace in Lace

Jurk gehaakt van boven naar beneden met ronde pas, kantpatroon en korte mouwen van DROPS Safran. Maat: S - XXXL

DROPS 175-30
DROPS design: Patroon nr. e-263
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SAFRAN van Garnstudio (hoort bij garengroep A)
500-550-600-650-700-750 gr. kleur 50, ijsblauw

DROPS HAAKNAALD 3,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 stokjes x 12 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

KANTPATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. A.2 laat zien hoe elke toer begint en eindigt al u haakt in A.1. (A.2 is een aanvulling op A.1, dus A.2 vervangt de eerste steek).

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Begin elke toer met stokjes met 3 lossen (= 1 stokje), eindig de toer met 1 halve vaste in 3e losse aan begin van de toer.
Begin elke toer met vasten met 1 losse (= 1 vaste), eindig de toer met 1 halve vaste in 1e losse aan begin van de toer.

PATROON-1 (voor de lijf):
Haak A.3. Als A.3 een keer in de hoogte is gehaakt, haak dan 5-6-8-9-10-11 toeren met 1 stokje in elk stokje, haak dan A.3 nog een keer.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN:
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd/geminderd moet worden: neem het totale aantal steken op de toer (bijv. 258 steken) en deel dit door het aantal te meerderen/minderen steken (bijv. 15) = 17,2. Dus meerder in dit voorbeeld na ongeveer elke 17e steek. Minder door ongeveer elke 16e en 17e steek samen te haken.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
Haak tot er 2 stokjes/lossen over zijn voor de markeerdraad, haak 2 stokjes in/om volgende stokje/losse (= 1 stokje gemeerderd), haak 1 stokje in/om elke van de volgende 2 stokjes/lossen, markeerdraad is in midden van deze stokjes/lossen, haak 2 stokjes in/om volgende stokje/losse (= 1 stokje gemeerderd). Herhaal dit meerderen bij aan elke markeerdraad.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stokje door de volgende 2 stokjes samen te haken als volgt: haak 1 stokje maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op haak), haak dan het volgende stokje maar haal de laatste doorhaling door alle 3 lussen op de haak.
----------------------------------------------------------

JURK:
Wordt in de rondte gehaakt vanaf middenachter, van boven naar beneden.

PAS:
Haak 146-146-155-155-163-163 lossen met haaknaald 3,5 mm en Safran en vorm een ring met 1 halve vaste in eerste losse. Haak de eerste toer als volgt: haak 3 lossen (= 1 stokje) - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN, 1 stokje in elke van de volgende 5-5-0-0-1-1 lossen, * sla 1 losse over, 1 stokje in elke van de volgende 6 lossen *, herhaal van *-* de hele toer = 126-126-133-133-140-140 stokjes (inclusief de 3 lossen van het begin van de toer). Haak dan A.1 in de rondte (= 18-18-19-19-20-20 patroonherhalingen van 7 steken - A.2 laat zien hoe elke toer in A.1 begint en eindigt en wordt in aanvulling op A.2 gehaakt). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Plaats op de laatste toer in A.1 8 markeerdraden en haak als volgt:
Werk volgens het telpatroon en meerder zoals hieronder staat uitgelegd – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1: haak 29-29-31-31-33-33 stokjes en meerder 0-0-0-1-0-0 stokjes gelijkmatig verdeeld, plaats 1 markeerdraad in het werk, haak 4 stokjes en meerder 2-4-4-4-4-4 stokjes gelijkmatig (= rechterachterpand), plaats 1 markeerdraad, haak 42-42-44-44-46-46 stokjes, plaats 1 markeerdraad, haak 4 stokjes en meerder 2-4-4-4-4-4 stokjes gelijkmatig, plaats 1 markeerdraad (= mouw), haak 58-58-62-62-66-66 stokjes en meerder 0-0-0-2-0-0 stokjes gelijkmatig verdeeld, plaats 1 markeerdraad, haak 4 stokjes en meerder 1-4-4-4-4-4 stokjes gelijkmatig, plaats 1 markeerdraad (= voorpand), haak 42-42-44-44-46-46 stokjes en meerder 0-1-1-2-1-1 stokjes gelijkmatig, plaats 1 markeerdraad, haak 4 stokjes en meerder 1-4-4-4-4-4 stokjes gelijkmatig, plaats 1 markeerdraad (= mouw), haak 29-29-31-31-33-33 stokjes en meerder 0-0-0-1-0-0 stokjes gelijkmatig (= linkerachterpand) = 222-234-246-252-258-258 stokjes op de toer. Het werk meet ongeveer 9 cm.

