DROPS Puna
DROPS Puna
100% alpaca
vanaf 3.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 38.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Flowering Heart

Gehaakte trui met achthoek en kantpatroon. Maten S - XXXL. Het werk wordt gehaakt in DROPS Puna of DROPS Sky.

DROPS 183-21
DROPS Design: Patroon nr. pu-024
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maten: S/M - L/XL - XXL/XXXL
Materiaal:
DROPS PUNA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-600-700 g kleur 10, oudroze

Of gebruik:
DROPS SKY van Garnstudio (behoort tot garengroep B)
300-350-450 g kleur 10, heide

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep B)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 18 dubbele stokjes en 6 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Puna
DROPS Puna
100% alpaca
vanaf 3.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 38.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.14.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 dubbel stokje door 2 dubbele stokjes samen te haken in dezelfde steek.

TIP VOOR HET MINDEREN-1:
Haak 1 dubbel stokje in elk van de volgende 2 steken, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op beide van deze dubbele stokjes, maak een omslag en haal deze door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 dubbel stokje geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-2:
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, tel het totaal aantal dubbele stokjes op de toer (dus 66 dubbele stokjes) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 6) = 11. In dit voorbeeld, haakt u iedere 10e en 11e dubbele stokje samen.
----------------------------------------------------------

VOORPAND:
Om te beginnen, haakt u een achthoek voor alle maten. Haak dan 2 hoeken op deze vorm zodat het een zeshoek wordt. Haak dan een rand om de vorm. Tot slot haakt u de schouders en de mouwen.

ACHTHOEK:
Begin met haaknaald 4.5.mm en Puna of Sky en haak in patroon in de rondte volgens telpatroon A.1 - DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 klaar is, meet de vorm ongeveer 10 cm in diameter van zijkant tot zijkant. Ga nu verder in de rondte als volgt: Haak A.2b in totaal 8 keer op de toer - telpatroon A.2a laat zien hoe de toer begint en eindigt en wordt aanvullend gehaakt op A.2b. Als telpatronen A.2a en A.2b helemaal zijn gehaakt in de hoogte, meet de vorm ongeveer 44 cm in diameter van zijkant tot zijkant. Er zijn nu 8 zijkanten van 27 dubbele stokjes en 8 hoeken van 2 dubbele stokjes, 1 losse en 2 dubbele stokjes. Knip en hecht de draad af.

HOEK:
Haak een hoek op kant-2 en een hoek op kant-8 - zie tekening. Begin met de hoek op kant-2 en haak heen en weer volgens telpatroon A.3. De eerste toer begint bij de pijl - elke toer wordt vastgezet met 1 halve vaste in de steken langs kant-2 zoals te zien is in het telpatroon. Als telpatroon A.3 helemaal klaar is, knip en hecht de draad dan af. Haak de andere hoek op kant-8 op dezelfde manier, knip en hecht de draad af.

RAND OM DE VORM:
Er zijn nu 6 zijkanten op de vorm - zie tekening. Er zijn nu 67 dubbele stokjes op kant-1, 47 dubbele stokjes op kanten-2/3 en kanten-7/8, er zijn 27 dubbele stokjes op kant-4, kant-5 en kant-6 en er zijn 6 hoeken van 2 dubbele stokjes, 1 losse en 2 dubbele stokjes.

LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
Begin op de hoek van kant-2 en haak het patroon volgens de telpatronen als volgt: Haak A.4a - laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen en wordt aanvullend gehaakt, haak A.4b om de hoek, A.5 in totaal 16 keer in de breedte, * A.6 om de volgende hoek, A.5 in totaal 9 keer in de breedte *, herhaal van *-* 2 keer, haak A.6 om de volgende hoek, A.5 in totaal 16 keer in de breedte, A.7 om de volgende hoek, A.4b om dezelfde hoek, haak A.5 in totaal 23 keer in de breedte, eindig met A.7.
Meerder op de eerste toer - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN - als volgt (meerder niet over de hoeken):
Kant-1: meerder 2 dubbele stokjes.
Kant-2/3: meerder 1 dubbel stokje.
Kant-7/8: meerder 1 dubbel stokje.
Als alle telpatronen A.4 tot A.7 klaar zijn in de hoogte, zijn er 77 dubbele stokjes op kant-1, 56 dubbele stokjes op elk van kant-2/3 en kant-7/8, zijn er 35 dubbele stokjes op elk van kant-4, kant-5 en kant-6, en zijn er 6 hoeken van 2 dubbele stokjes, 1 losse en 2 dubbele stokjes. Knip de draad NIET af! Nu is maat S/M klaar. Voor de maten L/XL en XXL/XXXL gaat u verder als volgt:

