DROPS Puna
DROPS Puna
100% alpaca
vanaf 3.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.92€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Namdalen Jacket

Gebreid vest met ronde pas, raglan en textuur, van boven naar beneden gebreid. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Puna of DROPS Sky.

DROPS 179-2
DROPS design: Patroon pu-013
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PUNA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
400-450-500-550-600-650 g kleur nr 10, oudroze

Of gebruik:
DROPS SKY van Garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-300-300-350-350-400 g kleur nr 10, heide

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep B)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (80 cm) MAAT 4 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 steken en 28 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (80 cm) MAAT 3.5 mm voor boordsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 22 steken en 30 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS HOUTEN KNOOP, kokosnoot NR 516: 6-6-6-6-7-7 delen
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Puna
DROPS Puna
100% alpaca
vanaf 3.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.92€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBELS/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, gebruik het totaal aantal steken op de naald (dus 254 steken), minus de steek in de voorbies (= 14 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 8) = 30. Dus in dit voorbeeld meerdert u na ongeveer iedere 30e steek en meerdert u niet over biezen.
Meerder 1 steek door een omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

RAGLAN:
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Meerder 1 steek op elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerderdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), 1 omslag. Herhaal op de overgebleven markeerdraden op de naald (= 8 steken gemeerderd op de naald). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw):
Begin 3 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies. Dus minder voor het knoopsgat aan het einde van de naald aan de goede kant. 1 KNOOPSGAT = brei de derde en vierde voorbiessteek vanaf de rand samen en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht = gaatje.
Minder voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
S: 2, 11, 20, 29, 38 en 47 cm.
M: 2, 11, 20, 29, 39 en 49 cm.
L: 2, 11, 21, 31, 41 en 51 cm.
XL: 2, 11, 21, 31, 41 en 51 cm.
XXL: 2, 11, 20, 29, 38, 47 en 56 cm
XXXL: 2, 11, 20, 29, 38, 47 en 56 cm
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop.

PAS:
Zet 128-134-140-146-152-158 steken op de rondbreinaald 3.5 mm met Puna of Sky. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei dan in PATROON – zie uitleg hierboven, als volgt: Brei A.1a (= 7 voorbiessteken), brei A.2a (= 2 steken op de eerste naald), brei A.2b (= 36-38-40-42-44-46 herhalingen van 3 steken op de eerste naald), brei A.2c (= 4 steken op de eerste naald), brei A.1b (= 7 voorbiessteken). Als er 6 naalden zijn gebreid van de telpatronen (tot en met de naald gemarkeerd met pijl in de telpatronen) ga dan verder met rondbreinaald 4 mm. Denk om de knoopsgaten - zie uitleg hierboven. Brei voorbiessteken zoals te zien is in telpatronen A.1a en A.1b tot de gewenste afmetingen. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als hele A.2a, A.2b en A.2c in zijn geheel zijn gebreid in de hoogte, zijn er 242-254-266-278-290-302 steken op de naald en meet het werk 10 cm vanaf de opzetrand. Brei 2 naalden in tricotsteek en meerder 2-8-16-24-20-34 steken verdeeld op de eerste naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 244-262-282-302-310-336 steken, Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Voeg 4 markeerdraden in het werk zonder te breien als volgt: Voeg de 1e markeerdraad in na 41-43-46-50-53-58 steken, de 2e markeerdraad na een andere 47-52-56-58-56-59 steken, de 3e markeerdraad na een andere 68-72-78-86-92-102 steken, en de 4e markeerdraad na een andere 47-52-56-58-56-59 steken. Er zijn nu 41-43-46-50-53-58 steken over op de naald. Ga verder in tricotsteek en voorbiessteken aan elke kant zoals hiervoor en begin op de volgende naald aan de goede kant met meerderen voor de RAGLAN – zie uitleg hierboven. Meerder zo op iedere 4e naald (= iedere andere naald aan de goede kant) 6-8-9-10-12-13 keer in totaal = 292-326-354-382-406-440 steken. Ga verder met tricotsteek zonder steken te meerderen tot het werk 23-25-27-29-31-33 cm meet vanaf de opzetrand.
Brei de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: Brei de eerste 47-51-55-60-65-71 steken (= helft rechter voorpand), zet de volgende 59-68-74-78-80-85 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op onder de mouw, brei de volgende 80-88-96-106-116-128 steken (= achterpand), zet de volgende 59-68-74-78-80-85 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op onder de mouw, brei de overgebleven 47-51-55-60-65-71 steken op de naald (= helft linker voorpand).

LIJF:
= 190-206-226-246-270-294 steken. Voeg een markeerdraad in het midden van de nieuwe steken die afgekant werden onder de mouwen aan elke kant (= 4-4-5-5-6-6 steken aan elke kant van de markeerdraad). MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Brei in tricotsteek met 7 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant van het werk. Brei bij een hoogte van 3 cm, A.3 (= 6 steken) midden onder elke mouw zodat er 3 steken van het telpatroon aan elke kant van de markeerdraad zijn. Voor iedere keer dat A.3 is gebreid in de hoogte, zijn er 4 steken gemeerderd op de naald. Brei de nieuwe steken in tricotsteek. Ga zo verder tot A.3 11 keer in de hoogte is gebreid = 234-250-270-290-314-338 steken. Het werk meet ongeveer 27 cm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 20-22-23-24-27-30 steken verdeeld = 254-272-293-314-341-368 steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei nu boordsteek als volgt: Brei 7 voorbiessteken zoals hiervoor, 1 averecht, * 1 recht, 2 averecht *, brei vanaf *-* tot er 9 steken over zijn op de naald, 1 recht, 1 averecht en 7 voorbiessteken zoals hiervoor. Als de boordsteek 4 cm meet - pas zo aan dat laatste naald gebreid is aan de goede kant, ga dan verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant en kant af met recht aan de goede kant. Om een strakke afkantrand te voorkomen gebruikt u een grotere naald of maak na iedere 4e steek een omslag die vervolgens afgekant wordt. De trui meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Brei mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop.
Zet de 59-68-74-78-80-85 steken van de hulpdraad terug op breinaalden zonder knop maat 4 mm. Neem daarnaast 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 opgezette steken onder de mouw = 67-76-84-88-92-97 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken (= midden onder de mouw). MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 3 cm, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 8e-6e-5e-4e-4e-3e naald 11-14-16-18-19-20 keer in totaal = 45-48-52-52-54-57 steken. Brei 1 naald en minder 0-0-1-1-0-0 steken = 45-48-51-51-54-57 steken. Ga verder in tricotsteek tot het werk 35-33-32-30-28-27 cm meet (LET OP: minder voor de grotere maten vanwege een langere pas). Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei nu boordsteek = 1 recht/2 averecht tot de boordsteek 4 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald recht. Kant dan af met recht. Om een strakke afkantrand te voorkomen gebruikt u een grotere naald of maak na iedere 4e steek een omslag die vervolgens afgekant wordt. De mouw meet ongeveer 39-37-36-34-32-31 cm. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 24.01.2018
Correctie bij de pas:...Brei de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: Brei de eerste 47-51-55-60-65-71 steken (= helft rechter voorpand), zet de volgende 59-68-74-78-80-85 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op onder de mouw, brei de volgende 80-88-96-106-116-128 steken (= achterpand), zet de volgende 59-68-74-78-80-85 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op onder de mouw, brei de overgebleven 47-51-55-60-65-71 steken op de naald (= helft linker voorpand).

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = voeg de naald in naar beneden tussen de 4e en 5e steek, haal het garen door (= 1 nieuwe steek), 1 recht, 2 averecht, 1 recht
symbols = brei de nieuwe steek van de vorige naald en de volgende steek (= 2 steken) averecht samen (= 1 steek geminderd)
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag averecht om een gaatje te maken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = als deze naald is gebreid, ga dan verder met rondbreinaald 4 mm
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 179-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (47)

country flag Leroux wrote:

C\'est très compliqué pourquoi ne pas mettre tous les rangs comme sur certains de vos autres modèles. Ca fait 6 fois que je defais, vraiment trop dur. Mais merci beaucoup de votre réponse.

