DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 51.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Primrose Dress

Jurk met kantpatroon en ronde pas, van boven naar beneden gehaakt. Maat: S - XXXL Het werk wordt gehaakt in DROPS Cotton Merino.

DROPS 186-2
DROPS design: Patroon cm-083
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep B)
650-750-800-900-1000-1050 g kleur 13, koraal

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep B)” - zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 18 stokjes x 9 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 51.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. Telpatronen A.1 en A.5 laten zien hoe het telpatroon begint en eindigt. Op de 7e, 11e en 13e toer, vervangen A.5 en A.1 niet de eerste steek in A.4 en A.2, dus de toeren beginnen met 3 lossen (vervangt niet het eerste stokje) en eindigen met 1 halve vaste in de eerste steek in A.2 en A.4. Op de overgebleven toeren, wordt de eerste steek in A.2 en A.4 vervangen door A.1 en A.5

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van iedere toer met stokjes vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.
Op iedere toer met vasten vervangt u de eerste vaste met 1 losse. Eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, gebruik het totaal aantal steken op de toer (dus 94 stokjes) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 18) = 5.2. Dus in dit voorbeeld haakt u 2 stokjes in ongeveer ieder 5e stokje.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkant van het lijf):
Haak tot er 2 stokjes over zijn voor de markeerdraad, haak 2 stokjes in het volgende stokje, 1 stokje in elk van de volgende 2 stokjes (de markeerdraad is in het midden van deze stokjes), haak 2 stokjes in het volgende stokje. Meerder zo op beide markeerdraden (= 4 stokjes gemeerderd in totaal).

HAAK 2 STOKJES SAMEN:
* Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in de volgende steek, haal het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door de 2 eerste lussen op haaknaald *, herhaal van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het garen door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 stokje geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor het lijf):
Minder 1 stokje aan elke kant van iedere markeerdraad als volgt: Haak tot er 3 stokjes over zijn voor de markeerdraad, HAAK 2 STOKJES SAMEN - zie uitleg hierboven, haak 1 stokje in elk van de volgende 2 stokjes (de markeerdraad is in het midden van deze steken), haak de volgende 2 stokjes samen. Minder zo op beide markeerdraden (= 4 stokjes geminderd in totaal).

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, neem het totaal aantal steken op de toer (in dit voorbeeld 60 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (in dit voorbeeld 6) = 10. In dit voorbeeld haakt u iedere 9e en 10e steek samen.
----------------------------------------------------------

JURK:
Haak in de rondte van boven naar beneden. De toer begint ongeveer midden achter (dit varieert in de verschillend maten vanwege het aantal patroonherhalingen op het achterpand).

