DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Baby 3-3
Dit patroon was gemaakt voor DROPS Camelia, die niet meer verkrijbaar is. Wij raden de volgende kleuren/kwaliteiten aan:

Het setje bestaat uit: Trui, sokken, handschoenen en muts.
Maat: 3- 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3) jaar.
Vergeleken in cm: 56 - 62/68 - 74/80 (86/92 - 98/104)
Materialen: DROPS Baby Merino & DROPS Alpaca van Garnstudio

Voor het hele setje:
DROPS Baby Merino:
100-100-150 (150-150) gr. nr. 03, lichtgeel
100-100-100 (100-100) gr. nr. 16, rood
50-50-50 (50-50) gr. nr. 04, geel
En gebruik: DROPS Alpaca
50-50-50 (50-50) gr. nr. 7815, groen/turkoois

Voor de trui:
100-100-150 (150-150) gr. nr. 03, lichtgeel
50-50-50 (50-50) gr. nr. 16, rood
50-50-50 (50-50) gr. nr. 04, geel
En gebruik: DROPS Alpaca
50-50-50 (50-50) gr. nr. 7815, groen/turkoois

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TRUI:

DROPS Knopen: 3 stk.
DROPS Rond- en sokkenbreinld nr. 2,5 en 3.
DROPS Breinld nr. 2,5.

Steekverhouding:
10 x 10 cm = 24 st x 32 nld met breinld nr. 3 in tricotst.
Gebruik indien nodig grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordsteek: * 1r, 1 av *

Voor- en rugpand: Zet met rondbreinld nr. 2,5 en geel 120-132-144 (156-160) st op en brei 3-3-3 (4-4) cm boordsteek, maar wissel na de 1e tr naar lichtgeel. Wissel vervolgens naar rondbreinld nr. 3 en brei teltekening M.1 en meerder tegelijkertijd gelijkmatig 0-4-8 (4-16) st in de 1e nld na de boordsteek = 120-136-152 (160-176) st. Brei vervolgens door met lichtgeel. Deel na 2-3-5 (5-7) cm het werk in tweeën voor het voor- en rugpand. Deze delen worden afzonderlijk verder gebreid. Hierna 1 st meerderen aan beide kanten van het voor- en rugpand = kantst.

Voorpand: = 62-70-78 (82-90) st. Brei vervolgens teltekening M.2 over de middelste 26 st met lichtgeel aan beide kanten. Kant tegelijkertijd vanaf een hoogte van 15-16-19 (20-20) cm af voor de armsgaten aan beide kanten in elke 2e nld: 2 x 2 st, 2-2-4 (3-1) x 1 st = 50-58-62 (68-80) st. Kant bij een hoogte van 23-25-29 (31-35) cm de middelste 10-12-16 (18-20) st af voor de hals. Rechter schouder: kant daarbij af aan de halszijde in elke 2e nld: 1 x 3 st, 1 x 2 st en 3 x 1 st. Kant de overige st van de schouder af bij een totale hoogte van 27-29-33 (35-39) cm. Linker schouder: kant hierna af aan de halszijde in elke 2e nld: 1 x 3 st, 1 x 2 st en 1 x 1 st. Wissel bij een hoogte van 26-28-32 (34-38) cm naar rondbreinld nr. 2,5 en brei 2 cm boordsteek heen en weer. Kant na de 2e nld gelijkmatig af voor 2 knoopsgaten - 1 knoopsgat = kant 3 st af en zet in de volgende nld 3 nieuwe st op boven de net afgekante st. Kant de overige st voor de schouder af bij een totale hoogte van 28-30-34 (36-40) cm.

Rugpand: = 62-70-78 (82-90) st. Brei door met lichtgeel. Kant af voor de armsgaten zoals voor het voorpand = 50-58-62 (68-80) st. Kant bij een hoogte van 25-27-30 (33-36) cm de middelste 22-24-28 (30-32) st voor de hals. Rechter schouder: Kant hierna 2 st af aan de halszijde in de volgende nld. Kant de overige st af bij een totale hoogte van 27-29-33 (35-39) cm. Linker schouder: Wissel bij een hoogte van 25-27-30 (33-36) cm naar breinld nr. 2,5 en brei 2 cm boordsteek. Kant de st af bij een totale hoogte van 28-30-33 (36-40) cm.

