DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Beach Lines

Gebreide trui in DROPS Sky. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met diagonale/Europeaanse schouders, strepen en dubbele halsrand. Maten S - XXXL.

DROPS 248-16
DROPS Design: Patroon sk-189
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
200-250-250-250-300-350 g kleur 25, witte mist
50-50-50-50-100-100 g kleur 18, poederroze

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD MAAT 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD MAAT 3 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

STREPEN:
Zie telpatroon A.1.

TIP VOOR DE STREPEN (als u in de rondte breit):
Om een mooie overgang te maken aan het begin/einde van de naald wanneer u strepen breit:
Ga verder met de nieuwe kleur en brei 1 naald. Brei de eerste steek van de 2e naald als volgt: Zet de eerste steek vanaf de vorige naald op de linker naald, brei deze steek recht samen met de eerste steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (aan de goede kant):
Meerder richting links:
Gebruik de linker naald om de lus tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus.
Meerder richting rechts:
Gebruik de linker naald om de lus tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (op de verkeerde kant):
Meerder richting links:
Gebruik de linker naald om de lus tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus.
Meerder richting rechts:
Gebruik de linker naald om de lus tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus.

TIP VOOR HET MINDEREN (midden onder de mouw):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het patroon gebruikt zowel lange als korte rondbreinaalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig.
Het werk wordt eerst heen en weer gebreid op de naald en er worden steken opgezet voor de achterkant van de hals, brei het achterpand van boven naar beneden en meerder aan elke kant voor de schouders welke ietwat diagonaal worden. Brei tot de armsgaten. Laat het achterpand rusten en brei het voorpand in 2 delen, waarbij u steken opneemt langs een schouder, brei en meerder voor de halslijn. Doe dan hetzelfde langs de andere schouder. Het voorpand wordt samengevoegd als de halslijn klaar is. Brei dan tot de armsgaten.
De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd en het lijf wordt verder in de rondte gebreid. Er worden steken opgenomen rondom elk armsgat. De mouwkop wordt heen en weer gebreid met verkorte toeren, dan wordt de mouw verder in de rondte gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt op het einde gebreid en dan dubbel gevouwen naar de verkeerde kant en naar beneden vastgenaaid.

ACHTERPAND:
Zet 36-38-40-40-42-46 steken op met rondbreinaald 4 mm en kleur witte mist DROPS Sky. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant.

Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei dan als volgt aan de goede kant: 3 recht, meerder richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder richting rechts, 3 recht.
Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 3 averecht, meerder richting links, brei averecht tot er 3 steken over zijn, meerder richting rechts, 3 averecht. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga zo verder met meerderen iedere naald in totaal 28-32-34-38-42-46 keer. Na de laatste meerdering zijn er 92-102-108-116-126-138 steken. Voeg 1 markeerdraad aan de buitenkant van een zijkant. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!
Brei tricotsteek heen en weer gebreid tot het werk 4-5-6-7-7-8 cm meet, vanaf de markeerdraad op het armsgat.
Brei A.1 over alle steken.

Brei tricotsteek en A.1 heen en weer gebreid tot het werk 11-12-12-13-12-13 cm meet, vanaf de markeerdraad over het armsgat.

Brei dan als volgt aan de goede kant: 3 recht, meerder richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder richting rechts, 3 recht - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
Meerder zo op elke naald aan de goede kant in totaal 3-3-4-4-5-5 keer = 98-108-116-124-136-148 steken. Brei verder tot het werk 13-14-15-16-16-17 cm meet vanaf de markeerdraad bij het armsgat. U zou nu 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moeten hebben gebreid. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het voorpand.

VOORPAND:
Begin met de linker schouder (als het kledingstuk gedragen wordt).
Neem 28-32-34-38-42-46 steken op aan de binnenkant van de buitenste steek over de linker schouder achter (neem 1 steek op in elke naald vanaf de bovenrand, zie D in de tekening). Alle afmetingen worden vanaf hier genomen. Brei tricotsteek. Als het werk 9 cm meet, meerder dan voor de halslijn als volgt.
Brei aan de goede kant: 3 recht, meerder richting links, brei recht tot het einde van de naald – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo op elke naald aan de goede kant in totaal 4 keer = 32-36-38-42-46-50 steken. Brei averecht terug aan de verkeerde kant, knip de draad af en brei de rechter schouder.