PAS:
Haak 108-108-117-117-124-124 lossen op haaknaald 4 mm met Cotton Merino en vorm 1 ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak de eerste toer als volgt: Haak 3 lossen (= 1 stokje) - lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, 1 stokje in elk van de volgende 3-3-5-5-5-5 lossen, * sla 1 losse over, 1 stokje in elk van de volgende 6 lossen *, herhaal van *-* = 94-94-102-102-108-108 stokjes. Haak 1 toer met 1 stokje in ieder stokje en meerder 18-18-22-22-28-40 stokjes verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 112-112-124-124-136-148 stokjes.
Haak de volgende toer en voeg 4 markeerdraden in het werk als volgt: A.1 laat zien hoe de toer begint en eindigt - lees PATROON. Haak A.2 (= 6 stokjes) over de eerste 18-18-24-24-24-30 stokjes (= 3-3-4-4-4-5 keer in de breedte) (= ongeveer de helft van het achterpand), A.3 (= 4 stokjes), voeg de 1e markeerdraad in, haak A.2 over de volgende 12 stokjes (= 2 keer in de breedte), voeg de 2e markeerdraad in, haak A.3 over de volgende 4 stokjes (= mouw), haak A.2 over de volgende 36-36-42-42-48-54 stokjes (= 6-6-7-7-8-9 keer in de breedte) (= voorpand), haak A.3 over de volgende 4 stokjes, voeg de 3e markeerdraad in, haak A.2 over de volgende 12 stokjes (= 2 keer in de breedte), voeg de 4e markeerdraad in, haak A.3 over de volgende 4 stokjes (= mouw) en eindig met A.2 over de laatste 18-18-18-18-24-24 stokjes (= 3-3-3-3-4-4 keer in de breedte). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga zo verder in patroon en meerder volgens het telpatroon A.3.
Meerder tegelijkertijd verdeeld op de mouw (dus tussen de 1e en 2e markeerdraad en tussen de 3e en 4e markeerdraad) als volgt:
TOER 8: Meerder 0-6-6-6-6-6 stokjes op elke mouw (= 0-12-12-12-12-12 stokjes gemeerderd in totaal).
TOER 10: Meerder 0-0-6-0-6-6 stokjes op elke mouw (= 0-0-12-0-12-12 stokjes gemeerderd in totaal).
TOER 14: Meerder 0-0-0-0-0-6 stokjes op elke mouw (= 0-0-0-0-0-12 stokjes gemeerderd in totaal).
Als A.1 tot A.3 een keer in de hoogte zijn gehaakt, zijn er 240-252-276-264-288-312 stokjes op de laatste toer. Het werk meet ongeveer 15 cm.
Haak de eerste 0-0-2-2-4-4 toeren van A.2a over alle steken. Het werk meet ongeveer 15-15-17-17-19-19 cm.
Haak nu stokjes over het lijf en patroon over de mouwen als volgt:
Haak 1 stokje in elk van de eerste 33-33-39-39-39-45 stokjes en meerder 0-2-2-2-2-2 stokjes verdeeld (= ongeveer de helft van het achterpand), haak A.4 (= 6 stokjes) over de volgende 54-60-60-60-66-72 stokjes (= 9-10-10-10-11-12 keer in de breedte) (= mouw), haak 1 stokje in elk van de volgende 66-66-72-72-78-84 stokjes en meerder 0-4-4-4-4-4 stokjes verdeeld (= voorpand), A.4 over de volgende 54-60-60-60-66-72 stokjes (= 9-10-10-10-11-12 keer in de breedte) (= mouw) en eindig met 1 stokje in elk van de laatste 33-33-33-33-39-39 stokjes en meerder 0-2-2-2-2-2 stokjes verdeeld (= ongeveer de helft van het achterpand) (= 0-8-8-8-8-8 stokjes gemeerderd in totaal). Meerder zo iedere toer 0-2-2-3-4-5 keer in totaal = 240-268-280-288-320-352 steken.
Op toer 7, 10 en 12 in het telpatroon A.4a haakt u een overgang tussen de stokjes en het patroon als volgt: Haak stokjes tot er 1 stokje over is voor het patroon, haak 2 lossen en 1 vaste in het laatste stokje, haak in patroon zoals hiervoor, haak 1 vaste in het eerste stokje na het patroon en 2 lossen.
Ga zo verder tot het werk 18-19-21-23-25-27 cm meet. Verdeel nu de mouwen en het lijf als volgt:
Haak 1 stokje in elk van de eerste 33-37-43-45-47-55 stokjes (= ongeveer de helft van het achterpand), haak 6-6-6-12-12-12 lossen, sla de volgende 54-60-60-60-66-72 steken (= A.4) over voor de mouw, haak 1 stokje in elk van de volgende 66-74-80-84-94-104 stokjes (= voorpand), haak 6-6-6-12-12-12 lossen, sla de volgende 54-60-60-60-66-72 steken (= A.4) over voor de mouw en eindig met 1 stokje in elk van de laatste 33-37-37-39-47-49 stokjes (= ongeveer de helft van het achterpand). Eindig de mouwen en het lijf apart.

