Hello Yellow |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Trui met kabels, kantpatroon, raglan en A-lijn, gebreid van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Cotton Merino.
DROPS 187-4 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
INFORMATIE VOOR HET PATROON: RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.9. TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), brei de volgende 2 steken recht samen. ---------------------------------------------------------- TRUI: De pas en het lijf worden in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald. PAS: Zet 92-96-100-108-112-120 steken op een korte rondbreinaald 4 mm met Cotton Merino. Brei 3 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei de volgende naald (naald begint midden achter) als volgt: Brei 17-18-19-21-22-24 recht en meerder 1 steek – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= helft van het achterpand), * 1 omslag, 1 recht *, brei van *-* 12 keer in totaal (= 12 steken gemeerderd = mouw), 34-36-38-42-44-48 recht en meerder 3-1-3-1-3-3 steken verdeeld (= voorpand), brei van *-* 12 keer in totaal (= 12 steken gemeerderd = mouw) en eindig met 17-18-19-21-22-24 steken recht en 2-0-2-0-2-2 steken verdeeld minderen (= helft van het achterpand) = 122-122-130-134-142-150 steken. Brei 1 naald recht, brei alle omslagen gedraaid, om gaatjes te vermijden. Brei dan en meerder voor de raglan op de volgende naald als volgt: 15-15-19-19-19-23 recht, 1 omslag (= helft van het achterpand = 1 steek gemeerderd), A.1a (= 6 steken), 1 omslag (= 1 steek gemeerderd), 18-18-14-16-20-16 recht, 1 omslag (= 1 steek gemeerderd), A.2a (= 6 steken) (= mouw), A.3a (= 6 steken, de raglanmeerdering is in het telpatroon getekend), A.4a (= 4 steken) over de volgende 4-4-8-8-8-12 steken, A.4b (= 4 steken), A.5 (= 3 steken = midden van de voorkant van het werk), A.6a (= 4 steken), herhaal A.6b (= 4 steken) over de volgende 4-4-8-8-8-12-12 steken. A7a (= 6 steken, de raglanmeerdering in het telpatroon getekend) (= voorpand), A.1a over de volgende 6 steken, 1 omslag (= 1 steek gemeerderd), 18-18-14-16-20-16 recht, 1 omslag (= 1 steek gemeerderd), A.2a over de volgende 6 steken (= mouw), 1 omslag (= 1 steek gemeerderd) en eindig met 16-16-20-20-20-24 recht (= helft van het achterpand) (= 2 steken gemeerderd in iedere A.1a en A.2a = 8 steken gemeerderd. Voor de raglan: 2 steken zijn gemeerderd op elke mouw en het achterpand en 1 steek in A.3a en A.7a (= voorpand) = 8 steken gemeerderd voor de raglan = 16 steken gemeerderd op de naald) = 138-138-146-150-158-166 steken. Brei de gemeerderde omslagen aan elke kant van A.1 en A.2 op de volgende naald recht zodat er gaatjes ontstaan. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder nu voor de raglan en brei TEGELIJKERTIJD in patroon, lees beide stukken hieronder door voordat u verder gaat: PATROON: Als A.1a en A.2a een keer in de hoogte zijn gebreid, brei dan A.1b over A.1a en A.2b over A.2a. Herhaal telpatronen A.1b en A.2b in de hoogte. Het gaatjespatroon in A.3a, A.4, A.6 en A.7a worden verplaatst richting midden voor en komt tegen telpatroon A.5 (= midden voor) waar ze samen zijn geminderd, dus er komen steeds minder lijnen met gaatjes als u mindert in A.5. Herhaal telpatroon A.4 tot A.6 in de hoogte. Dus er is 1 herhaling minder van A.4a en A.6b in de breedte voor iedere herhaling van A.4 en A.6 in de hoogte. Als A.3a en A.7a een keer in de hoogte zijn gebreid, brei dan A.3b over A.3a en A.7b over A.7a. Het gaatjespatroon in A.5 wordt geminderd zoals hiervoor, brei de overgebleven steken in tricotsteek en patroon zoals hiervoor. Als alle lijnen met gaatjes geminderd zijn, brei dan in tricotsteek over de steken in A.3, A.5 en A.7. RAGLAN: Meerder nu voor de raglan als volgt: LET OP! De eerste 12 meerdernaalden voor de raglan zijn in het telpatroon A.3a en A.7a getekend op het voorpand maar meerder op elke mouw en op het achterpand als volgt: Meerder 1 steek aan elke kant van iedere A.1 en A.2 (= 2 steken gemeerderd op het achterpand, 2 steken op elke mouw, 1 steek gemeerderd in A.3a en 1 steek gemeerderd in A.7a = 8 steken in totaal gemeerderd). Brei de gemeerderde steken recht zodat er gaatjes ontstaan. Meerder zo iedere andere naald 21-25-27-30-33-36 keer in totaal (de eerste meerdering wordt hierboven uitgelegd. Als er in totaal 12 meerdernaalden gedaan zijn, zijn A.3a en A.7a een keer in de hoogte gebreid, de meerderingen voor de raglan zijn nu niet meer in het telpatroon getekend, dus ga verder met meerderen zoals op het achterpand = 8 steken gemeerderd in totaal op iedere meerdernaald). Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 298-330-354-382-414-446 steken op de naald. Brei dan A.1c over A.1b en A.2c over A.2b (pas aan welke naald u mee begint volgens patroon, dus ga verder met de kabel zoals hiervoor en brei gaatjespatroon aan elke kant van iedere kabel). Ga verder met breien tot het werk 20-23-24-27-29-31 cm meet. Brei 1 naald en minder 2 steken verdeeld over iedere A.1c en A.2c (= 8 steken geminderd in totaal) = 290-322-346-374-406-438 steken. Brei verder in tricotsteek over A.1c en A.2c. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen als volgt: Brei 40-44-48-53-59-65 steken (= helft van het achterpand), zet de volgende 64-72-76-80-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 steken op onder de mouw, voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken, brei 81-89-97-107-119-131 steken (= voorpand), zet de volgende 64-72-76-80-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 steken op onder de mouw, voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken en eindig met 41-45-49-54-60-66 steken (= helft van het achterpand) = 178-194-210-230-254-278 steken. Brei het lijf en de mouwen apart verder. Voeg hier 1 markeerdraad in. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 178-194-210-230-254-278 steken. Brei A.8 (= 6 steken) over de middelste steken in de zijkant onder elke mouw (= 3 steken aan elke kant van elke markeerdraad), brei de overgebleven steken in patroon en tricotsteek. Als het kantpatroon op het voorpand klaar is, ga dan verder in tricotsteek met A.8 onder elke mouw. Bij een hoogte van 31-30-31-30-30-30 cm (er zijn ongeveer 218-230-250-266-290-314 steken op de naald) vanaf waar het lijf gescheiden is van de mouwen, gaat u verder met rondbreinaald 4 mm en breit u 3 ribbels. Kant af. Zorg ervoor om een strakke afkantrand te voorkomen, kant af met 1 naald in een maat groter indien nodig. MOUW: Brei de mouw in de rondte op de rondbreinaald/breinaalden zonder knop. Zet de 64-72-76-80-84-88 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en neem daarnaast 1 nieuwe steek op in elk van de 8 opgezette steken onder de mouw = 72-80-84-88-92-96 steken op de naald. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 1 cm, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 8e-4e-4e-3e-2e-2e naald 6-8-8-8-8-8 keer in totaal = 60-64-68-72-76-80 steken. Bij een hoogte van 17-14-14-11-9-7 cm vanaf waar de mouw van het lijf is gescheiden, gaat u verder als volgt: Brei 2 ribbels. Brei 2 naalden in tricotsteek. Brei de volgende naald als volgt: Brei 0-2-1-0-2-1 steken in tricotsteek, * 6 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot 0-2-1-0-2-1 steek over is, brei 0-2-1-0-2-1 steken in tricotsteek = 70-74-79-84-88-93 steken. Brei 2 naalden in tricotsteek (brei de omslagen altijd gedraaid recht om gaatjes te voorkomen). Brei de volgende naald als volgt: Brei 0-2-1-0-2-1 steken in tricotsteek, * 7 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot 0-2-1-0-2-1 steek over is, brei 0-2-1-0-2-1 steken in tricotsteek = 80-84-90-96-100-106 steken. Brei 2 naalden in tricotsteek (brei de omslagen altijd gedraaid recht om gaatjes te voorkomen). Brei de volgende naald als volgt: Brei 0-2-1-0-2-1 steken in tricotsteek, * 8 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot er 0-2-1-0-2-1 steek over is, brei 0-2-1-0-2-1 steken in tricotsteek = 90-94-101-108-112-119 steken. Ga verder in de rondte met tricotsteek tot de mouw 34-31-31-28-26-24 cm meet in totaal vanaf waar de mouw van het lijf is gescheiden (brei de omslagen van de eerste naald gedraaid om gaatjes te voorkomen). Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei A.9 in de rondte terwijl u TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 0-0-1-0-0-1 steek meerdert = 90-94-102-108-112-120 steken. Als A.9 een keer in de hoogte is gebreid, kant dan af met recht. Zorg ervoor om een strakke afkantrand te voorkomen, kant af met 1 naald in een maat groter indien nodig. De mouw meet 37-34-34-31-29-27 cm in totaal vanaf waar de mouw van het lijf is gescheiden. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (91)
Rouvier wrote:
J'adore !
11.12.2017 - 19:18