DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Hello Kitten

De set bevat: Muts voor baby met ribbelsteek, golfpatroon en oorflappen. Overslagvest en broek met ribbelsteek en kantpatroon. Maten prematuur – 4 jaar. De set wordt gebreid in DROPS BabyMerino.

DROPS Baby 29-9
DROPS Design: Patroon nr. bm-072-by
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Voor de hele set ongeveer (250) 250-300-300-350 (350-400) g DROPS Baby Merino.
-----------------------------------------------------------

MUTS:
Maten: (prematuur) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Voor hoofdmaat:
ongeveer (28/32) 34/38 - 40/42 - 42/44 - 44/46 (48/50 - 50/52) cm
Materiaal:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
50 g in alle maten in kleur 26, licht oudroze

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"”Garenalternatieven (Garengroep A)" – zie de link hieronder.

DROPS NAALDEN MAAT 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 48 naalden van ribbelsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

VEST:
Maten: (prematuur) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maten in cm: (40/44) 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
(100) 150-150-150-150 (200-200) g kleur 26, licht oudroze

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"Garenalternatieven (Garengroep A)" – zie de link hieronder.

DROPS RONDBREINAALD (60 of 80 cm) MAAT 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 48 naalden van ribbelsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS HAAKNAALD 2.5 MM – rand en strikband
----------------------------------------------------------

BROEK:
Maten: (prematuur) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maten in cm: (40/44) 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
(100) 150-150-150-150 (200-200) g kleur 26, licht oudroze

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van
"Garenalternatieven (Garengroep A)" – zie de link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 cm) MAAT 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 48 naalden van ribbelsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 cm) MAAT 2.5 MM voor de boordsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 steken en 34 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS HAAKNAALD 2.5 MM – strikband
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Muts: Zie telpatroon A.1.
Vest: Zie telpatroon A.2.
Broek: Zie telpatroon A.3.
De telpatronen laten alle naalden in de patronen aan de goede kant zien. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de muts):
Alle minderingen worden gemaakt aan de goede kant!
Minder als volgt: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd), brei ribbelsteek tot er 3 steken over zijn, 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), 1 kantsteek in ribbelsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor het vest):
Alle minderingen worden gemaakt aan de goede kant!
Minder als volgt na de 1 kantsteek en A.2 (voor het rechter voorpand): 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
Minder als volgt voor de 1 kantsteek en A.2 (voor het linker voorpand): 2 recht samen (= 1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-3 (voor de broek):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, brei dan 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), brei 2 steken (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) en dan 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de broek):
Meerder 2 steken door 1 omslag te maken aan elke kant van de 2 steken, op de volgende naald worden de omslagen gedraaid gebreid om gaatjes te vermijden.
----------------------------------------------------------

MUTS:
De muts wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden. Zet (79) 89-99-103-107 (115-121) steken op met rondbreinaald 3 mm en Baby Merino. Brei RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, tot het werk 3 cm meet. Brei dan als volgt: (25) 28-32-34-35 (39-42) steken in ribbelsteek, A.1 over (29) 33-35-35-37 (37-37) steken en brei (25) 28-32-34-35(39-42) steken in ribbelsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei op deze manier tot het werk (14) 14-15-16-16 (18-19) cm meet. Brei 2 ribbels. Hecht op de volgende naald aan de goede kant af voor de oorflappen als volgt: Hecht de eerste (5) 8-10-10-9(11-12) steken af, brei de volgende (20) 20-22-24-26 (28-30) steken recht (= eerste oorflap) en plaats deze steken op een hulpdraad, hecht de volgende (29) 33-35-35-37 (37-37) steken af, brei recht over de volgende (20) 20-22-24-26 (28-30) steken (= 2e oorflap) en plaats deze steken op een hulpdraad, hecht de laatste (5) 8-10-10-9 (11-12) steken af. Knip de draad af.

OORFLAPPEN:
= (20) 20-22-24-26 (28-30) steken. Plaats de steken van een van de hulpdraden terug op de naald, brei ribbelsteek en minder 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek aan elke kant van het werk – LEES TIP VOOR HET MINDEREN-1, als volgt: Minder 1 steek aan elke kant van het werk iedere 4e naald in totaal (6) 6-5-5-6 (6-7) keer en 1 steek aan elke kant van het werk iedere 2e naald in totaal (2) 2-4-5-5 (6-6) keer = 4 steken. De oorflap meet ongeveer (6) 6-6-6-7 (8-8) cm. Hecht de draad af. Herhaal op de andere oorflap.

AFWERKING:
Naai de zijkanten samen, van rand tot rand in de buitenste steek. Vouw de muts zodat deze naad in het midden achter is en naai dan de opzetrand samen op dezelfde manier.