LIJF:
= 144-160-172-192-212-232 stokjes/lossen. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder elke mouw. Ga verder met 1 stokje in iedere steek. Minder bij een hoogte van 4 cm vanaf waar het lijf gescheiden is van de mouwen, 1 stokje aan elke kant van iedere markeerdraad (= 4 stokjes geminderd) - lees TIP VOOR HET MINDEREN! Minder zo iedere 0-3½-6-3½-3½-0 cm 1-3-2-3-3-1 keer in totaal = 140-148-164-180-200-228 stokjes. Ga verder met 1 stokje in ieder stokje.
Meerder bij een hoogte van 37-39-41-43-45-47 cm vanaf de halsrand, 1 stokje aan elke kant van iedere markeerdraad (= 4 stokjes gemeerderd) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 1½ cm 16-17-16-15-19-18 keer in totaal = 204-216-228-240-276-300 stokjes. Bij een hoogte van 47-48-48-48-48-48 cm vanaf waar het werk verdeeld is van de mouwen, haakt u A.4a over alle steken (= 34-36-38-40-46-50 keer in de breedte). Telpatroon A.5 laat zien hoe iedere toer begint en eindigt. Als A.4a een keer in de hoogte is gehaakt, meet het werk ongeveer 59-60-60-60-60-60 cm vanaf waar het werk gescheiden is van de mouwen. Hecht af. Het werk meet ongeveer 77-79-81-83-85-87 cm vanaf de halsrand.

MOUWEN:
Wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden. Haak 1 vaste in de 1e losse van de 6-6-12-12-12-12 lossen gehaakt in het armsgat op het lijf, haak A.4a over de lossen (= 1-1-1-2-2-2 keer in de breedte), pas het patroon aan volgens de rest van de mouw, haak dan in patroon zoals hiervoor over de 54-60-60-60-66-72 steken (dus haak A.4a, A.5 laat zien hoe iedere toer begint en eindigt) = 60-66-72-72-78-84 steken.
Telpatroon A.4a is nu 10-11-12-12-13-14 keer in de breedte gehaakt. Ga zo verder in patroon. Bij een hoogte van 4 cm vanaf waar de mouwen van het lijf zijn gescheiden, pas zo aan dat de volgende toer 1 toer met stokjes is, minder 6 stokjes verdeeld – LEES TIP VOOR HET MINDEREN-1. Haak A.4a 1 keer minder in de breedte. Minder zo iedere 8-6-6-5-5-3 cm 2-3-3-3-3-4 keer in totaal = 48-48-54-54-60-60 stokjes. A.4a wordt nu 8-8-9-9-10-10 keer in de breedte gehaakt. Ga zo verder in patroon tot het werk 22-22-20-18-17-15 cm meet vanaf waar de mouw gescheiden is van het lijf, pas zo aan dat de volgende toer een toer met stokjes is. Meerder op de volgende toer 24-24-30-30-36-36 stokjes verdeeld = 72-72-84-84-96-96 stokjes. A.4a wordt nu 12-12-14-14-16-16 keer in de breedte gehaakt. Ga zo verder tot de mouw 34-34-32-30-29-27 cm meet vanaf waar het van het lijf is gescheiden, pas aan tot het einde volgens patroon. Hecht af. De mouw meet ongeveer 52-53-53-53-54-54 cm vanaf de halsrand.

HALSRAND:
Haak een rand om de hals. Begin midden achter. Haak * 1 vaste in de eerste/het volgende stokje, 3 lossen, sla ongeveer 1 cm over *, herhaal van *-* rondom de hele hals. Zorg ervoor dat u een strakke halsrand voorkomt, pas aan aan het einde met 1 halve vaste in de eerste vaste. Hecht af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 18.01.2019
Correctie - PAS: TOER 10: Meerder 0-0-0-0-6-6 stokjes op elke mouw (= 0-0-0-0-12-12 stokjes gemeerderd in totaal)... Haak 1 stokje in elk van de eerste 33-37-43-45-47-55 stokjes (= ongeveer helft achterpand), haak 6-6-12-12-12-12 lossen...


