Clue #4 - De mouwen

Het einde van de trui komt in zicht en nu is het tijd om de mouwen te maken!

UITLEG VOOR HET PATROON:

TIP VOOR HET MINDEREN-2 voor kinderen (mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, brei 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET MINDEREN voor dames/heren (mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.


Zullen we beginnen?

Kinderen:

Zet de 36-38-40-40-42-44-48 steken van de hulpdraad aan de zijkant van het werk op naalden zonder knop/korte rondbreinaald maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6 opgezette steken onder de mouw = 42-44-46-46-48-50-54 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van deze 6 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw.

Begin bij de markeerdraad en brei tricotsteek in de rondte, met de hoofdkleur, voor 3 cm. Minder nu 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo elke 3-5-6-7-8-9-10 cm in totaal 4 keer = 34-36-38-38-40-42-46 steken. Ga verder met breien tot de mouw 15-20-24-26-30-34-37 cm meet vanaf de scheiding; Er is ongeveer 3-3-3-4-4-4-4 cm over tot de gewenste afmeting; pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht terwijl u 6-4-6-6-4-6-2 steken verdeeld meerdert = 40-40-44-44-44-48-48 steken. Ga verder met naalden zonder knop maat 4 mm. Brei 3-3-3-4-4-4-4 cm boordsteek (2 recht, 2 averecht). Kant af met recht over recht en averecht over averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouw meet ongeveer 18-23-27-30-34-38-41 cm vanaf de scheiding.

Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Dames:

Zet de 48-52-56-64-64-66 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op een korte rondbreinaald/naalden zonder knop maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-12 opgezette steken onder de mouw = 54-58-64-72-74-78 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuw opgezette steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw.

Begin bij de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte met de hoofdkleur, voor 3 cm. Minder nu 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo elke 8-6-4-3-2½-2½ cm in totaal 5-6-8-11-11-12 keer = 44-46-48-50-52-54 steken. Ga verder met breien tot de mouw 38-36-36-35-34-32 cm meet vanaf de scheiding (of tot de gewenste lengte; er is 4 cm over tot de gewenste lengte. LET OP! Kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas). Brei 1 naald recht terwijl u 4-2-4-2-4-2 steken verdeeld meerdert = 48-48-52-52-56-56 steken. Ga verder met naalden zonder knop maat 4 mm en brei 4 cmboordsteek (2 recht, 2 averecht). Kant af met recht over recht en averecht over averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouw meet ongeveer 42-40-40-39-38-36 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Heren:

Zet de 52-56-64-64-66-68 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op een korte rondbreinaald/naalden zonder knop maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-8-8-10-12-12 opgezette steken onder de mouw = 58-64-72-74-78-80 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuw opgezette steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw.

Begin bij de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte met de hoofdkleur, voor 3 cm. Minder nu 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 6-4-3-2½-2½-2½ cm in totaal 6-8-11-11-12-12 keer = 46-48-50-52-54-56 steken. Ga verder met breien tot de mouw 39-38-37-36-34-32 cm meet vanaf de scheiding (of tot de gewenste lengte; er is 4 cm over tot de gewenste lengte. LET OP! Kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas). Brei 1 naald recht terwijl u 2-4-2-4-2-4 steken verdeeld meerdert = 48-52-52-56-56-60 steken. Ga verder met naalden zonder knop maat 4 mm en brei 4 cm boordsteek (2 recht, 2 averecht). Kant af met recht over recht en averecht over averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouwen meten ongeveer 43-42-41-40-38-36 cm vanaf de scheiding.

Brei de andere mouw op dezelfde manier.

De mouwen zijn nu klaar!

Nu onze mouwen klaar zijn betekent dat, dat Clue #4 van onze KAL is opgelost! Bent u er klaar voor om verder te gaan? Klik dan hieronder op Volgende > voor de volgende stap van de trui.

Oh ja, stuurt u ook afbeeldingen van uw voortgang naar onze gallery. Klik hier om een link te sturen!

Heeft u hulp nodig?

Hieronder vindt u een lijst met bronnen om u te helpen met de mouwen van onze kersttrui.

Heeft u nog vragen? U kunt een opmerking achter laten met het formulier onderaan de pagina zodat een van onze brei-experts kunnen proberen om u te helpen.

Laat een opmerking of vraag achter voor deze clue

Uw e-mailadres wordt niet openbaar gemaakt. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *