DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Autumn Vines Cardigan

Vest met blaadjespatroon en raglan, gebreid van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Alpaca.

DROPS 179-29
DROPS design: Patroon z-798
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
350-350-400-450-500-550 g kleur nr 2925, roest

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (60 of 80 cm) MAAT 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden in tricotsteek (24 steken en 48 naalden in ribbelsteek) = breedte 10 cm en hoogte 10 cm.

DROPS PAERELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NR 521: 6-6-6-7-7-7 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBELS/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBELS/RIBBELSTEEK (gebreid in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Maak 1 omslag na ongeveer iedere 5e steek tijdens het afkanten (kant de omslag af zoals normale steken) om de afkantrand elastischer te maken.

KNOOPSGATEN:
Minder voor het eerste knoopsgat op de eerste naald aan de goede kant na de rand in ribbelsteek in de hals, minder dan de volgende 5-5-5-6-6-6 ongeveer 8 cm apart van elkaar.
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn op de naald (aan de goede kant gezien), maak 1 omslag, 2 averecht samen en 1 averecht. Brei op de volgende naald de omslag averecht om gaatjes te maken.
----------------------------------------------------------

Brei heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden.

VEST:
Zet 106-110-116-122-128-134 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op de rondbreinaald 3 mm met Alpaca. Brei 3 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Minder voor de KNOOPSGATEN op de rechter voorbies - zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 12-24-22-24-22-12 steken verdeeld (brei de buitenste 5 steken aan elke kant op iedere naald averecht tot het werk klaar is) = 118-134-138-146-150-146 steken. Brei 1 naald recht.

Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 5 steken averecht (= voorbies), A.1 (= 13-15-17-13-15-17 steken) en 7-7-5-12-13-13 steken in ribbelsteek (= linker voorpand), A.2 (= 1 steek), brei 12-16-18-16-12-6 steken in ribbelsteek (= mouw), A.2, brei 40-44-44-50-56-60 steken in ribbelsteek (= achterpand), A.2, brei 12-16-18-16-12-6 steken in ribbelsteek (= mouw), A.2, brei 7-7-5-12-13-13 steken in ribbelsteek, A.1 (= rechter voorpand) en eindig met 5 averecht (= voorbiessteken).

Ga verder met A.1, A.2 en 5 averecht voor de voorbies aan elke kant. Brei de rest van de steken in ribbelsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei A.1 en A.2 3-3-3-4-4-4 keer in totaal in de hoogte, zorg ervoor dat de eerste steek in A.2 direct boven middelste steek in de vorige herhaling is = 334-374-402-434-470-498 steken op de naald en het werk meet ongeveer 20-23-25-27-30-33 cm vanaf de opzetrand.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 53-58-61-67-74-80 steken (= linker voorpand), zet de volgende 66-76-84-88-92-94 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= onder de mouw), brei 96-106-112-124-138-150 steken (= achterpand), zet de volgende 66-76-84-88-92-94 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= onder de mouw) en brei de overgebleven 53-58-61-67-74-80 steken (= rechter voorpand).

LIJF:
= 222-242-258-282-314-342 steken. Meet nu het werk vanaf hier. Ga verder met breien in ribbelsteek, A.1 en de biezen averecht zoals hiervoor - denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies. Als het werk ongeveer 26-25-25-25-24-23 cm meet, pas aan na een hele of halve herhaling in de hoogte, brei dan ribbels heen en weer gebreid over alle steken. Brei 5 ribbels over alle steken (ga verder met de biezen in averecht), kant dan losjes af - LEES TIP VOOR HET AFKANTEN.

Het vest meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Brei de mouw in de rondte op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop. Zet de 66-76-84-88-92-94 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 3 mm en zet daarnaast 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op midden onder de mouw = 76-86-96-100-106-110 steken. Meet nu het werk vanaf hier. Ga verder met de mouw in tricotsteek. Minder bij een hoogte van 3 cm, 2 steken midden onder de mouw. Minder iedere 2½-1½-1½-1-1-1 cm 13-17-20-21-23-24 keer in totaal = 50-52-56-58-60-62 steken. Brei bij een hoogte van 38-36-34-33-30-28 cm, in RIBBELSTEEK over alle steken - zie uitleg hierboven. Als de mouw 42-40-38-37-34-32 cm meet, Kant dan losjes af. Zie TIP VOOR HET AFKANTEN!

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen. Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag recht of averecht (zoals het patroon aangeeft) om gaatjes te maken
symbols = 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 179-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (41)

country flag Robin Ryan wrote:

Hi, is the diagram worked from the bottom up. (Right to left), Even though the sweater is knit from the top down? That’s what it appears looking at the cardigan, but wanted to confirm. Thank you.

25.08.2023 - 10:50

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ryan, yes that's right, diagrams are worked bottom up working the right side rows from the right towards the left and the wrong side rows from the left towards the right. Happy knitting!

25.08.2023 - 12:12

country flag Hanna Pedersen wrote:

Ska det inte vsra en avig maska över de tre ihopstickade maskorna på diagram a1, stl s-xl?

18.12.2022 - 12:19

country flag Tania wrote:

Buongiorno, non capisco se il bordo delle asole e dei bottoni che sono di 5 maglie, è a punto legaccio o tutto rovescio. Grazie

07.12.2022 - 11:10

DROPS Design answered:

Buonasera Tania, il bordo è lavorato a rovescio. Buon lavoro!

11.12.2022 - 22:04

country flag Lucila Constanza wrote:

Hola, en el diagrama A2 tallaM los aumentos (bastas) son dos seguidos o tengo que hacer un punto entre ellos?