Mouw: zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en geel 40-44-48 (52-58) st op. Brei 3-3-3 (3-4) cm boordsteek, maar wissel na de 1e tr naar lichtgeel. Wissel vervolgens naar sokkenbreinld nr. 3 en brei teltekening M.1 (zorg dat het midden van de tekening op het midden van de mouw valt) en brei daarna door met lichtgeel. Tegelijkertijd vanaf een hoogte van 8-8-8 (8-9) cm st meerderen aan weerskanten van het midden van de ondermouw: 9-9-10 (10-16) x 2 st voor maat 3 maanden: afwisselend in elke 3e en 4e tr. Voor maat 6/9+ 12/18 maanden: in elke 5e tr. Voor maat 2 jaar: in elke 6e tr en voor maat 3 jaar: afwisselend in de 3e en 4e tr = 58-62-68 (72-90) st. Kant bij een hoogte van 20-24-26 (28-31) cm de middelste 6 st af van het midden ondermouw. Kant vervolgens af aan beide kanten in elke 2e nld: 3 x 5 st. Kant de overige st af bij een totale hoogte van 23-27-29 (31-34) cm.

Afwerken: sluit de schoudernaden. Neem met breinld nr. 2,5 en lichtgeel ca 80 tot 90 st op rondom de hals en brei 2 cm boordsteek – maar wissel na de 1e tr naar rood. Kant tegelijkertijd na de 2e tr af voor 1 knoopsgat op de linker schouder naast de overige knoopsgaten. Zet de mouwen in en zorg ervoor dat de naad niet te dik wordt. (splits de draad waarmee u de mouwen in het pand zet) Naai de knopen aan.




SOKKEN:

Maat: voetlengte van de sok: 10-11-12 (14-15) cm.
DROPS Sokkenbreinld nr. 3.

Steekverhouding:
10 x 10 cm = 24 st x 32 nld met breinld nr. 3 in tricotst.
Gebruik indien nodig grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordsteek: * 1 r, 1 av *

Zet met sokkenbreinld nr. 3 en rood 38-40-42 (42-44) st op en brei 6-7-7 (8-8) boordsteek.
Hiel: brei 3 cm tricotst over de middelste 18 st.
Afkanten voor de hiel (1e nld is een heeng nld): 1e nld: brei 10 r, 2 st verdraaid r samen, 1 r, keer het werk. 2e nld: 1 st r afh, 4 av, 2 av sam.br, 1 av, keer het werk. 3e nld: 1 st r afh, 5 r, 2 st verdraait r sam.br, 1 r, keer het werk. 4e nld: 1 st r afh, 6 av, 2 st av sam.br, 1 av, keer het werk. 5e nld: 1 st r afh, 7 r, 2 st verdraait r sam.br, 1 r, keer het werk. 6e nld: 1 st r afh, 8 av, 2 st av sam.br, 1 av, keer het werk. 7e nld: 2 st r sam.br, 8 r, 2 st verdraaid r sam.br = 10 st op de nld.

Neem 7 st op aan weerskanten van de hiel en zet alle st op dezelfde nld = 44-46-48 (48-50) st. Brei vervolgens boordsteek over de 20-22-24 (24-26) st van de wreef – de overige st in tricotst breien.
Kant daarbij 3 x 1 st af in elke nld aan weerskanten van de boordsteek = 38-40-42 (42-44) st. Brei tot de voet een lengte van 7-8-9 (11-12) cm heeft (gemeten vanaf het begin van het afkanten voor de hiel). Wissel naar groen en plaats 1 merkdraad aan beide kanten van de boordsteek. Kant vervolgens af aan weerkanten van deze draden (4 st afkanten totaal) 7-8-8 (8-9) x 1 st in elke nld = 10-8-10 (10-8) m. Trek de draad door de overige st en hecht goed af.




MUTS:

Maat: omtrek van de muts: 42-44-45 (47-50) cm.
DROPS sokkenbreinld nr. 2,5 en 3.

Steekverhouding:
10 x 10 cm = 24 st x 32 nld met breinld nr. 3 in tricotst.
10 cm breed = 26 st met breinld nr. 2,5 in tricotst.
Gebruik indien nodig grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Ribbels:
Op rondbreinld: 1e tr: r breien. 2e tr: av breien.
Heen en weer op de nld: alle nld recht.

Nopje: 4 st meerderen in 1 st. Brei 3 nld over deze 5 st, en brei in 4e nld deze st samen tot 1 st als volgt: haal de 2e,3e en 4e st over de 1e st.

