DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.97 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.76€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

August Sunset

Gebreide trui in 2 draden DROPS Brushed Alpaca Silk of 1 draad DROPS Air en 1 draad Brushed Alpaca Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, dubbele halsrand en splitten in de zijkanten. Maat: S - XXXL

DROPS 240-32
DROPS design: Patroon as-179
Garengroep C + C of E
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS BRUSHED ALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep C)
200-225-250-275-300-325 g kleur 07, rood

Of gebruik:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
200-250-250-300-300-350 g kleur 07, robijnrood
En gebruik:
DROPS BRUSHED ALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep C)
100-125-125-150-150-175 g kleur 07, rood

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 8 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 6 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 8 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 6 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
11 steken in de breedte en 15 naalden in de hoogte in tricotsteek en 2 draden DROPS Brushed Alpaca Silk of 1 draad DROPS Air en 1 draad DROPS Brushed Alpaca Silk = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.97 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.76€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RAGLAN:
Meerder 1 steek aan elke kant van de steek met de markeerdraad als volgt:
Brei tot de steek met de markeerdraad, maak 1 omslag, brei de steek met de markeerdraad recht, maak 1 omslag. Meerder zo op alle markeerdraden (8 steken gemeerderd).

Als u heen en weer breit, brei dan de omslagen op de verkeerde kant als volgt voor/na de markeerdraad:
VOOR DE MARKEERDRAAD:
Brei de omslag averecht in de achterste lus van de steek, zodat er geen gaatje ontstaat.
NA DE MARKEERDRAAD:
Haal de steek af en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in vanaf de achterkant als u hem terug zet op de naald). Brei de omslag averecht in de voorste lus van de steek zodat er geen gaatje ontstaat.

Als u in de rondte breit, brei dan de omslagen op de volgende naald als volgt voor/na de markeerdraad:
VOOR DE MARKEERDRAAD:
Haal de steek van de linker naald en zet hem gedraaid terug op de linker naald (voeg de linker naald in vanaf de achterkant als u hem terug zet op de naald). Brei de omslag recht in de voorste lus van de steek (de omslag draait richting rechts), zodat er geen gaatje ontstaat.
NA DE MARKEERDRAAD:
Brei de omslag recht in de achterste lus van de steek (de omslag draait richting links), zodat er geen gaatje ontstaat.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor midden onder de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei een dubbele halsrand en pas in de rondte op de rondbreinaald vanaf midden achter, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf in de rondte op de rondbreinaald tot de split. Brei mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald.

DUBBELE HALSRAND:
Zet 72-72-76-76-80-80 steken op met 2 draden DROPS Brushed Alpaca Silk of 1 draad DROPS Air en 1 draad DROPS Brushed Alpaca Silk (2 draden) op een korte rondbreinaald 6 mm en een korte rondbreinaald 8 mm samen gehouden. Haal de korte rondbreinaald 8 mm eruit en houd de steken op rondbreinaald 6 mm (opzetten op deze manier zorgt voor een elastische opzetrand). Brei boordsteek als volgt: 1 recht, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 averecht en 1 recht. Ga zo verder in boordsteek voor 10 cm.
Vouw nu de boord naar binnen om een dubbele rand te maken - brei dan de volgende naald in boordsteek zoals hiervoor en brei tegelijkertijd iedere 4e steek samen met iedere 4e steek van de opzetrand. U heeft nu een dubbele halsrand. Meet nu het werk vanaf hier.

Voeg nu 4 markeerdraden in het werk zoals uitgelegd hieronder (zonder de steken te breien). Gebruik markeerdraden voor het meerderen voor de raglan.

Tel 10-10-11-11-12-12 steken (helft van het achterpand), voeg de 1e markeerdraad in de volgende steek, tel 14 steken (mouw), voeg de 2e markeerdraad in de volgende steek, tel 20-20-22-22-24-24 steken (voorpand), voeg de 3e markeerdraad in de volgende steek, tel 14 steken (mouw), voeg de 4e markeerdraad in de volgende steek, er zijn 10-10-11-11-12-12 steken over op de naald na de laatste markeerdraad (helft van het achterpand).