Haak 0-0-0-0-2-2 toeren met 1 stokje in elk stokje en meerder 0-0-0-0-12-15 stokjes gelijkmatig op elk van de toeren – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (= 0-0-0-0-24-30 stokjes in totaal) = 222-234-246-252-282-288 stokjes. Neem de markeerdraden gaandeweg mee in de hoogte. Herhaal A.3 37-39-41-42-47-48 keer in totaal in de breedte. Meerder op de 2e toer (dus toer met stokjes) bij elke markeerdraad – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en meerder 2-8-8-8-8-8 stokjes gelijkmatig verdeeld over de toer (= 2 stokjes gemeerderd bij elke markeerdraad en 2-8-8-8-8-8 stokjes gelijkmatig gemeerderd = 18-24-24-24-24-24 stokjes gemeerderd op de toer) = 240-258-270-276-306-312 stokjes. Herhaal nu A.3 40-43-45-46-51-52 keer in de breedte. Herhaal dit meerderen op de laatste toer in A.3 (dus 2 stokjes gemeerderd bij elke markeerdraad en 2-8-8-8-8-8 stokjes gemeerderd gelijkmatig = 18-24-24-24-24-24 stokjes gemeerderd in totaal op de toer) = 258-282-294-300-330-336 stokjes.
* Haak 1 toer stokjes met 1 stokje in elk stokje. Haak 1 toer stokjes en meerder 18-18-16-17-24-26 stokjes gelijkmatig *, herhaal van *-* 1-1-2-3-2-3 keer in totaal = 276-300-326-351-378-414 stokjes. Haak 0-1-1-0-1-0 toeren stokjes met 1 stokje in elk stokje. Het werk meet ongeveer 17-18-19-20-21-22 cm. Haak op de volgende toer als volgt: haak 1 stokje in elke van de eerste 39-43-47-51-57-64 stokjes (= half achterpand), haak 8 lossen, sla 60-64-69-73-75-79 stokjes van de vorige toer over (= mouw), 1 stokje in elke van de volgende 78-86-94-103-114-128 stokjes (= voorpand), 8 lossen, sla 60-64-69-73-75-79 stokjes van de vorige toer over (= mouw), 1 stokje in elke van de laatste 39-43-47-51-57-64 stokjes (= helft achterpand) = 172-188-204-221-244-272 stokjes/lossen op de toer. Eindig het lijf en de mouwen apart.

LIJF:
Plaats 1 markeerder op de toer – MEET NU HET WERK VANAF HIER.
Haak 1 toer stokjes met 1 stokje in elk stokje/elke losse. Haak nog 1 toer met 1 stokje in elk stokje en minder TEGELIJKERTIJD 4-2-0-5-4-2 stokjes gelijkmatig – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN en TIP VOOR HET MINDEREN = 168-186-204-216-240-270 stokjes.
Haak nu in PATROON-1 - zie uitleg boven. Haak TEGELIJKERTIJD tot een hoogte van 9-10-11-12-13-14 cm, pas zo aan dat de volgende toer een toer is met stokjes – en minder 6-12-12-6-6-6 stokjes gelijkmatig = 162-174-192-210-234-264 stokjes. Ga verder in patroon-1. Haak tot een hoogte van 19-20-21-22-23-24 cm, meerder 6 stokjes gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN EN TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo elke 3e toer 12-12-12-12-14-14 keer in totaal = 234-246-264-282-318-348 stokjes. Als het werk 49-51-53-55-57-59 cm meet vanaf de markeerder (hele jurk meet ongeveer 71-74-77-80-83-86 cm), haak dan A.3 in de rondte. Als A.3 klaar is, haak dan 1 toer stokjes met 1 stokje in elk stokje. Haak dan 1 toer vasten met 1 vaste in elk stokje. Hecht af. De jurk meet ongeveer 76-79-82-85-88-91 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Mouw wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden. Begin midden onder de mouw als volgt: haak 1 vaste in de 5e losse van de 8 lossen in het armsgat op het lijf (= 1 stokje), 3 lossen, haak 1 stokje in elke van de volgende 3 lossen, haak 1 stokje in elk stokje over de mouw, haak 1 stokje in elke van de overgebleven lossen onder mouw = 68-72-77-81-83-87 stokjes op toer. Plaats 1 markeerder midden onder de mouw – MEET NU HET WERK VANAF HIER.

MAAT S en M:
Haak 1 toer stokjes met 1 stokje in elk stokje en minder TEGELIJKERTIJD 2-0 stokjes gelijkmatig = 66-72 stokjes.

MAAT L en XL en XXL en XXXL:
Haak 1 toer stokjes met 1 stokje in elk stokje en meerder TEGELIJKERTIJD 1-3-1-3 stokjes gelijkmatig = 78-84-84-90 stokjes.