Gewijzigd online: 28.04.2020
Correctie PAS (alleen voor maat L):...Ga zo verder tot het werk 18-19-21-23-25-27 cm meet. Verdeel nu de mouwen en het lijf als volgt:
Haak 1 stokje in elk van de eerste 33-37-43-45-47-55 stokjes (= ongeveer de helft van het achterpand), haak 6-6-6-12-12-12 lossen, sla de volgende 54-60-60-60-66-72 steken (= A.4) over voor de mouw, haak 1 stokje in elk van de volgende 66-74-80-84-94-104 stokjes (= voorpand), haak 6-6-6-12-12-12 lossen, sla de volgende...

Telpatroon

symbols = losse
symbols = vaste in de steek
symbols = vaste tussen 2 stokjes
symbols = vaste om de lossenlus
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje om losse/lossenlus
symbols = deze toer is reeds gehaakt, het laat alleen zien hoe de volgende toer gehaakt moet worden in/om de steken
symbols = halve vaste
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 186-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (72)

country flag Beth wrote:

I'm making size XL. On the yoke, I've done a1 thru a3 once in height and have 264 stitches. It says to work the first 2 rows of a2 all around then it says to work DC i all the DC. The 2nd row of a2 is DC ch 2 sc ch 2 sc ch 2 DC. Unless I work row 3, i won't have DC all around. I think something is really wrong with the instructions there. Please help. Thanks in advance

26.10.2020 - 03:55

DROPS Design answered:

Dear Beth, after the first 2 rows in A.2a work 1 dc in each stitch from previous row (= 2nd row) in A.2a on body - ie when it says to work the first 39 dc increasing 2 dc evenly (beg of round), work 1 dc in each of the first 39 sts (dc or ch as on previous round) inc 2 dc evenly. Hope this helps. Happy crocheting!

26.10.2020 - 09:35

country flag Romina wrote:

What do you mean by = 6 double ... over first 18....? 6 dc in each dc? Sorry having difficulty understanding... do you have pictures? Tnx Work A.2 (= 6 double crochets) over the first 18-18-24-24-24-30 double crochets (= 3-3-4-4-4-5 times in width) (= approx. half back piece), A.3 (= 4 double crochets), insert 1st marker thread, A.2 over the next 12 double crochets (= 2 times in width), insert 2nd marker thread, A.3 over the next 4 double

20.08.2020 - 05:20

DROPS Design answered:

Dear Romina, A.2 is worked over 6 stitches - when you work A.2 over 18 dc, this means you will repeat A.2 a total of 3 times in width over the next 18 dc. When you work A.2 over 12 dc, you repeat A.2 a total of 2 times in width over the next 12 dc. Happy crocheting!

20.08.2020 - 10:10

country flag Katerina Loki wrote:

Hello, I am little bit confused by the pattern. I am not sure which part is the sleeve if the A.3 or the A.2. According to the pattern I between the marking threads 1&2 is the pattern A.2. but there was written that the sleeve is A.3. Can you help me? Thank

16.07.2020 - 18:50

DROPS Design answered:

Dear Mrs Loki, on each sleeve you work: A.3, A.2 and A.3, but you will increase only between markers (between 1st and 2nd marker + between 3rd and 4th marker) this means you only increase in the stitches worked in A.2 since the increases in A.3 are already drawn in diagram. Happy crocheting!

17.07.2020 - 08:46

country flag Inger wrote:

Hei! Jeg hekler størrelse L, i oppskriften(delen av armer og bolen) står det at jeg skal hekle staver i de neste 43 maskene, 12 lm, 80 st, 12 lm, 37 st. 43+12+80+12+37=184 Ifølge oppskriften skal bolen nå være på 172 masker. Er det en feil i oppskriften eller det jeg som har misforstått noe?

