DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 86-5
SHAWL:
Afmetingen: ca 20 x 120 cm
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio,
150 gr nr. 0100, naturel

DROPS breinld 4.5 mm of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

HANDSCHOENEN:
Maat: (XS/S) M/L
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio,
(100) 100 gr nr. 0100, naturel

DROPS sokkenbreinld 2.5 mm of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

SHAWL:

Steekverhouding: 18 st x 23 nld met 2 draden Alpaca in tricotst = 10 x 10 cm. Brei altijd eerst een proeflapje.

Motief: Zie de teltekening M.1 en M.2. De teltekening geeft het motief weer op de goede kant.

Shawl: Zet 43 st op met 2 draden en brei 4 nld ribbelst. Brei de volgende nld als volgt (op de goede kant): 8 r, 1 afhalen, 2 r samenbr, afgeh st overh, *9 r, 1 afhalen, 2 r samenbr, afgeh st overh*, herhaal *-* 1 keer en brei nog 8 r. Er staan nu 37 st op de nld. Brei de volgende nld av, met 3 r st aan weerskanten. Brei in de volgende nld Patroon 1 over alle st.
Brei bij een hoogte van ca. 119 cm – d.w.z. na een volledige herhaling, Patroon 2 en kant losjes af.




HANDSCHOENEN:

Steekverhouding:
25 st x 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm

Motief: Zie de teltekening. De teltekening geeft het motief weer op de goede kant.

Rechter handschoen: Zet (112) 126 st op met de sokkenbreinld. Brei rond en plaats een merkdraad aan het begin van de nld. Brei het picotrandje als volgt: *7 r, haal de 6e st, dan de 5e st, dan de 4e st over de 7 st = 4 st resteren*, herhaal van *-* op de hele nld = (64) 72 st. Brei vervolgens Patroon 3 – en minder in de laatste naald van het patroon, gelijkmatig verdeeld (4) 6 st = (60) 66 st.
Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat.
Patroon: Brei Patroon 4 tot een hoogte van (11) 12 cm, en brei dan Patroon 5, en minder, gelijkmatig verdeeld (14) 12 st in de 1e nld van Patroon 5 = (46) 54 st.
Brei na Patroon 5 de volgende nld als volgt: (23) 27 st r (= palm), plaats een merkdraad (= zijkant), (2) 4 r, Patroon 6 (19 st), (2) 4 r, plaats een merkdraad (= zijkant). Brei zo verder in patroon.
Duim: Meerder in de 2e nld van Patroon 6 (het werk heeft een hoogte van ca (13) 14 cm) voor de duim: meerder (5) 6 x 1 st aan weerskanten van de 2e st op de nld, in elke 2e nld = (11) 13 duim-st – meerder 1 st door het dwarsdraadje van de vorige nld op te nemen en verdraaid te breien.
Zet bij een hoogte van (18) 20 cm (het is heel belangrijk dat het werk tenminste (5) 6 cm lang is vanaf het begin van de duim meerderingen) de (11) 13 duim-st op een hulpdraad. Zet vervolgens 1 nieuwe st op na de hulpdraad en brei rond = (46) 54 st, Brei het patroon door.
Brei bij een hoogte van ca (22) 23 cm – d.w.z. na een complete herhaling van Patroon 6 – tricotst over alle st. Zet bij een hoogte van (23) 24 cm de eerste en de laatste (19) 22 st van de nld op een hulpdraad, en brei dan de pink met de (8) 10 resterende st.

Pink: Zet (5) 4 nieuwe st op naast de st van de hulpdraad = (13) 14 st, verdeel ze over 3 sokkenbreinld; en brei tricotst in het rond tot een hoogte van ca 5-6 cm. Brei vervolgens alle st 2 aan 2 samen, rijg de draad door de overgebleven st, trek stevig aan en hecht af.
Zet de st van de hulpdraad terug op de nld en neem 2 st op naast pink = (40) 46 st; brei 3 nld tricotst in het rond over alle st. Zet st op hulpdraden: (20) 23 st voor de palm op 1 hulpdraad en (20) 23 st voor de handrug op een 2e hulpdraad.