STRIKBAND:
Knip 6 draden van ongeveer 60 cm en rijg deze halverwege door de punt van de oorflap, met andere woorden, er zijn 12 draden om te vlechten. Maak 1 vlecht. Zet 1 knoop op de onderkant. Doe hetzelfde in de andere oorflap.
---------------------------------------------------------

VEST:
Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald.
Begin met een van de voorpanden en zet steken op voor de mouw en brei tot aan het schouder. Brei het andere voorpand, brei de 2 voorpanden samen en brei het achterpand terug naar beneden.

RECHTER VOORPAND:
Zet LOSJES (34) 37-44-48-52 (55-62) steken op met rondbreinaald 3 mm en Baby Merino en brei 3 RIBBELS – zie uitleg hierboven (eerste naald = goede kant).
Brei dan als volgt aan de goede kant: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.2 over 6 steken en brei in ribbelsteek tot het einde van de naald. Ga verder in patroon op deze manier tot het werk (9) 12-16-16-17 (20-23) cm meet – pas zo aan dat de volgende naald wordt gebreid aan de goede kant.
Brei 1 korte naald (beginnend aan de goede kant) als volgt: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.2, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande naald zoals hiervoor. Keer het werk.

LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT! U HECHT AF VOOR DE HALS TERWIJL U TEGELIJKERTIJD STEKEN OPZET VOOR DE SCHOUDER/MOUW.
MINDER VOOR DE HALS:
Minder 1 steek voor de hals aan de binnenkant van de 1 kantsteek en A.2 op het begin van de naald – LEES TIP VOOR HET MINDEREN-2.
Minder op deze manier iedere 2e naald in totaal (18) 18-22-24-26 (28-32) keer, minder dan iedere 4e naald in totaal 2 keer.
SCHOUDER/MOUW:
Als het werk (12) 15-19-20-21 (24-27) cm meet zet dan nieuwe steken aan het einde van elk naald op aan de goede kant (= richting de zijkant) voor de mouw als volgt: Zet (3) 4-6-6-6 (6-6) steken op in totaal (4) 4-4-5-6 (7-8) keer en (16) 19-19-18-19 (23-26) steken in totaal 1 keer.
Na alle meerderingen en minderingen zijn er (42) 52-63-70-79 (90-102) steken op de naald voor de schouder/mouw.

Ga verder met ribbelsteek en A.2 tot het werk (20) 24-28-30-32 (36-40) cm meet – pas zo aan dat u eindigt met de 4e naald in A.2, ga nu verder met ribbelsteek over alle steken. Voeg 1 markeerdraad in = midden van de bovenkant van het schouder.
Zet 2 nieuwe steken op aan het einde van de naald richting de hals (= aan de verkeerde kant) in totaal 2 keer = (46) 56-67-74-83 (94-106) steken (laatste naald = verkeerde kant). Plaats alle steken op een hulpdraad.

LINKER VOORPAND:
Zet LOSJES (34) 37-44-48-52 (55-62) steken op met rondbreinaald 3 mm en Baby Merino en brei 3 ribbels (eerste naald = goede kant).
Ga verder als volgt aan de goede kant: Brei ribbelsteek tot er 7 steken over zijn op de naald, A.2 over 6 steken en 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder in patroon op deze manier tot het werk (9) 12-16-16-17 (20-23) cm meet – pas zo aan dat de volgende naald wordt gebreid aan de verkeerde kant.
Brei 1 korte naald (beginnend aan de verkeerde kant) als volgt: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.2, keer het werk, trek de draad aan en brei terug aan de goede kant. Keer het werk en brei de teruggaande naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT! U MINDERT VOOR DE HALS TERWIJL U TEGELIJKERTIJD STEKEN OPZET VOOR DE SCHOUDER/MOUW.
MINDER VOOR DE HALS:
Minder 1 steek voor de hals voor A.2 en 1 kantsteek aan het einde van de naald.
Minder op deze manier iedere 2e naald in totaal (18) 18-22-24-26 (28-32) keer, minder dan iedere 4e naald in totaal 2 keer.
SCHOUDER/MOUW:
Als het werk (12) 15-19-20-21 (24-27) cm meet zet dan nieuwe steken op aan het einde van elke naald aan de verkeerde kant (= richting de zijkant) voor de mouw als volgt: Zet (3) 4-6-6-6 (6-6) steken op in totaal (4) 4-4-5-6 (7-8) keer en (16) 19-19-18-19 (23-26) steken in totaal 1 keer.
Na alle meerderingen en minderingen zijn er (42) 52-63-70-79 (90-102) steken op de naald voor de schouder/mouw.