Maten L/XL - XXL/XXXL:
LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
Haak halve vasten tot de hoek en ga dan verder als volgt: Haak A.4a - laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen en wordt aanvullend gehaakt, haak A.4b om de hoek, A.5 in totaal 19 keer in de breedte, * A.6 om de volgende hoek, A.5 in totaal 12 keer in de breedte *, herhaal van *-* 2 keer, haak A.6 om dezelfde hoek, A.5 in totaal 19 keer in de breedte, A.7 om de volgende hoek, A.4b om dezelfde hoek, haak A.5 in totaal 26 keer in de breedte, eindig met A.7.
Meerder/minder op de eerste toer als volgt (minder niet over de hoeken):
Kant-1: meerder 1-1 dubbel stokje.
Kant-2/3: meerder 1-1 dubbel stokje
Kant-4: minder 2-2 dubbele stokjes - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-1.
Kant-5: minder 2-2 dubbele stokjes.
Kant-6: minder 2-2 dubbele stokjes.
Kant 7/-8: meerder 1-1 dubbel stokje.
Als telpatronen A.4 tot A.7 helemaal klaar zijn in de hoogte, zijn er 86 dubbele stokjes op kant-1, 65 dubbele stokjes op elk van kant-2/3 en kant-7/8, zijn er 41 dubbele stokjes op elk van kant-4, kant-5 en kant-6, en zijn er 6 hoeken van 2 dubbele stokjes, 1 losse en 2 dubbele stokjes. Knip de draad NIET af! Maat L/XL is nu klaar (L/XL heeft 4 toeren meer dan S/M). Voor maat XXL/XXXL gaat u verder als volgt:

Maat XXL/XXXL:
LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
Haak halve vasten tot de hoek en ga dan verder als volgt: Haak A.4a - laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen en wordt aanvullend gehaakt, haak A.4b om de hoek, A.5 in totaal 22 keer in de breedte, * A.6 om de volgende hoek, A.5 in totaal 14 keer in de breedte *, herhaal van *-* 2 keer, haak A.6 om de volgende hoek, A.5 in totaal 22 keer in de breedte, A.7 om de volgende hoek, A.4b om dezelfde hoek, haak A.5 in totaal 29 keer in de breedte, eindig met A.7.
Meerder op de eerste toer als volgt (meerder niet over de hoeken):
Meerder 1 dubbel stokje op elk van de 6 kanten.
Als A.4 tot A.7 helemaal klaar zijn in de hoogte, zijn er 95 dubbele stokjes op kant-1, 74 dubbele stokjes op elk van kant-2/3 en kant-7/8, zijn er 50 dubbele stokjes op elk van kant-4, kant-5 en kant-6, en zijn er 6 hoeken van 2 dubbele stokjes, 1 losse en 2 dubbele stokjes. Knip de draad NIET af! Maat XXL/XXXL is nu klaar (XXL/XXXL heeft 8 toeren meer dan S/M).

ALLE MATEN - SCHOUDER:
Haak nu heen en weer, alleen op kant-1. Haak de eerste schouder beginnend aan de verkeerde kant als volgt: Haak halve vasten tot de hoek, keer het werk en haak telpatroon A.8 om de hoek-ruimte, A.9 in totaal 6-7-8 keer, eindig met A.10 = richting hals. Als telpatronen A.8 tot A.10 helemaal klaar zijn in de hoogte, knip en hecht de draad dan af. De middelste 19-22-25 dubbele stokjes op de rand van de vorm = de hals. Haak de andere schouder, beginnend aan de verkeerde kant als volgt: Haak A.11 = richting de hals, A.12 in totaal 6-7-8 keer en eindig met A.13 om de hoek. Als telpatronen A.11 tot A.13 helemaal klaar zijn in de hoogte, knip en hecht de draad dan af.