ALLE MATEN:
= 66-72-78-84-84-90 stokjes.
Haak stokjes in de rondte met 1 stokje in elk stokje tot het werk ongeveer 3 cm meet vanaf de markeerder voor alle maten. Haak nu A.3 in de rondte. Als A.3 klaar is, haak dan 1 toer stokjes met 1 stokje in elk stokje. Haak dan 1 toer vasten met 1 vaste in elk stokje. Hecht af. Haak de andere mouw op dezelfde manier.

HALSRAND:
Wordt heen en weer gehaakt vanaf middenachter - LET OP: haak stokjes waar stokjes werden gehaakt, maar haak geen stokjes in de overgeslagen lossen = 126-126-133-133-140-140 stokjes). Haak 1 vaste in elke van de eerste 16-16-18-18-20-20 steken, * 1 half stokje in elke van de volgende 3 steken, 1 stokje in elke van de volgende 3 steken, 1 dubbel stokje in elke van de volgende 19 steken, 1 stokje in elke van de volgende 3 steken, 1 half stokje in elke van de volgende 3 steken *, 1 vaste in elke van de volgende 32-32-35-35-38-38 steken, herhaal van *-* 1 keer en haak dan 1 vaste in elke van de laatste 16-16-18-18-20-20 steken. Haak de volgende toer als volgt: haak 1 vaste in elke van de eerste 20-20-22-22-24-24 steken, ** 1 half stokje in elke van de volgende 3 steken, 1 stokje in elke van de volgende 3 steken, * haak de volgende 2 dubbele stokjes samen *, herhaal van *-* nog 5 keer, 1 stokje in elke van de volgende 3 steken, 1 half stokje in elke van de volgende 3 steken **, 1 vaste in elke van de volgende 38-38-41-41-44-44 steken, herhaal van **-** nog 1 keer en eindig met 1 vaste in elke van de laatste 20-20-22-22-24-24 steken = 114-114-121-121-128-128 steken. Haak 1 toer met 1 vaste in elke steek. Hecht af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 16.05.2017
Meer tekst toegevoegd onder INFORMATIE VOOR HET HAKEN: 2e en 3e toer in A.3 beginnen met 3 lossen, eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer. EN telpatroon A.3 is gedraaid.

Telpatroon

symbols = losse
symbols = vaste in steek
symbols = vaste in losse/lossenlus
symbols = stokje in steek
symbols = stokje om losse/lossenlus
symbols = BOBBEL: haak 3 lossen, 1 stokje om lossenring, 3 lossen, 1 halve vaste om dezelfde losse ring
symbols = haak 6 lossen, 1 halve vaste in 4e losse vanaf haak, keer lossenring (dus ga verder en haak in dezelfde richting), haak dan bobbels
symbols = haak 1 stokje in stokje maar wacht met laatste omslag en doorhaling, haak nog 1 stokje in hetzelfde stokje en haal laatste omslag door alle 3 lussen op haak
symbols = haak 1 stokje om lossenlus maar wacht met laatste omslag en doorhaling, haak nog 1 stokje om de zelfde lossenlus en haal laatste omslag door alle 3 lussen op haak
symbols = toer met meerderingen - zie uitleg in patroon
symbols = haak de eerste toer niet, deze is al gehaakt en staat alleen afgebeeld zodat u weer hoe de stokjes in de volgende toer boven elkaar komen
symbols = halve vaste
symbols = haakrichting
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Grace in Lace

Mayra Aguilar, United States

Grace in Lace

Paťka, Slovakia

Grace in Lace

Fairy Mae Manahan, Norway

Grace in lace

SaraČara, Slovenia

Milky dress

Olga, Russian Federation

Frocktails dress

Shelley, Australia

Šaty

Danidula, Czech Republic

175-30 Grace in Lace

Kristin, Sweden

Laat een opmerking achter voor DROPS 175-30

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (121)

country flag Nova wrote:

Hi, just a question. Why doesn’t A.3 graph show the slip stitch and start chains as it does in A1 and 2? I am finding it very confusing in Pattern 1 of the body and have ended up on the last row with 218 stitches instead of 216 for size XL (before the 6 decreases)

08.02.2021 - 19:21

DROPS Design answered:

Dear Nova, the 3 chains at the beginning of the round when working A.3 doesn't count as a stitch, just work them extra - as on round 2 and 5. Make sure you have the correct number of stitches before dividing piece (= 300 sts), then at the beg of body (= 221) so that you have 216 sts after decreasing 5 stitches. Happy crocheting!

09.02.2021 - 08:36

country flag Else Røymo Gravem wrote:

Hei har dere ikke bild på bak siden av denne kjølen ønsker bilde bak hilsen else

07.02.2021 - 15:09

DROPS Design answered:

Hei Else. Baksiden er lik det du ser på forsiden. mvh DROPS design

08.02.2021 - 13:49

country flag Cloudy wrote:

Oh glory days! I worked it out in A.1 just finished the first row and I now know where I went wrong it was in this graph I was crocheting the 6 sts for each section instead of skipping those two sts at the end of the section i was on,y skipping 1 st it’s made such a difference I’ve worked it 19 times. I hope it’s plain sailing from here on in. Thank you so much for your patience you guys are just great!!