HALSLIJN:
Brei nu de halslijn met verkorte toeren zoals uitgelegd hieronder. Ga verder met rondbreinaald 8 mm. Begin midden achter:
NAALD 1 (= goede kant): Brei in tricotsteek en meerder voor de RAGLAN - lees uitleg hierboven, aan elke kant van de eerste 2 markeerdraden (4 steken gemeerderd), keer het werk als u 2 steken voorbij de steek met de 2e markeerdraad heeft gebreid.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei in tricotsteek en meerder voor de raglan aan elke kant van alle markeerdraden (8 steken gemeerderd), keer het werk als u 2 steken voorbij de laatste markeerdraad heeft gebreid.
NAALD 3 (= goede kant): Brei in tricotsteek en meerder voor de raglan aan elke kant van alle markeerdraden (8 steken gemeerderd), keer het werk als er 2 steken meer zijn gebreid sinds de laatste keer dat u het werk keerde.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei in tricotsteek en meerder voor de raglan aan elke kant van alle markeerdraden (8 steken gemeerderd), keer het werk als er 2 steken meer zijn gebreid sinds de laatste keer dat u het werk keerde.
NAALD 5 (= goede kant): Brei in tricotsteek en meerder voor de raglan aan elke kant van de eerste 2 markeerdraden (4 steken gemeerderd), brei tot midden achter.

De verkorte toeren zijn nu klaar en u heeft 4 steken gemeerderd voor de raglan op iedere markeerdraad = 104-104-108-108-112-112 steken op de naald. Brei verder in de rondte over alle steken op de naald vanaf midden achter.

PAS:
Brei in tricotsteek en ga verder met meerderingen voor de raglan iedere andere naald tot het meerderen 5-5-5-6-7-9 keer in totaal is gedaan aan elke kant van de 4 steken met de markeerdraden (inclusief de meerderingen op de verkorte toeren) = 112-112-116-124-136-152 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder met tricotsteek en meerder voor de raglan, maar op iedere andere meerdering, meerdert u alleen op het lijf (4 steken gemeerderd). Dus meerder op het lijf iedere andere naald en op de mouwen iedere 4e naald. Meerder zo 8-10-10-12-12-12 keer op het lijf (4-5-5-6-6-6 keer op de mouwen).
Er zijn nu 160-172-176-196-208-224 steken op de naald. In maat S en M gaat u verder naar de paragraaf voor ALLE MATEN.

MAAT L, XL, XXL en XXXL:
Ga verder in tricotsteek en meerderingen voor de raglan maar meerder nu alleen op het lijf, de meerderingen voor de mouwen zijn klaar. Meerder in iedere tweede naald 1-1-2-3 keer in totaal = 180-200-216-236 steken.

ALLE MATEN:
Het meerderen is in totaal 13-15-16-19-21-24 keer op het lijf gedaan en 9-10-10-12-13-15 keer op de mouwen (inclusief de meerderingen op de verkorte toeren in de hals).

Na de laatste meerdering zijn er 160-172-180-200-216-236 steken op de naald. Brei in tricotsteek zonder meerderingen tot het werk ongeveer 20-22-23-26-28-30 cm meet, gemeten midden voor na de boordsteek in de hals

Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen als volgt:
Brei de eerste 24-26-28-31-34-37 steken (helft van het achterpand), zet de volgende 32-34-34-38-40-44 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-8-8 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 48-52-56-62-68-74 steken (voorpand), zet de volgende 32-34-34-38-40-44 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-8-8 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw), brei de overgebleven 24-26-28-31-34-37 steken (helft van het achterpand).

LIJF:
= 108-116-128-140-152-164 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant – dus in het midden van de 6-6-8-8-8-8 opgezette steken onder de mouwen aan elke kant. Neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien; ze worden gebruikt voor het verdelen van het werk voor de splitten aan elke kant. Brei in tricotsteek in de rondte over alle steken tot werk 16-16-17-16-16-16 cm meet vanaf de scheiding. Verdeel nu het werk op de markeerdraden. Zet de 54-58-64-70-76-82 steken op het achterpand op een hulpdraad of naald en brei over de steken op het voorpand zoals uitgelegd hieronder.

VOORPAND:
= 54-58-64-70-76-82 steken. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 16-16-18-20-22-24 steken verdeeld = 70-74-82-90-98-106 steken. Ga verder met rondbreinaald 6 mm. Brei boordsteek als volgt op de verkeerde kant: 2 steken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, * 2 averecht, 2 recht *, herhaal van *-* tot er 4 steken over zijn op de naald, 2 averecht en 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 10 cm. Kant ietwat losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden.

