Barn Dance |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebreide jurk in DROPS Cotton Light. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ronde pas, kantpatroon, kabels en korte mouwen. Maat: S - XXXL
DROPS 211-2 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden, dus brei 1 naald recht en 1 naald averecht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.6. RAGLAN: Meerder voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerdraden als volgt: Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd op de markeerdraad en 8 steken gemeerderd in totaal op de naald.) Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 100 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 28) = 3.6. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend ongeveer iedere 3e en 4e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de taille op het lijf): MEERDER ALS VOLGT NA DE MARKEERDRAAD IN DE ZIJKANT: Brei 12-14-16-18-20-22 steken in tricotsteek na de markeerdraad in de zijkant, 1 recht in de lus om de eerste steek op de linker naald (dus in de steek van de vorige naald) = 1 steek gemeerderd. MEERDER ALS VOLGT VOOR DE MARKEERDRAAD IN DE ZIJKANT: Brei tot er 12-14-16-18-20-22 steken over zijn in tricotsteek voor de markeerdraad in de zijkant, 1 recht in de lus om de buitenste steek op de rechter naald (dus in de steek van de vorige naald) = 1 steek gemeerderd. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor de taille van het lijf): MINDER ALS VOLGT NA DE MARKEERDRAAD IN DE ZIJKANT: Brei 12-14-16-18-20-22 steken in tricotsteek na de markeerdraad in de zijkant, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek = 1 steek geminderd. MINDER ALS VOLGT VOOR DE MARKEERDRAAD IN DE ZIJKANT: Brei tot er 14-16-18-20-22-24 steken over zijn voor de markeerdraad in de zijkant, brei de volgende 2 steken recht samen = 1 steek geminderd. TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor midden onder de mouwen): Minder 2 steken midden onder de mouw als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 steken recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET AFKANTEN: Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt een naald in een maat groter gebruiken. Als het nog te strak is, brei dan 1 omslag na ongeveer iedere 8e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken). ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- JURK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De halsrand en de pas worden in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden. HALSRAND: Zet 100-100-106-112-116-120 steken op rondbreinaald 3 mm met Cotton Light. Brei 1 naald recht. Brei dan 3 cm boordsteek in de rondte (= 1 recht/1 averecht). Brei 1 naald recht en meerder 28-28-30-40-44-48 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 128-128-136-152-160-168 steken. Brei 1 naald recht terwijl de omslagen gedraaid gebreid worden. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald (= midden voor). Meet de pas vanaf deze markeerdraad! Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder. PAS: Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei A.1 in de rondte (= 16-16-17-19-20-21 herhalingen van 8 steken). Ga zo verder in patroon, en meerder zoals te zien is in A.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Op de naald voor de naald gemarkeerd met een pijl in A.1, zijn er 256-256-272-304-320-336 steken op de naald. Op de naald gemarkeerd met een pijl in A.1, meerdert u 0-8-0-8-0-0 steken verdeeld = 256-264-272-312-320-336 steken. Als A.1 is gebreid, meet de pas ongeveer 15-15-15-19-19-19 cm vanaf de markeerdraad op de hals. Voeg nu 4 markeerdraden in het werk zoals uitgelegd hieronder. Gebruik de markeerdraden bij het meerderen voor een kleine raglan. Tel 37-39-40-46-49-53 steken (= ½ achterpand), voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek, tel 54-54-56-64-62-62 steken (= mouw), voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek, tel 74-78-80-92-98-106 steken (= voorpand), voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek, tel 54-54-56-64-62-62 steken (= mouw), voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek. Er zijn 37-39-40-46-49-53 steken over op het achterpand na de laatste markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte en meerder voor de RAGLAN aan elke kant van de 4 markeerdraden - lees uitleg hierboven. Meerder zo iedere andere naald 2-4-6-6-8-10 keer in totaal in de hoogte = 272-296-320-360-384-416 steken op de naald. Ga verder met tricotsteek zonder meerderingen tot de pas 18-20-22-24-26-28 cm meet vanaf de markeerdraad bij de hals. Verdeel nu de pas voor het lijf en mouwen, dus brei de volgende naald als volgt vanaf midden achter: Brei 39-43-46-52-57-63 steken in tricotsteek (= ½ achterpand), zet de volgende 58-62-68-76-78-82 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 78-86-92-104-114-126 steken in tricotsteek (= voorpand), zet de volgende 58-62-68-76-78-82 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) , en brei de overgebleven 39-43-46-52-57-63 steken in tricotsteek zoals hiervoor (= ½ achterpand). Knip het garen af en verwijder alle markeerdraden. Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 168-184-200-224-248-272 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant op lijf, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder elke mouw. Begin de naald bij een van de markeerdraden in de zijkant op het lijf, en brei in tricotsteek in de rondte voor 2 cm. Voeg 4 markeerdraden in het werk als volgt: Tel 24-27-30-35-40-45 steken, voeg de 1e markeerdraad in voor de volgende steek, tel 36-38-40-42-44-46 steken (= midden voor), voeg de 2e markeerdraad in voor de volgende steek, tel 48-54-60-70-80-90 steken, voeg de 3e markeerdraad in voor de volgende steek, tel 36-38-40-42-44-46 steken (= midden achter) en voeg de 4e markeerdraad in voor de volgende steek = 24-27-30-35-40-45 steken over op de naald na de laatste markeerdraad. Neem de markeerdraden gaandeweg mee in de hoogte tijdens het breien. Gebruik de markeerdraden later bij het minderen en meerderen in de zijkanten op het lijf, en gebruik de markeerdraden als u de kabels op de voor- en achterkant van de jurk breit. Brei dan de taille terwijl u tegelijkertijd kabels breit zoals uitgelegd hieronder - lees zowel TAILLE als KABELS hieronder voordat u verder gaat. TAILLE: Brei in tricotsteek in de rondte en minder 1 steek voor de taille aan elke kant van beide markeerdraden– lees TIP VOOR HET MINDEREN -1 (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 2½ cm 4 keer in totaal in de hoogte = 152-168-184-208-232-256 steken. Meerder bij een hoogte van 16 cm vanaf de scheiding in alle maten, 1 steek voor de taille aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 4e naald 24-24-24-26-26-26 keer in totaal in de hoogte = 248-264-280-312-336-360 steken. KABELS: Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 2 cm vanaf de scheiding in alle maten, kabels als volgt: Brei in tricotsteek tot er 4 steken over zijn voor de 1e markeerdraad, brei A.2 (= 4 steken), brei in tricotsteek tot de 2e markeerdraad, brei A.3 (= 4 steken), brei in tricotsteek tot er 4 steken over zijn voor de 3e markeerdraad, brei A.2 (= 4 steken), brei in tricotsteek tot de 4e markeerdraad, brei A.3 (= 4 steken), en brei in tricotsteek de rest van de naald. Ga zo verder in patroon. Als A.2 en A.3 is gebreid, brei dan A.4 over A.2 en A.5 over A.3. Als A.4 en A.5 is gebreid, brei dan A.x over A.4 en A.y over A.5. Als A.x en A.y is gebreid, brei dan in tricotsteek in de rondte over alle steken tot het werk 49-50-51-52-53-54 cm meet vanaf de scheiding (er is ongeveer 15 cm over tot de gewenste afmetingen, pas de jurk en brei tot de gewenste lengte). Brei dan een rand zoals uitgelegd hieronder. RAND MET KANTPATROON: Brei 1 naald recht en meerder 4-0-8-0-0-0 steken verdeeld = 252-264-288-312-336-360 steken. Brei dan A.6 in de rondte (= 21-22-24-26-28-30 herhalingen van 12 steken). Als A.6 is gebreid, zijn er 294-308-336-364-392-420 steken op de naald. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK in de rondte over alle steken - lees uitleg hierboven. Kant af met recht– lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De jurk meet ongeveer 86-89-92-95-98-101 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUWEN: Zet de 58-62-68-76-78-82 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald 4 mm, en neem daarnaast 1 nieuwe steek op in elk van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder de mouw = 64-68-76-84-88-92 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 steken en neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien, het wordt later gebruikt voor het minderen midden onder de mouw. Begin de naald bij de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 2-2-1-1-½-½ cm 5 keer in totaal in alle maten = 54-58-66-74-78-82 steken. Brei tot de mouw 13-12-10-8-7-5 cm meet vanaf de scheiding (er is ongeveer 3 cm over tot de gewenste afmetingen, pas de jurk en brei tot de gewenste lengte). LET OP! Minder voor de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 3 cm boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouw meet ongeveer 16-15-13-11-10-8 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (31)
Birgit Öhrling wrote:
Vill ha denna
11.12.2019 - 18:09