09.07.2022 - 07:39

DROPS Design answered:

Hola Lucila, los aumentos se encuentran siempre entre dos puntos, así que nunca vas a tener 2 aumentos seguidos. En este caso, trabajarías hebra, punto, hebra.

15.07.2022 - 12:52

country flag Angie wrote:

Regarding the increases, I think I understand it now. I have knitted a test piece and it seems ok. I think I will be placing markers to help find the start of the sleeves, and the centre back. I'm about to order my yarn and hope to get this finished by the end of lockdown!

07.03.2021 - 17:50

DROPS Design answered:

Dear Angie, it is always a good idea to use marker, to help you remember where to increase and / or to help you remember exaxtly where certain points of your knitting are. happy Knitting!

08.03.2021 - 03:23

country flag Angie wrote:

Hi I love the design of this cardigan but before I buy the yarn I want to ask about the shaping. I can see that there are increases and decreases in the chart, but I can't see from the pattern how the shaping happens (e.g. the sleeve grows from 12 to 66 stitches). How we get from 118 stitches on the needle to 334 (small size)? I just can't visualise it and don't understand the instructions 'continue with A1, A2 and purl 5 for the band for each side'. Please help!

06.03.2021 - 01:04

DROPS Design answered:

Dear Angie, If you knit a lace pattern for a straight piece (where the number of stitches stay the same) in general, you have to watch that within the pattern you will have to have an increase for each decreaase. If you look carefull, the the first 8-12 rows (depending on the size), of the A.2 pattern have yarnovers (increases) without corresponding decreases, thus after each row /round the number of stitches will increase there. Happy Knitting!

07.03.2021 - 21:44

country flag Margaret wrote:

179-29 Working the S-L A2 pattern. Rows 1 and 3 are yarn overs. These are increases on the sleeves. Both these’ yarn overs’ are done on the same side, which leaves one front being 2 stitches more than the other front. Should the yo over alternate over the middle stitch which is a knit stitch, which would then even up the increases. Hope this is clear.

10.05.2020 - 17:28

DROPS Design answered:

Dear Margaret, you should work the yarn overs as shown in the diagram, ie on row 1 work (knit1, YO) in A.2, on row 3 work (K1, YO, K1). And continue working the increases as shown in A.2 (do not increase more sts than the one shown in diagram). Happy knitting!

11.05.2020 - 10:09

country flag Emmanuelle wrote:

Bonjour, Je ne comprends pas cette phrase dans le patron: "Tricoter 3-3-3-4-4-4 fois A.1 et A.2 au total en hauteur, bien veiller à ce que la 1ère maille de A.2 soit bien juste au-dessus de la maille au milieu du motif précédent". Est-ce que cela implique de faire 3 fois (pour ma taille) A.1 de bas en haut PUIS 3 fois A.2 de bas en haut? C'est mon premier modèle drops et je ne suis pas sûre de moi. Merci de m'éclairer. Bonne journée, Emmanuelle

15.11.2019 - 16:41

DROPS Design answered:

Bonjour Emmanuelle, quand vous répétez les diagrammes en hauteur, la maille du 1er rang de A.2 doit être la maille du milieu de A.2 du motif précédent en hauteur. Vous pouvez placer un marqueur dans cette maille, vous saurez ainsi où tricoter le A.2 suivant en hauteur. En répétant A.1 en hauteur, il va s'aligner automatiquement. Répétez A.1 après/avant les 5 m de bordure devant de chaque côté et répétez A.2 à chaque raglan. Bon tricot!

18.11.2019 - 08:10

country flag Michaela wrote:

Hej Drops. Jeg har nu fået monteret min autumn vines cardigan. Jeg vil gerne presse den, da bladmønstret er meget udstående i forhold til retstrikket. Kan det lade sig gøre at presse den forsigtigt, når det er retstrik eller vil retstrikken så blive trykket ud? Har I evt. andre muligheder for at få den mere jævn.

15.04.2019 - 13:35

DROPS Design answered:

Hei Michaela. Svarer deg her også jeg: Du kan forsøke å dampe plagget lett, men det er litt ulikt hvor kraftig strykejern er så vi anbefaler at du strikker en prøvelapp og damper den først. God fornøyelse

26.04.2019 - 14:54

country flag Solrun Hyldmo wrote:

Det er 146 m på str. XL. Etter dette mønsteret mangler 4 masker, jeg får 142 m. Jeg var innom Jens Hoff i Trondheim for å få hjelp med mønsteret, de gruer seg når kunder kommer med spørsmål på Drops mønster. De er så vanskelige og forstå. Damen i butikken brukte en time på dette, og finner ikke ut hvor det står hvor vi skal øke m. på mønsteret. Hun hadde jobbet med garn/mønster i 30 år, Er det riller på hele jakken unntatt på armene, er det glattstrikk der?

03.02.2019 - 11:25

DROPS Design answered:

Hei Solrun. Se svar nedenfor angående hvordan du strikker første omgang med diagrammer. Alle økninger til raglan er tegnet inn i diagram A.2 (Du strikker A.2 totalt 4 ganger i høyden), de er tegnet inn som ovaler (enten sorte eller hvite avhengig av om det er hullmønster eller ikke). Første økning skjer allerede på første omgang. Du strikker altså masken i A.2 og lager et kast om pinnen. Når det ikke strikkes etter diagram strikkes resten av bærestykket i riller. God fornøyelse

07.02.2019 - 10:56