Ringvinger: Zet (7) 8 st van elke hulpdraad terug op de nld, zet 2 nieuwe st op naast de middelvinger = (16) 18 st. Verdeel de st over 3 sokkenbreinld; brei tricotst in het rond tot een hoogte van ca (7) 8 cm. Brei de st 2 aan 2 samen, rijg de draad door de resterende st, trek stevig aan en hecht af .

Middelvinger: Zet (6) 7 st van elke hulpdraad op de nld, neem (3) 4 st op naast de ringvinger en zet 3 nieuwe st op naast de wijsvinger = (18) 21 st. Verdeel de st over 3 sokkenbreinld; brei tricotst in het rond tot een hoogte van ca (8) 9 cm. Brei de st 2 aan 2 samen, rijg de draad door de resterende st, trek stevig aan en hecht af.

Wijsvinger: Zet de resterende (14) 16 st op de nld, neem (3) 4 st op naast de middelvinger = (17) 20 st; brei tricotst in het rond tot een hoogte van ca (6) 7 cm. Brei de st 2 aan 2 samen, rijg de draad door de resterende st, trek stevig aan en hecht af.

Duim: Zet de (11) 13 st van de hulpdraad en neem na deze st (7) 8 st op = (18) 21 st. verdeel de st over 3 sokkenbreinld; brei tricotst in het rond tot een hoogte van ca (5) 6 cm, rei de st 2 aan 2 samen, rijg de draad door de resterende st, trek stevig aan en hecht af.

Linker handschoen: Brei zoals de rechter handschoen in spiegelbeeld. Brei na Patroon 5 de volgende nld als volgt: (2) 4 r, Patroon 6 (19 st), (2) 4 r, plaats een merkdraad (= zijkant), (23) 27 r (= palm), plaats een merkdraad (= zijkant) en meerder voor de duim aan weerskanten van de een na laatste st.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
symbols = haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen, en haal de afgeh st daarover
symbols = 1 omsl
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 86-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (18)

country flag Kata wrote:

Onko ohjeessa virhe M2 kohdassa? Ohjeen mukainen silmukankierto tekee reiän (aloituksen aina oikeaa 4 kerrosta) kerroksien väliin, eikä päättelyn jälkeen reuna näytä samalta kuin aloitus. Vaikka päättelee löysästi.

06.10.2022 - 22:09

country flag Martine wrote:

Bonjour. j'ai tricoté l'écharpe mais le le diagramme M.2 ne correspond pas à la vague tricotée au début. Pouvez-vous me donner les explications pour avoir la même vague au début et à la fin de l'écharpe ? Merci. Cordialement.

02.03.2022 - 17:41

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, je suis vraiment désolée, nous ne sommes pas en mesure de pouvoir adapter chaque modèle à chaque demande, dans ce modèle, on termine par M.2, les 2 extrémités de l'écharpe seront ainsi effectivement légèrement différentes. Bon tricot!

02.03.2022 - 17:46

country flag Gabriella wrote:

Buongiorno, sto terminando la sciarpa. Ho 37 punti e dovrei aumentarli per finire come all'inizio ma non mi trovo perché se diminuisco 2 maglie e ne aumento 2 i punti restano 37. Come faccio a fare l'ondina come all'inizio? Grazie

29.10.2021 - 22:43

DROPS Design answered:

Buonasera Gabriella, l'onda si ottiene con la chiusura lenta, le maglie non vanno aumentate. Buon lavoro!