Ga verder met ribbelsteek en A.2 tot het werk (20) 24-28-30-32 (36-40) cm meet – pas zo aan dat u eindigt met de 4e naald in A.2, ga nu verder met ribbelsteek over alle steken. Voeg 1 markeerdraad in = midden van de bovenkant van het schouder.
Zet 2 nieuwe steken op aan het einde van de naald richting de hals (= aan de goede kant) in totaal 2 keer = (46) 56-67-74-83 (94-106) steken. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant.

ACHTERPAND:
Brei recht over het linker voorpand aan de goede kant (= (46) 56-67-74-83 (94-106) steken), zet (8) 8-10-10-12 (14-16) nieuwe steken op (= achterkant van de hals) en brei het rechter voorpand op de rondbreinaald (= recht aan de goede kant) = (100) 120-144-158-178 (202-228) steken.
HET WERK WORDT NU GEMETEN VANAF DE MARKEERDRADEN OP DE SCHOUDERS.
Ga verder met ribbelsteek heen en weer gebreid op de naald.
Als het werk (6) 7-7-7½-8 (9-9) cm meet hecht dan mouwsteken af als volgt: Hecht af op het begin van elke naald aan elke kant van het werk als volgt: 1 keer (16) 19-19-18-19 (23-26) steken en in totaal (4) 4-4-5-6 (7-8) keer (3) 4-6-6-6 (6-6) steken = (44) 50-58-62-68 (72-80) steken.
Brei verder tot het werk ongeveer (20) 24-28-30-32 (36-40) cm meet – vouw het werk dubbel op de markeerdraden op de schouders en zorg ervoor dat de voor- en achterpanden dezelfde lengte hebben – kant dan losjes af.

AFWERKING:
Naai de zijnaden en mouwnaden rand tot rand in de buitenste lus van de buitenste steek.

GEHAAKTE RAND:
Haak met haaknaald 2.5 mm om de gehele opening van het vest als volgt (aan de goede kant):
Brei 1 vaste in de eerste steek, * 1 losse, sla ongeveer 2 steken/naalden over, 1 vaste in de volgende steek *, herhaal vanaf *-* om het gehele vest, maar in elk van de hoeken (waar de minderingen voor de hals beginnen op het voorpand) haak de strikband als volgt: 1 vaste in de punt, brei lossen voor ongeveer 20-25 cm, keer het werk en brei terug met 1 halve vaste in elke losse, haak opnieuw 1 vaste in de punt van het voorpand. De toer eindigt met 1 halve vaste in de eerste vaste.
Maak 2 losse strikbanden: Haak ongeveer 20-25 cm lossen, keer het werk en haak terug met 1 halve vaste in elke losse. Knip de draad af en maak nog 1 strikband op dezelfde manier. Bevestig 1 strikband op de binnenkant aan de rechter zijkant en 1 strikband op de buitenkant aan de linker zijkant. Zorg ervoor dat de strikbanden op dezelfde hoogte geplaatst worden als de band op de buitenkant.

---------------------------------------------------------

BROEK:
Het werk wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden. De naald begint midden achter.
Zet (88) 96-104-120-128 (136-144) steken op met rondbreinaald 2.5 mm en Baby Merino. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden achter) en 1 markeerdraad na (44) 48-52-60-64 (68-72) steken (= midden voor).
Brei boordsteek als volgt vanaf midden achter: 1 recht, * 2 averecht, 2 recht *, herhaal vanaf *-* en eindig met 2 averecht en 1 recht.
Als het boordsteekdeel 4 cm meet brei dan een naald van gaatjes voor de strikband als volgt: * 1 recht, 1 omslag, 2 averecht samen, 2 recht, 1 omslag, 2 averecht samen, 1 recht *, herhaal vanaf *-* de hele naald. Brei 1 naald boordsteek met 2 recht / 2 averecht.
Brei een verhoging op de achterkant van het boordsteekdeel als volgt: Brei (7) 7-9-9-9 (9-9) steken, keer het werk, trek de draad aan, brei (14) 14-18-18-18 (18-18) steken terug, keer het werk, trek de draad aan, brei (20) 20-26-26-26 (26-26) steken, keer het werk, trek de draad aan, brei (26) 26-34-34-34 (34-34) steken terug. Ga verder op deze manier door steeds(6) 6-8-8-8 (8-8) meer steken te breien elke keer wanneer u het werk keert totdat u in totaal (50) 50-66-66-82 (82-82) steken heeft gebreid. Keer het werk. Ga verder met rondbreinaald 3 mm.
Brei dan als volgt vanaf midden achter: Brei (17) 19-21-25-27 (29-31) steken in RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, A.3 (= 10 steken), brei (34) 38-42-50-54 (58-62) steken in ribbelsteek, A.3 over 10 steken, brei (17) 19-21-25-27 (29-31) steken in ribbelsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk (10) 12-13-16-15 (16-17) cm meet midden voor, meerder dan 1 steek aan elke kant van de 2 middelste steken op de voorkant en achterkant – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder op deze manier iedere 2e naald in totaal (8) 8-8-8-12 (12-12) keer = (120) 128-136-152-176 (184-192) steken.
Als het werk (15) 17-18-21-22 (23-24) cm meet midden voor (u zou de meerderingen nu klaar moeten hebben) hecht dan steken af voor de inzet op de volgende naald van recht als volgt: Begin midden achter en kant de eerste (6) 6-6-6-8 (8-8) steken af, brei ribbelsteek tot er (6) 6-6-6-8 (8-8) steken over zijn voor de markeerdraad aan de voorkant en hecht (12) 12-12-12-16 (16-16) steken af, brei ribbelsteek tot er (6) 6-6-6-8 (8-8) steken over zijn op de naald, hecht de laatste (6) 6-6-6-8 (8-8) steken af. Plaats de steken voor een van de pijpen op een hulpdraad en brei elke pijp apart verder.