19.04.2020 - 10:42

DROPS Design answered:

Hej Inger, tak for info, vi har lavet en rettelse, så du nu hækler 6 lm i hver side (istedet for 12) God fornøjelse!

28.04.2020 - 11:19

country flag Sara wrote:

Hallo liebes Drops-Team, eine Frage: Ich häkele Größe M. Bei der Passe soll man in Runde 8 von Muster A2 je 6 Maschen pro Ärmel zunehmen. Das hab ich getan, indem ich 4 oder 5 Stäbchen in die Luftmasche von Runde 7 gehäkelt habe statt 3. Wie kann ich jetzt diese insgesamt 12 Maschen in Runde 9 beibehalten? Denn wenn ich laut Anleitung weiterhäkele, verliere ich meine extra Maschen wieder, weil in Runde 9 einfach immer nur ein Stäbchen und zwei Luftmaschen drüber gehäkelt werden.

19.03.2020 - 21:06

DROPS Design answered:

Liebe Sara, alle Maschen werden wie zuvor gehäkelt, dh häkeln Sie A.2 aber jetzt haben Sie 2 Rapporte mehr in der Breite, die Rapporte folgen sich aber nicht mehr in der Höhe und es ist so normal. Viel Spaß beim häkeln!

20.03.2020 - 09:40

country flag Natasha Kristensen wrote:

Hej. jeg er med på at det skal være jævnt fordelt, det jeg ikke kan finde plads til er hvordan. du hækler jo efter et mønster, så hvis du lægger masker ind midt i det passer det jo ikke runden efter medmindre at du skipper masker. så hvordan får man det til at passe med e nye ?

14.02.2020 - 12:52

DROPS Design answered:

Hej Natasha, jo når du øger ifølge opskriften, så vil det diagrammet stadigvæk gå op i det nye antal masker, det vil sige at hvis du skal hækle en gruppe i hver 3. st, så skal du stadigvæk gøre det, og da har du 2 grupper mere hvis du har taget 6 masker ud ærmet. God fornøjelse!

18.02.2020 - 09:14

country flag Natasha Kristensen wrote:

Hej igen. Alt efter hvornår omgang 8 ligger. Hvordan skal man tage dem ud jævnt fordelt? Det er jo et diagram man hækler efter. Skal jeg glemme dem i runden efter for at det passer med mønster ?

13.02.2020 - 22:38

DROPS Design answered:

Hej igen, det skal være jævnt fordelt i en række med stangmasker.

14.02.2020 - 11:45

country flag Natasha Kristensen wrote:

Hej. Når man skal tage ud i starten er det omgang 8 fra start eller omgang 8 i mønsteret?

13.02.2020 - 22:32

DROPS Design answered:

Hej Natasha, tag ud i 8.omgang fra start. Når du har hæklet A.1 og A.3 og taget ud på ærmet måler arbejdet 15 cm. God fornøjelse!

14.02.2020 - 11:42

country flag Kharma-Sel Barrowclough wrote:

I'm struggling to understand when A4 is introduced? The pattert suggests once A2 and A3 has been worked once? but it then goes on to say 'On round 7, 10 and 12 in diagram A.4a work transition between double crochets and pattern as follows.... ' help...

09.02.2020 - 12:40

DROPS Design answered:

Dear Mrs Barrowclough, you start working A.4 when piece measures approx. 15-15-17-17-19 cm, ie after you have 240 to 312 stitches (see your size). Happy crocheting!

10.02.2020 - 09:20

country flag Kharma-Sel Barrowclough wrote:

I'm struggling to understand when A4 is introduced? The pattert suggests once A2 and A3 has been worked once? but it then goes on to say 'On round 7, 10 and 12 in diagram A.4a work transition between double crochets and pattern as follows.... ' help...

09.02.2020 - 12:39