Neem 28-32-34-38-42-46 steken op aan de binnenkant van de buitenste steek over de rechter schouder achter (neem 1 steek op in elke naald vanaf de bovenrand, zie E in de tekening). Alle afmetingen worden vanaf hier genomen. Brei tricotsteek. Als het werk x 9 cm meet, meerder voor de halslijn:
Brei aan de goede kant: Brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht. Meerder zo op elke naald aan de goede kant in totaal 4 keer = 32-36-38-42-46-50 steken. Brei averecht terug aan de verkeerde kant.
Voeg nu de 2 voorpanden samen: Brei aan de goede kant, brei de 32-36-38-42-46-50 steken van rechter schouder voor, zet 28-30-32-32-34-38 steken op voor de halslijn, brei de 32-36-38-42-46-50 steken van de linker schouder voor = 92-102-108-116-126-138 steken.
Brei tricotsteek heen en weer gebreid over alle steken tot het werk 16-17-18-19- 21-22 cm meet.
Brei A.1 over alle steken.
Brei tricotsteek en A.1 heen en weer gebreid tot het werk 23-24-24-25-26-27 cm meet.

Brei dan als volgt aan de goede kant: 3 recht, meerder richting links, brei tot er 3 steken over zijn, meerder richting rechts, 3 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
Meerder zo elke naald aan de goede kant in totaal 3-3-4-4-5-5 keer = 98-108-116-124-136-148 steken. Brei tot het werk 25-26-27-28-30-31 cm meet. U zou nu 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moeten hebben gebreid. Zorg ervoor dat u op dezelfde naald eindigt als het achterpand, zodat de strepen doorlopen in de rondte. Voeg nu de voor- en achterpanden samen voor het lijf.

LIJF:
Ga verder met de strepen over de 98-108-116-124-136-148 steken van het voorpand, zet 6-6-6-8-8-10 steken op (in de zijkant onder de mouw), ga zo verder als hiervoor over de 98-108-116-124-136-148 steken van het achterpand, zet 6-6-6-8-8-10 steken op (in de zijkant onder de mouw) = 208-228-244-264-288-316 steken. Ga verder met A.1 in de rondte tot het werk ongeveer 48-50-52-54-56-58 cm meet, vanaf de bovenkant van de schouder aan de voorkant, eindig na een aantal naalden met kleur witte mist.
Brei 1 naald recht en meerder 12-12-12-12-16-16 steken verdeeld = 220-240-256-276-304-332 steken. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek (1 gedraaid recht, 1 averecht) voor 4 cm met kleur witte mist. Kant af. De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm, vanaf de bovenkant van de schouder voor.

MOUWEN:
Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerdraad in op de bovenkant van het armsgat (LET OP! Dit is niet waar steken waar steken opgenomen zijn maar ongeveer 6-8 cm naar beneden op het voorpand = midden boven van de schouder).
Met rondbreinaald 4 mm, begin in het midden van de opgezette steken onder de mouw en neem 86-90-94-100-104-110 steken op rondom het armsgat met kleur witte mist – zorg ervoor dat u een gelijk aantal steken heeft aan elke kant van de markeerdraad. Brei tricotsteek heen en weer gebreid met verkorte toeren voor de mouwkop (om de mouw een betere pasvorm te geven). Begin midden onder de mouw.

Naald 1 (goede kant): brei tot 10-11-11-12-13-13 steken voorbij de markeerdraad, keer het werk.
Naald 2 (verkeerde kant): brei 10-11-11-12-13-13 steken voorbij de markeerdraad, keer het werk.
Naald 3 (goede kant): brei tot 4-5-5-4-4-5 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
Naald 4 (verkeerde kant): brei tot 4-5-5-4-4-5 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.