ACHTERPAND:
Zet de 54-58-64-70-76-82 steken van de hulpdraad op rondbreinaald 6 mm en brei het werk op dezelfde manier als het voorpand.

MOUW:
Zet de 32-34-34-38-40-44 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op een korte rondbreinaald of breinaalden zonder knop maat 8 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-8-8 opgezette steken onder de mouw = 38-40-42-46-48-52 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken. Begin op de markeerdraad, en brei in tricotsteek in de rondte. Bij een hoogte van 3 cm vanaf de scheiding, mindert u 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo ongeveer iedere 5½-5½-4-3-2½-2 cm 4-4-5-6-7-8 keer in totaal = 30-32-32-34-34-36 steken. Ga verder tot het werk 28-27-26-24-23-22 cm meet. Brei 1 naald recht en meerder 10-8-8-10-10-12 steken verdeeld = 40-40-40-44-44-48 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 6 mm. Brei boordsteek (2 recht/2 averecht) voor 12 cm. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 40-39-38-36-35-34 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 31.07.2023
MOUW:
Zet de 32-34-34-38-40-44 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op een korte rondbreinaald of breinaalden zonder knop maat 8 mm en...

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 240-32

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (23)

country flag Laura wrote:

Debe haber un error en las 5 HILERAS de las hileras cortas / short rows (tras unir el cuello doble): Hilera 1 (lado derecho) se hacen 4 lazadas. Por eso en la Hilera 2 (lado revés) no se pueden volver a hacer aumentos con lazadas nuevas en esos mismos marcadores, sino que se tienen que tejer las lazadas retorcidas. Talla S: se hacen lazadas en Hilera 1, 3 y 5 (2 veces completas)? Y luego 3 veces más tejiendo en círculo?

06.04.2024 - 07:04

DROPS Design answered:

Hola Laura, cuando tejes de ida y vuelta, en la fila de revés aumentarás puntos a la vez que trabajas las hebras retorcidas para que no queden agujeros. Puedes ver la explicación de esto en RAGLÁN. Trabajas la hebra retorcida tal y como se explica para antes y después y antes o después haces 1 hebra nueva en la fila de revés (justo al lado del marcapuntos). De esta forma, tienes los 32 aumentos en las 5 filas.

08.04.2024 - 00:05

country flag Laura wrote:

¿Qué significa aumentar en el cuerpo cada 2 vueltas y en las mangas cada 4 vueltas? Hay que aumentar a ambos lados de 2 marcadores cada 2 vueltas? Cuáles? O se trata de aumentar en todos los marcadores pero no a ambos lados del raglán? Gracias!

04.04.2024 - 02:40

DROPS Design answered:

Hola Laura, los marcapuntos están en las transiciones entre las mangas y el cuerpo; cuando aumentas a cada lado de cada marcapuntos aumentas tanto en el cuerpo como en las mangas. Para aumentar solo en el cuerpo, aumentas en el lado de cada marcapuntos donde están el resto de puntos de las secciones del cuerpo, es decir, antes del marcapuntos 1, después del marcapuntos 2, antes del marcapuntos 3 y después del marcapuntos 4. Por lo tanto, alternarás entre 2 vueltas de aumentos diferentes. Trabajas 1 vuelta sin aumentos, después una vuelta de 4 aumentos (solo en el cuerpo, como se acaba de indicar), 1 vuelta sin aumentos y 1 vuelta con 8 aumentos (a cada lado de cada marcapuntos).

07.04.2024 - 23:40

country flag Alva wrote:

Hej, när jag ska öka i raglan varannat varv för fram och bakstycke och vart fjärde varv för ärmarna, vilka markörer är det som avses? Markörerna (4 st) sitter på emellan framstycke, bakstycke och ärmarna så jag har svårt att veta vilka markörer som är ”ärm-markörerna” och därmed ska ökas vart fjärde varv och vilka som är ”fram och bakstycke-markörer” som ökas varannat varv. Tack!

24.03.2024 - 20:09

DROPS Design answered:

Hej Alva, jo hvis du lægger arbejdet ud foran dig, så kan du se at du har 2 markører i hver side, de masker som er imellem markøreren i hver side er ærmemaskerne :)

03.04.2024 - 15:35

country flag Marita wrote:

Hello, I am planning to knit this sweater in size S the Cast on for this size is 72 stitches. For the division after the neck edge it is asking to divide with markers at 10 st, 14 st, 20 st, 14st. 10 st. That is 68 stitches, but I have 72 stiches. Please explain. Thanks

15.01.2024 - 00:18

DROPS Design answered:

Hi Marita, You insert the markers in the next stitch (after counting 10 sts you insert the marker in the 11th), then count 14 sts and insert the marker in the 26th stitch and so on. This will then add up to 72 stitches. Happy knitting!