Muts: zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en rood 100-104-108 (112-120) st op en brei 4 nld ribbels in het rond. Wissel naar sokkenbreinld nr. 3 en brei tricotst. Brei na 4 tr tricotst de volgende tr als volgt: * 9-7-8 (7-7) st tricotst met rood, 1 nopje met geel *. Brei daarna door met rood. Brei vanaf een hoogte van 8-10-11 (12-13) cm verder volgens teltekening M.3 en brei daarna de rest van de muts met groen. Brei vanaf een hoogte van 12-14-16 (18-19) cm afwisselend: * 1 tr waarin alle st 2 aan 2 samen worden gebreid en 1 tr gewone tricotst *, herhaal dit 4 keer = 6-6-7 (7-8) st. Brei de laatste tr als volgt: * 1 st, 1 nopje *. Trek de draad door de overige st en hecht goed af.

Oorklepjes x 2: zet met breinld nr. 3,5 en groen/turkoois 3 st op en brei ribbelst. Meerder aan weerskanten in elke 2e nld: 8-8 (8-9-9) x 1 st als volgt: rechterkant: brei 2 st in de eerste st. Linkerkant: brei 2 st in de 2 st = 19-19 (19-21-21) st op de nld. Brei tot een totale hoogte van 7-7,5 (8-8-9) cm en kant alle st af. Haak een koordje van lossen met een lengte van ca 25 cm en naai dit aan de eerste 3 st van het oorklepje.

Afwerken: de rand van ribbelst aan de onderkant van de muts omvouwen naar de goede kant. Naai de oorklepjes aan de muts in de laatste tr van ribbelst voor de tricotst met een afstand 9-10 (10-11-11) cm tussen elk klepje (d.w.z. 4.5-5 (5-5.5-5.5 cm uit het middenachter)




HANDSCHOENEN:

Maat: 2/3 jaar
DROPS Sokkenbreinld nr. 2,5 en 3.

Steekverhouding:
10 x 10 cm = 24 st x 32 nld met breinld nr. 3 in tricotst.
Gebruik eventueel een grotere of kleinere breinld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordsteek: * 1 r, 1 av *

Rechter handschoen: zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en rood 36 st op en brei 4 cm boordsteek. Vanaf hier het werk verder meten! Wissel naar sokkenbreinld nr. 3 en brei tricotst. Zet bij een hoogte van 3,5 cm 6 st op een hulpnld voor de duim. Zet in de volgende nld 4 nieuwe st op boven de st van de hulpdraad = 34 st. Meerder bij een hoogte van 4 cm gelijkmatig 4 st op de nld = 38 st. Plaats 1 merkdraad in de 2e st van de duim (de duim komt aan de onderkant van de hand. De merkdraad = de middelste st tot de wijsvinger) en plaats 1 merkdraad in het midden van de overige st (= de middelste st voor de pink).

Pink: neem 8 st op met rood, brei 3 cm tricotst – de laatste 1,5 cm van de 3 cm met groen/turkoois breien (ook de laatste 1,5 cm van de overige vingers met groen/turkoois breien). Kant vervolgens af als volgt: * 2 st r sam.br *, Trek de draad twee keer door de overige st en hecht goed af.
Ringvinger: neem 5 st op aan elke kant van de pink en zet verder 1 nieuwe st op aan beide kanten van deze st = 12 st. Brei 4,5 cm en hecht af als bij de pink.
Middelvinger: neem 5 st op aan elke kant van de ringvinger en zet verder 1 nieuwe st op aan beide kanten van deze st = 12 st. Brei 5 cm en hecht af als bij de pink.
Wijsvinger: neem de overige 10 st en zet verder 2 nieuwe st op tegen de middelvinger = 12 st. Brei 4,5 cm en hecht af als bij de pink.
Duim: neem de 6 st van de hulpnld en neem verder 6 st op boven het gaatje = 12 st. Brei 4 cm en hecht af als bij de pink.

Linker handschoen: als de rechter handschoen breien, maar in spiegelbeeld.