Herhaal naalden 3 en 4 tot u 34-41-41-40-41-48 steken voorbij de markeerdraad bent (7-7-7-8-8-8 keer gekeerd aan elke kant). Brei aan de goede kant tot het begin van de naald (midden onder de mouw). Voeg hier 1 markeerdraad in, welke gebruikt wordt voor het minderen onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte.

Ga verder met tricotsteek in de rondte. Als de mouw 7-7-7-8-8-8 cm meet vanaf de opgenomen steken (alle lengtes worden gemeten midden boven van de mouw), minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald 2 keer, dan iedere 1½-1½-1½-1½-2½-2 cm, 7-7-5-4-2-3 keer (in totaal 9-9-7-6-4-5 keer) = 68-72-80-88-96-100 steken.
Brei tot de mouw 21-20-20-19-19-18 cm meet. Brei 1 naald recht en meerder 4-4-4-4-8-8 steken verdeeld = 72-76-84-92-104-108 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (1 recht gedraaid, 1 averecht) voor 4 cm met witte mist. Kant af. De mouw meet ongeveer 25-24-24-23-23-22 cm.

HALS:
Begin op een schouderlijn. Neem aan de goede kant aan de binnenkant van 1 kantsteek, 120 tot 140 steken op rondom de halslijn met korte rondbreinaald 3 mm en kleur witte mist. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Brei boordsteek in de rondte (1 gedraaid recht, 1 averecht) voor 8 cm. Kant af.
Vouw de hals dubbel naar binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Telpatroon

symbols = poederroze
symbols = witte mist
symbols = steken voor de linker schouder voor (d) worden opgenomen langs de linker schouder achter (D), steken voor rechter schouder voor (e), worden opgenomen langs de rechter schouder achter (E)
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 248-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (7)

country flag Audrey wrote:

Hi,I was just wondering if this garment is felted ?thanks so much

13.04.2024 - 03:50

DROPS Design answered:

Dear Audrey, no, this piece is not felted. It uses DROPS Sky yarn, that is a very special, light, fluffy, so called "blown" alpaca yarn. I hope this helps. Happy Knitting!

13.04.2024 - 20:27

country flag Daniela Cocco wrote:

Buongiorno, vorrei sapere come mai non ci sia neppure un modello che spieghi la costruzione della manica con il metodo contiguous… mi trovo benissimo con i vostri modelli che ho utilizzato numerosissimi come pure i vostri filati … utilizzo solo quelli e li trovo straordinari! Però sono delusa dal fatto che non ci sia neppure un modello che spieghi il metodo contiguous, che io trovo veramente funzionale, grazie mille per l’attenzione. Cordiali saluti Daniela Cocco

05.03.2024 - 22:59

DROPS Design answered:

Buonasera Daniela, inoltreremo la sua proposta al settore design. Buon lavoro!

11.03.2024 - 23:52

country flag Christa wrote:

Mir ist nicht klar, wie die Maschen für das Vorderteil aufgenommen werden müssen: je eine Masche aus dem oberen Rand des Rücken ist schon klar, aber warum heißt es „1 Masche aus jeder Reihe des oberen Rands…“? Und wo ist die obere Mitte des Armausschnitts? Hier soll ja der Markierer gesetzt werden. Vielen Dank für Ratschläge und Hilfe!

04.03.2024 - 22:37

DROPS Design answered:

Liebe Christa, in diesem Video zeigen wir, wie man die Maschen für beide Schulter vom Vorderteil auffasst. Mehr Video finden Sie auch unter "Videos" über die Materialliste. Viel Spaß beim Stricken!

05.03.2024 - 09:20

country flag Lakshmi wrote:

Are the colors reversed in the schematic?

08.02.2024 - 00:18

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lakshmi, thanks for noticing, diagram symbols have now been updated. Happy knitting!

08.02.2024 - 09:15

country flag Lauryna wrote:

Peaches and cream

22.01.2024 - 11:19

country flag Rodica wrote:

Summer breeze

21.01.2024 - 21:47

country flag Irene wrote:

Alba

19.01.2024 - 14:08