ACHTERPAND:
Haak op dezelfde manier als het voorpand tot u aan de schouders toe bent. In plaats van dat u de schouder haakt, haakt u heen en weer helemaal over kant-1 = 81-90-99 dubbele stokjes (inclusief de vasten in de hoeken) + 2 hoek-ruimtes op de toer. Haak dan als volgt beginnend aan de verkeerde kant: Haak A.8 om de hoek-ruimte, A.9 in totaal 27-30-33 keer in de breedte, eindig met A.13 om de hoek-ruimte. Als telpatronen A.8/A.9/A.13 helemaal klaar zijn in de hoogte, knip en hecht u de draad af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen - naai in de buitenste lus van de buitenste steek. Naai de kantnaden als volgt: Begin in de hoek tussen kant-3 en kant-4 en naai in de hoogte tot er ongeveer 19-21-23 cm over is voor de schouder = armsgat. Begin in de hoek tussen kant-6 en kant-7 en naai in de hoogte tot er ongeveer 19-21-23 cm over is voor de schouder = armsgat.

HALSLIJN:
Haak een rand om de hals. Begin op een schouder en haak 1 vaste, haak * 3 lossen, sla ongeveer 1½ cm over, haak 1 vaste *, herhaal van *-* rondom de hals, eindig met 3 lossen en 1 halve vaste in de eerste vaste.

MOUW:
Het werk wordt in de rondte gehaakt vanaf het armsgat, startend midden onder het armsgat in de zijkant. Begin met haaknaald 4.5 mm en Puna of Sky en haak 66-75-81 dubbele stokjes verdeeld rondom het armsgat (haak in/om het dubbele stokje/lossenlus). Haak dan als volgt: Haak het patroon volgens telpatroon A.14b in totaal 22-25-27 keer op de toer - telpatroon A.14a laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen en wordt aanvullend gehaakt op A.14b. Herhaal dan A.14 in de hoogte en minder verdeeld op de eerste toer in het telpatroon - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2, als volgt: Minder 3-5-2 keer 6 dubbele stokjes en minder 2-0-2 keer 3-0-9 dubbele stokjes = 42-45-51 dubbele stokjes na de laatste minderingen. Als het werk ongeveer 45-42-40 cm meet (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders) eindig na de 1e of de 4e toer in A.14. Knip en hecht de draad af. Haak nog 1 mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = halve vaste
symbols = losse
symbols = 6 lossen
symbols = vaste om losse
symbols = vaste in de steek
symbols = stokje om de lossenlus/lossenring
symbols = dubbel stokje om de lossenlus
symbols = dubbel stokje in de steek
symbols = de toer begint met 1 losse. De toer eindigt met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot het midden van de eerste 6-lossenlus
symbols = de toer begint met 4 lossen. De toer eindigt met 1 halve vaste in de 4e losse op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot het midden van de eerste lossenlus.
symbols = de toer begint met 5 lossen. De toer eindigt met 1 halve vaste in de 5e losse op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot het midden van de eerste lossenlus.
symbols = haak om dezelfde losse als volgt: 2 dubbele stokjes, 1 losse en 2 dubbele stokjes
symbols = haak om dezelfde losse als volgt: 2 driedubbele stokjes, 1 losse en 2 driedubbele stokjes
symbols = 1 driedubbel stokje om de lossenlus
symbols = 1 driedubbel stokje in de steek
symbols = 4 dubbele stokjes als volgt samen gehaakt: haak 1 dubbel stokje in elk van de 4 steken - maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op elk van deze dubbele stokjes, maak een omslag en haal deze door alle 5 lussen op de haaknaald
symbols = 3 dubbele stokjes als volgt samen gehaakt: haak 3 dubbele stokjes om de losse - maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op elk van deze dubbele stokjes, maak een omslag en haal het door alle 4 lussen op de haaknaald
symbols = laat de laatste toer van A.2 zien, de toer is reeds gehaakt! Begin bij de pijl!
symbols = deze toer is reeds gehaakt! Begin op de volgende toer!
symbols = laat zien waar de eerste toer van A.3 begint
symbols = 4 lossen, vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse – zie punt op de cirkel, de toer begint en eindigt hier
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 183-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (36)

country flag Summer Johnston wrote:

Where do I start A5?