15.01.2024 - 06:40

country flag Agnes wrote:

Bonjour, J'ai tricoté un pull dans cette qualité avec cette grosseur d'aiguille et malheureusement depuis que ma fille a commencé à le porter, il s'est énormément détendu et a gagné 2 tailles... je suis un peu déçue et je ne sais pas quoi faire...

29.12.2023 - 12:50

DROPS Design answered:

Bonjour Agnès, aviez-vous bien la bonne tension? Cela paraît effectivement plutôt étrange, n'hésitez pas à consulter le magasin où vous avez acheté votre laine (même par mail ou téléphone), on devrait être capable de vous renseigner. Merci pour votre compréhension.

02.01.2024 - 10:23

country flag Magdalena wrote:

Hej! Próbka 10x10 ma być wykonana drutami numer 6 czy 8?

27.12.2023 - 17:13

DROPS Design answered:

Witaj Magdaleno, próbkę wykonujesz na drutach nr 8. Pozdrawiamy!

27.12.2023 - 18:33

country flag Julie wrote:

Bonjour, J'ai une question qui concerne les explications du modèle en taille S. L'empiècement commence avec 104 mailles. Il est écrit qu'il faut augmenter des 2 côtés du raglan 5 fois tous les 2 tours. Je devrais alors selon l'explication obtenir 112 mailles. Mais j'obtiens 144 mailles. (2 côtés X 4 marqueurs X 5 = 40 mailles) Qu'elle est mon erreur? Merci par avance pour votre réponse!

27.12.2023 - 11:43

DROPS Design answered:

Bonjour Julie, les 5 x comprennent les augmentations des rangs raccourcis, autrement dit, en taille S, vous avez déjà augmenté 4 fois, augmentez encore 1 fois de chaque côté de chacune des 4 mailes avec un marqueur (= 8 mailles), soit 104+8=112 mailles. Bon tricot!

02.01.2024 - 08:43

country flag Julie wrote:

Bonjour, Pour une taille S avec 2 fils alpaca silk, vous marquez 200g. C'est à dire qu'il faut 8 pelotes de laine? Merci par avance pour votre réponse

14.12.2023 - 00:29

DROPS Design answered:

Bonjour Julie, tout à fait, 200 g Brushed Alpaca Silk / 25 g la pelote = 8 pelotes. Bon tricot!

14.12.2023 - 08:33

country flag Anne Christine wrote:

Bonjour, je ne comprends pas les augmentations de l’empiècement. Taille M, 104m après encolure, 5 fois augmentations du raglan tous les 2 tours. Ce qui donne 144m après 10 tours. Selon l’explication, on devrait obtenir 112m, soit un tour d’augmentations. Combien de tours sont à tricoter avant la suite? Merci.

02.11.2023 - 13:09

DROPS Design answered:

Bonjour Anne Christine, après l'encolure, vous avez déjà augmenté 4 fois pour le raglan, tricotez 1 tour sans augmenter puis tricotez 1 tour en augmentant de chaque côté de chacun des 4 marqueurs = vous augmentez 8 mailles, vous aviez 104 mailles + 8 nouvelles augmentations = 112 mailles. Bon tricot!

02.11.2023 - 17:55

country flag Ragna wrote:

Vel problemet ligger etter jeg startet på bærestykket. Jeg strikketøy forkortede pinner og fikk 108 masker. Så skulle det økes 6 ganger på hver side av de fire maskene = 6*8=48, og 108+48=156. ender altså aldri opp med 124 masker

09.10.2023 - 11:41

DROPS Design answered:

Hei Ragna. Husk at du allerede har økt 4 ganger når du strikket de forkortete pinnenen og det skal økes til raglan totalt 6 ganger. Så når du starter på bærestykket skal du bare øke 2 ganger til. Altså du hadde 108 masker etter 4 økninger og så skal du øke 2 ganger til = 2x8 = 16 = 108+16= 124 masker når det er økt totalt 6 ganger. mvh DROPS Design

16.10.2023 - 14:45