PIJP:
Het werk wordt in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop.
= (48) 52-56-64-72 (76-80) steken. Verdeel de steken op 4 breinaalden zonder knop maat 3 mm en voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= aan de binnenkant van de pijp). Ga verder met ribbelsteek en A.3 in de zijkant zoals hiervoor over (1) 1-1-2-2 (2-3) cm – pas zo aan dat de volgende naald 1 naald recht is.
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – LEES TIP VOOR HET MINDEREN-3, als volgt:
MAAT PREMATUUR - 12/18 MAANDEN: Op iedere 4e naald.
MAAT 2 JAAR: Op iedere 6e naald.
MAAT 3/4 JAAR: Op iedere 8e naald in totaal (8) 10-10-12-12 (12-12) keer = (32) 32-36-40-48 (52-56) steken.
Als het werk (24) 28-32-38-42 (48-55) cm meet ga dan verder met A.3 zoals hiervoor maar brei de ribbelsteken in 2 recht / 2 averecht tot het werk ongeveer (26) 30-34-40-44 (50-57) cm meet vanaf de opzetrand – pas zo aan dat de laatste naald de 4e naald in A.3 is. Brei boordsteek over alle steken tot het werk (27) 31-35-41-45 (51-58) cm meet vanaf de opzetrand. Hecht af met recht boven recht en averecht boven averecht. Plaats de steken van de andere pijp terug op breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei zoals voor de eerste pijp.

AFWERKING:
Naai de (12) 12-12-12-16 (16-16) afgehechte steken tussen de pijpen, aan elkaar.

STRIKBAND:
Haak een strikband op de taille met haaknaald 2.5 mm als volgt: Haak lossen voor ongeveer 110 cm, keer het werk en haak terug met 1 halve vaste in elke losse, knip en hecht de draad af. Rijg de strikband door de gaatjes die gemaakt zijn in de boordsteek en maak een knoop op de voorkant.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = geen steek, sla dit vierkant over
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 steken recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 steken recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 3 steken recht samen
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 29-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (68)

country flag Marianne Skovbogaard wrote:

Hej Jeg er ikke en strikkeørn, og jeg forstår bare ikke dether. Jeg forstår ikke størrelserne: 0/1 og 1/3 (det passer), men så kommer 6/9 og derefter 12/18 osv. Hvordan skal jeg så strikke til en størrelse 3-6, når der kun er beregnet til de helt små, og så til dem, der straks er temmelig meget større? Vi snakker jo flere måneder og en gudsvelsignelse af centimeter imellem... Tak for svar. Mvh Marianne

22.04.2024 - 22:45

DROPS Design answered:

Hej Marianne, se på målene i måleskitsen og vælg den størrelse med de cm som passer dig bedst :)

23.04.2024 - 15:24

country flag Marjolaine wrote:

Bonjour, je viens de finir le gilet, merci pour vos réponses toujours très rapides ! Mes coutures côtés sont très bien en revanche mes coutures sous les manches sont très laides, du au fait qu'on augmente 4 mailles par 4 mailles et que cela fait des escaliers... alors que de l'autre côté (celui où l'on rabat cela est plus joli) j'ai beau chercher je n'ai pas trouvé de solution de couture satisfaisante.... auriez vous une astuce ou un tuto ? Merci beaucoup !