Telpatroon

symbols = lichtgeel
symbols = rood
symbols = groen/turkoois (Alpaca)
symbols = geel
symbols = Nopje - Wordt gebreid op de goede kant: Meerder 5 st in 1 st. Brei 4 nld tricotst heen en weer over deze 5 st. Brei in de 5e nld de st samen tot 1 st als volgt: haal de 2e,3e,4e en 5e st over de 1e st.
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 3-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Wenche Elise Woll wrote:

Er det noe feil i oppskriften Pick of the crop vanter? Det står ikke hvor mange masker det skal økes og være til sammen på lillefingeren og det skal ikke være tommeløkning?

28.04.2023 - 19:08

DROPS Design answered:

Hej Wenche, du øker ikke på lillefingeren, den strikker du i 3 cm. Jo til tommelfingeren plukker du 6 masker op i hullet så du får 12 masker :)

03.05.2023 - 07:27

country flag Moreen wrote:

Hallo Es sind auf dem Foto auch Handschuhe zu sehen. Wo finde ich die Anleitung dafür? Danke

19.09.2022 - 14:02

DROPS Design answered:

Liebe Moreen, jetzt sind die Hanschuhen online. Viel Spaß beim stricken!

22.09.2022 - 09:15

country flag Gunnel wrote:

Jag har stickat en arm. Nar man kommer till axeln star det : Vidare avm i var sida pa varannat varv: 5m x 3. Maska av nar arb mater 23-27-29 (31-34) cm. Det resulterar i en axel med oversta biten helt rak ( jag behover sticka ett par cm till for att fa ratt langd ). Det ser inte alls ratt ut. ---- I I

28.11.2020 - 14:31

DROPS Design answered:

Hej Gunnel, om du måste sticka ett par cm till, så kan du evt avm 4 x 4 istället för at få ärmkullen rundare...

02.12.2020 - 11:01

country flag Gunnel wrote:

Jag har stickat en arm. Nar man kommer till axeln star det : Vidare avm i var sida pa varannat varv: 5m x 3. Maska av nar arb mater 23-27-29 (31-34) cm. Det resulterar i en axel med oversta biten helt rak ( jag behover sticka ett par cm till for att fa ratt langd ). Det ser inte alls ratt ut. ---- I I

24.11.2020 - 13:38

DROPS Design answered:

Hej Gunnel, hvis du ikke holder samme strikkefasthed som i opskriften, så kan du fortsætte med at avm i hver side til arm når det rigtige mål. God fornøjelse!

08.01.2021 - 14:11

country flag Gunnel wrote:

Skriver igen. Rakade skicka under kommentar. Under beskrivning pa balen star det: Efter 2-3-5 (5-7) cm delas arbetet. 2-3-5 (5-7) cm efter vad? Styckets borjan eller borjan av M1? Antar borjan av M1, men jag har undrat....

24.10.2020 - 21:07

DROPS Design answered:

Hei Gunnel. Når du er ferdig med M.1, da skal det fortsettes med lys gul i 2-3-5 (5-7) cm. Man deler forstykket og bakstykke ettersom man nå skal strikke M.2 på forstykket. mvh DROPS design

26.10.2020 - 14:05

country flag Gunnel wrote:

Jag har borjat pa balen (ursakta amerikanskt keyboard) Dar star det (pa fjarde raden): Efter 2-3-5 (5-7) cm delas arbetet.... 2-3-5 (5-7) cm efter vad? Styckets borjan - eller monstrets borjan? Antar att det ar monstret, men jag har undrat...

24.10.2020 - 21:03

country flag Johanne wrote:

Where can I see a photo of the hat?

11.01.2019 - 16:29

DROPS Design answered:

Dear Johanne, we have added a picture of the hat. Happy knitting!

14.01.2019 - 09:11

country flag Monika Stübling wrote:

Wird dieser Pullover in einem Stück gearbeitet oder Vorder- und Rückenteil extra?

28.01.2015 - 18:16

DROPS Design answered:

Der Pullover wird zuerst in einem Stück gearbeitet, in Runden. Dann werden Vorder- und Rückenteil jeweils einzeln in Hin- und Rück-R weitergestrickt, ab dem Beginn des Musters, weil das in Runden nicht funktioniert.

28.01.2015 - 23:06

Knut wrote:

Rätstickning: 1 v. räta, 1 v aviga maskor.

19.11.2013 - 19:17

country flag Mariette Razola wrote:

Hej Hur stickar man rätstickning på strumpstickor? Det står 4 varv rätstickning sedan slätstickning men stixkar man runt så blir det ju automatiskt slätstickning. Skall man sticka avigt de första varven?

19.11.2013 - 01:18