30.10.2021 - 14:17

country flag Oppskrift Drops 86-5 wrote:

Hei. Jeg strikker skjerfet med hullmønster. På slutten av arbeidet strikket jeg diagrammet M.2, men det ble ikke make som begynnelsen av arbeidet, ikke bølge kant. Kan det være noe feil i oppskriften? Er takknemlig for rask tilbakemelding. Mvh Anne-Britt N. Lavik

19.02.2021 - 21:24

DROPS Design answered:

Hej Anne-Britt, det bør bølge sig når du har lukket maskerne løst af :)

24.02.2021 - 15:43

country flag Louise Robert wrote:

Bonjour je voudrais faire le foulard plus large, au moins un dessin de plus, de combien faut j'augmente de mailles... C'est une multiple de combien ? Merci de me répondre

28.01.2021 - 06:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Robert, montez 12 mailles en plus pour chaque motif (= 10 m) en plus en largeur et tricotez ensuite le 1er rang bien comme indiqué en répétant de *-* autant de fois en plus = vous diminuez 2 m par motif pour créer les pointes, et il restera alors 10 m pour chaque motif + 3 m point mousse de chaque côté + 1 m end en fin de rang pour la symétrie. Bon tricot!

28.01.2021 - 09:57

country flag Linda wrote:

Dank voor uw antwoord op mijn vraag over aanpassing van het sjaalpatroon 86-5. Het is prima gelukt zo !

04.10.2019 - 07:40

country flag Linda wrote:

Ik wil de shawl met patroon 86-5 dubbel of driedubbel zo breed maken. Ho pak ik dat aan? Het patroon klopt niet meer als ik tweemaal of driemaal 43 steken opzet en vervolgens het patroon volg.

30.09.2019 - 21:16

DROPS Design answered:

Dag Linda,

Als je de sjaal 2 keer zo breed wilt hebben, moet je eerst de 3 kantsteken in ribbelsteek aan beide kanten + nog 1 steek van de 43 steken af trekken. Dan kom je op 36 (3 patroonherhalingen van 12 steken in de breedte)

Dus dan zou je 36 x 2 +7 op moeten zetten = 79 steken.

03.10.2019 - 18:49

country flag Linda Bastiaans wrote:

Goedenavond, ik ben de shawl 86-5 aan het breien en mijn vraag hierover is: brei ik alle teruggaande naalden averecht? Alvast dank voor uw antwoord. Linda

30.09.2019 - 18:58

DROPS Design answered:

Dag Linda,

In het telpatroon zijn steeds de oneven naalden de naalden op de goede kant en de even naalden op de verkeerde kant. (Alle naalden zijn dus aangegeven in de telpatronen. Op de verkeerde kant brei je dus de meeste steken averecht, maar een aantal steken recht (symbool met kruisje)

03.10.2019 - 13:20

country flag Carole wrote:

Bonjour, je suis à finaliser mon écharpe, soit tricoter M2, j’ai fait les rgs 1 et 2 de M2 en point mousse endroit, je suis rendue au 3e qui est identique au Rg 7 de M1, et les 4 et 5 rgs M2 sont à l’endroit. Je suis débutante et mon interrogation est-ce qu’à la fin j’aurai l’effet de vagues comme au début , les jetés du rg 3 font des trous ???. J’ai commencé mon ouvrage sur 43 m et je fini sur 37 est-ce normal.

22.01.2019 - 15:48

DROPS Design answered:

Bonjour Carole, oui les jetés du 3ème rang de M.2 doivent être tricotés à l'endroit au rang suivant, ils vont former des trous. On commence effectivement avec 43 m et on diminue après les 4 rangs point mousse du début, on tricote ensuite M.1 sur les 37 m restantes jusqu'à ce que l'écharpe mesure 119 cm environ, on tricote M2 et on rabat les mailles. Bon tricot!

22.01.2019 - 16:07

country flag Caroline wrote:

Bonjour, je me demande s'il n'y a pas une erreur pour les gants en taille M/L. Il est écrit qu'il faut monter 116 mailles. Je me demande si ce n'est pas plutôt 126 mailles, car 116 n'est pas un multiple de 7 et je ne vois pas comment on peut arriver à 72 mailles après le rang de picots. Merci pour votre aide.

02.12.2016 - 14:46

DROPS Design answered:

Bonjour Caroline, vous avez raison, il faut bien monter 126 m et non 116, le modèle a été corrigé, merci. Bon tricot!

02.12.2016 - 15:46