05.12.2023 - 21:45

DROPS Design answered:

Bonjour Marjolaine, pour la couture sous les manches, vous pouvez assembler les mailles en suivant l'une des 2 techniques que l'on montre dans cette vidéo. Bon tricot!

06.12.2023 - 08:19

country flag Marjolaine wrote:

Bonjour, je suis en train de réaliser le modèle en taille 1/3 mois et j\\\'arrive à la fin du devant droit. Vous dites qu\\\'il doit rester 52 mailles quand toutes les augmentations et diminutions sont faites mais j\\\'en compte 54 (37 mailles de montage -18 diminutions + 35 augmentations = 54) ou alors je fais une erreur quelque part ? \\r\\nMerci pour votre réponse ^^ marjolaine

21.11.2023 - 23:43

DROPS Design answered:

Bonjour Marjolaine, notez que la taille 1/3 mois est la 3ème taille, autrement dit vous devriez monter 44 mailles, les 37 mailles sont pour la taille 0/1 mois; vous montez ainsi 37 mailles et diminuez 20 mailles pour l'encolure (soit 18 fois tous les 2 rangs + 2 fois tous les 4 rangs) et montez 35 mailles au total = 52 mailles. Bon tricot!

22.11.2023 - 09:27

country flag Judy Taylor wrote:

I can't get the image of the pattern, for A1, A2 or A3 to load. Can you help?

16.10.2023 - 17:05

DROPS Design answered:

Dear Mrs Taylor, it might have been a temporary bug, diagrams should be visible, try to refresh the page (with ctrl + F5 for example). Happy knitting!

17.10.2023 - 09:07

country flag Ana wrote:

Puedo hacer el gorrito con agujas rectas?,. Gracias

29.01.2023 - 11:50

DROPS Design answered:

Hola Ana, en principio puedes usar agujas rectas. La aguja circular se utiliza para trabajar más cómodamente con un alto número de puntos.

29.01.2023 - 20:34

country flag Bonnardel Danielle wrote:

Je pourrais avoir l'explication en français svp

30.11.2022 - 09:09

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bonnardel, volontiers, tous nos modèles sont disponibles en français, cliquez sur le menu déroulant sous la photo pour changer la langue et ainsi trouver les explications en français. Bon tricot!

30.11.2022 - 11:50

country flag Grete Rasmussen wrote:

Drops Baby 29-9 \\r\\nHue , Kan overhovedet ikke løse gåde ! \\r\\nJeg syr huen sammen , flette de 2stk snore ? Bindebånd ?\\r\\nSkal ørene bare stritte ud \\r\\nVh . Grete Rasmussen

10.09.2022 - 20:07

country flag Natalie wrote:

Jeg er i gang med at strikke bukserne, og kan simpelthen ikke finde ud af om jeg stadig skal strikke rundt, efter ribben, eller om jeg skal strikke frem og tilbage?

08.03.2022 - 12:01

DROPS Design answered:

Hei Natalie. Når du skal strikke forhøyningen bak, strikkes det frem og tilbake over de maskene det står i oppskriften. Når forhøyningen er ferdig strikkes byttes det til rundpinne 3 og det strikkes rundt igjen. mvh DROPS Design

14.03.2022 - 10:34

country flag Ghislain Francine wrote:

J'ai bien tricoté le bonnet, mais je n'arrive pas à le monter, comment faut-il procéder?

13.02.2022 - 16:33

DROPS Design answered:

Bonjour Francine, vous allez assembler le bonnet au milieu dos, autrement dit les côtés du bonnet doivent être cousus entre eux de haut en bas (du rang de montage jusqu'aux mailles rabattues), puis vous pliez le bonnet pour que cette couture soit au milieu dos du bonnet. Et vous assemblez maintenant les mailles du montage entre elles (comme pour une couture d'épaules). Bonne continuation!

14.02.2022 - 10:33

country flag Plasman Dominique wrote:

Bonjour, encore une petite question concernant ce bonnet . Je dois terminer de tricoter A1 à 16 cm de hauteur (taille 1 an). Je mesure où ? (au milieu de mon tricot, à l'endroit le plus "long " du motif j'ai bien 16 cm, mais sur la partie centrale j'ai un cm de moins et sur les côtés, 2 cm de moins. A quel endroit dois je mesurer la hauteur avant de tricoter les 2 côtes mousse. Merci pour ce modèle et pour votre aide.

18.11.2021 - 16:47

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Plasman, mesurez au plus court, la partie qui descend un peu sur le front - si vous en avez la possibilité, n'hésitez pas à essayer pour ajuster la longueur si besoin. bon tricot!

24.11.2021 - 09:53