03.02.2021 - 15:08

DROPS Design answered:

Dear Cloudy, glad to see that you get the correct number of repeats now. Happy crocheting!

03.02.2021 - 15:20

country flag Cloudy wrote:

Are you saying that each section of the graph is not worked over each 6 st section but goes into the next set of 6 to complete? This is even more confusing. Maybe that’s what I’m doing wrong. I’ll complete this first round of the graph and follow the video I hope it works because I actually thought each part of the graph was the 6 sts

03.02.2021 - 13:45

country flag Cloudy wrote:

And that’s the confusing part. I am ready to start A.1 again and I have 133 sts including the chain 3 at the beginning. The previous round we established we worked the 7sts 22 times so we have 22 sections of 7 if x 7 =154 + 1 but if it’s 6 sts x 22 = 132 +1. So wouldn’t the graph be the 6sts worked 22 times. I’m not counting the skipped st on,y the 6 sts that are worked in the graph. When i como,este the first round I will have worked the 6 sts 22 times not 19

03.02.2021 - 13:26

country flag Cloudy wrote:

I apologise. One more question. I have 133 sts to start A.1. Here again it’s says 19 reps but I have 22 times 6 sts = 132 + 1 so does that mean the graph is worked over those 6 sts (not counting the skip 1 chain) 22 times and not 19 times? Is that correct? The reps are confusing I don’t know what they are. I’m understanding the working 22 times but I’m confusing the 19 reps with the 22 times.

03.02.2021 - 12:48

DROPS Design answered:

No worries :) You have 133 sts = 132 + 3 chains, work 1st round starting with A.2 (= 3 chains = do not replace first treble here), then work the 7-sts-repeat each A.1 (first stitch will be in the 3rd ch from beg of previous round) a total of 19 times = 19 times 7 sts = 133 sts + the 3 chains in A.2. Hope this helps.

03.02.2021 - 13:01

country flag Cloudy wrote:

Aaah I think this is where the confusion is. It’s the terminology of the word repetitions. The 7 sts are worked 22 times, I thought the 22 times was the reps. So it’s a actually worked 22 times not sure what the 19 reps mean. Yes I do have 133 sts when I start the A.1 the graph is correct but I still wound up on the final row with too many sts. Will try again. Sorry for all the confusion

03.02.2021 - 12:34

country flag Cloudy wrote:

Aaah I think this is where the confusion is. It’s the terminology of the word repetitions. The 7 sts are worked 22 times, I thought the 22 times was the reps. So it’s a actually worked 22 times not sure what the 19 reps mean. Yes I do have 133 sts when I start the A.1 the graph is correct but I still wound up on the final row with too many sts. Will try again. Sorry for all the confusion

03.02.2021 - 12:31

country flag Cloudy wrote:

This is so frustrating. I’ll try and explain it another way. There are 155 chain and 7 sts make up each section. If you divide 155 by 7= 22 and that’s how many sections I get. But after the round there are 133 sts and if you divide 133 by 7 = 19. But I have 22 sections because I have worked into the 155 chain and even though it’s given me 133 I still have 22 sections. The only way is if someone in your depot can work those two rows and explain it because I can’t work it out.

03.02.2021 - 12:10

DROPS Design answered:

The foundation chain is most often too tight, reason why you crochet here 155 chains at the very beginning but then skip chains evenly so that you will have only 133 trebles at the end of fthe first round - see previous answer for the details. Then you have enough stitches for 19 repeats in size L. Hope this will help, happy crocheting!

03.02.2021 - 12:16

country flag Cloudy wrote:

Thank you so much for your response but I’ve done all you said and I’ve worked the A.1 graph according to your video tutorial and that all works out. It’s the cast on at the very beginning. Sts concur for size L. I cast on 155 chain then join in the first chain. Chain 3 miss the first stitch then dc 6 miss the next st and repeat until the end counted 133 sts and 22 sections of 7 sts. Is someone able to crochet just those two rows? Done 3 times already still get 22 reps

03.02.2021 - 11:34

DROPS Design answered:

Dear Cloudy, the thing is here that you shouldn't have 155 sts to work A.1 over but only 133, as follows: 3 chains (= 1st treble), then repeat (skip 1 chain, 1 treble in each of the next 6 chains) a total of 22 times = this means you will work over 7 chains x 22 = 154 chains a total of 6 trebles x 22 = 132 trebles + the 3 chains = 133 trebles at the end of the first round. Hope this helps.

03.02.2021 - 12:14