19.05.2024 - 03:44

DROPS Design answered:

Dear Summer, when working the EDGE AROUND THE SHAPE you work A.5 in the sections between corners; these corners will be worked in different charts. Happy crochetting!

20.05.2024 - 00:14

country flag Puri wrote:

Hola, no se cómo hacer la vuelta 5 de A.1, no entiendo qué hay que hacer en el símbolo del hexágono cuando dice 6 puntos de cadena, ¿me podéis ayudar? Gracias.

05.10.2023 - 20:59

DROPS Design answered:

Hola Puri, el hexágono son 6 puntos de cadeneta. Por lo tanto, trabajas un arco de 6 cadenetas entre los 2 puntos bajos de los otros arcos.

09.10.2023 - 00:53

country flag Mikaela Söderström wrote:

Hej! Jag förstår inte hur jag ska virka diagram A.3. Var slutar det första varvet och var börjar varv nr 2? Tacksam för svar! Mvh Mikaela

04.08.2023 - 21:20

DROPS Design answered:

Hej Mikaela, du starter i midten af diagrammet ved pilen med 1fm,3lm, 1fm, 4 lm, hæft med 1 km, næste række starter med 2 dobbeltst, 2 lm osv :)

10.08.2023 - 13:48

country flag Kenzie wrote:

Hi there, how do u work A4.a to 4.7 in pattern?

03.03.2022 - 00:09

DROPS Design answered:

Dear Kenzie, depending on your size you will work A.4 to A.7 a different way - see written pattern. this lesson might help you to understand how to work these diagrams. Happy crocheting!

03.03.2022 - 10:18

country flag Federica wrote:

Grazie, ma non ho capito se devo iniziare diagramma A.4b dal vertice dell' angolo o dalla base dalla parte destra e poi salire e continuare sul lato con l'altro diagramma A.5 fino ad arrivare alla base dell' altro angolo del lato 8.

26.09.2021 - 21:14

country flag Federica wrote:

In che punto dell' angolo devo iniziare a lavorare? Non ho capito neanche quando devo iniziare a fare gli aumenti... Aiutoooo!

26.09.2021 - 18:14

DROPS Design answered:

Buonasera Federica, deve lavorare gli angoli sui lati 2 e 8 seguendo i diagramma A.3. Buon lavoro!

26.09.2021 - 21:09

country flag Federica wrote:

Grazie mille, provo ad andare avanti....

16.08.2021 - 07:59

country flag Federica Trombetti wrote:

Buongiorno, è la prima volta che lavoro con diagramma. non ho capito come si procede per l'angolo del diagramma A3. A.3. La prima riga inizi all’altezza della freccia – ogni riga è affrancata con 1 maglia passata nelle maglie lungo il lato-2 come mostrato nel diagramma Ho iniziato dove indica la freccia con una m.b.. , 3 cat, 1 mb Poi 4 cat, 1 m. bassissima e inizio il secondo giro. e' corretto? e quindi inizio con 2 m. doppie nell'arco di catenelle ecc. ecc..

15.08.2021 - 12:16

DROPS Design answered:

Buonasera Federica, si, esatto deve procedere in quel modo. Abbiamo corretto il testo, ogni riga va affrancata con 1 maglia bassissima nelle maglie del lato 2. Buon lavoro!

15.08.2021 - 23:39

country flag Luisa wrote:

Grazie

19.12.2020 - 18:49

country flag Rikke wrote:

Hej Drops, jeg har prøvet flere gange men forstår ikke hvordan jeg skal lave indtagningerne til ærme - der står både jævnt fordelt og så 6 db.stangmasker x gange og 3 db.stangmasker x gange og det er her jeg ikke kan følge med - hvordan beregner jeg hvornår disse indtagninger skal gøres? Jeg har prøvet flere gange men kan ikke få det til at passe med 42 masker når jeg er færdig (ender altid med lidt flere) Hvad gør jeg forkert? Tak

29.10.2020 - 21:24

DROPS Design answered:

Hej Rikke, jo du har 66 masker, tager 6 dbl.st ind jævnt fordelt hver gang du hækler første række i diagrammet 3 gange (ialt 18 indt) og så tager du ind (stadigvæk på første række i diagrammet) jævnt fordelt 3 dbl.st 2 gange (ialt 6 indt) 66-24= 42 dbl.st tilbage :)

04.11.2020 - 12:12