15.03.2024 - 13:34

country flag Leroux Michèle wrote:

Comment tricoter les rangs envers? svp

14.03.2024 - 09:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Leroux, tricotez les rangs envers en lisant les diagrammes de gauche à droite comme indiqué par la légende des symboles autrement dit, 1 tiret se tricote à l'endroit sur l'envers (jersey envers) et une case blanche à l'envers sur l'envers (jersey endroit). Bon tricot!

14.03.2024 - 16:37

country flag Eva Nygren wrote:

Hej skulle så gärna vilja se videon från 3/2 2020! Förstår inte heller!

16.10.2023 - 22:09

DROPS Design answered:

Hej Eva, her kommer den: Smock

17.10.2023 - 15:37

country flag Tamar wrote:

Hoi, er staat dat als 2a,b,c in de hoogte zijn gebreid je werk 10 cm meet vanaf de opzetrand. Ik zit bij pen 17 , halverwege, al op 12 cm van de opzetrand! Met zelfde garencategorie, naalddikte. Wat doe of begrijp ik verkeerd? Alvast bedankt.

04.06.2023 - 16:57

DROPS Design answered:

Dag Tamar,

Heb je er rekening mee gehouden dat in de telpatronen alle naalden zijn aangegeven? Dus zowel de naalden aan de goede kant als aan de verkeerde kant.

07.06.2023 - 11:32

country flag Louise wrote:

If you follow the pattern the band stitches for the buttons in front are always knit but in the photo detail of the garment seem to be rather garter stitch. Is the pattern right?

15.03.2022 - 18:09

DROPS Design answered:

Dear Louise, front band stitches will be knitted = worked in garter stitch all the way. Happy knitting!

16.03.2022 - 09:48

country flag Monika wrote:

Die Jacke ist sehr schön geworden. \r\nDanke für die Anleitung

05.09.2021 - 22:03

country flag Lena Lilja wrote:

Hur är det möjligt att atb endast mäter 10 cm, efter att diagrammet är färdigstickat? Stämmer det att diagrammet endast stickas från rätsidan? Mvh Lena

05.06.2021 - 12:57

country flag Liz wrote:

Thank you for your speedy reply and attempt to clarify my problem. If I use the instructions you give me I still end up with more yarn overs than what I should . 26 yarn overs and an uneven number of stitches in the last block at the end. I have counted my stitches many times and also used markers and I am 98% sure I have the correct number of stitches to start , i.e. 278. Where am I going wrong?

18.11.2020 - 19:46

DROPS Design answered:

Dear Liz, oops sorry, you should work like this: 7 front band sts, 6 sts, (increase 1 st with a yarn over, work 11 sts), repeat from (to) a total of 23 times (= 1+11 sts = 12 sts x 23 = 276 sts worked over 11 sts x 23 = 253 sts), make 1 yarn over, work 5 and finish with 7 front band sts = you have now: 7+6+ 276+1+5+7= 302 sts worked over 7 +6+ 253 + 12= =278 sts. Happy knitting!

19.11.2020 - 09:54

country flag Liz wrote:

I am making size XL and am trying to do the increases that come before the garter stitch ridges on the yoke. I have read your tips for increasing evenly but it does not seem to be working correctly for me. I have 278 st. I subtract 14sts from the front bands and then divide by 24, which is the number of increases I need? I get a result of 11 so I increase every after every 11th row. The number of sts I end up with I much more than the 302 I am supposed to have. Please help

17.11.2020 - 22:21

DROPS Design answered:

Dear Liz, you will read more about this increase technique here - in that case, you work 7 front band sts, 5 sts, (increase 1 st with a yarn over, work 10 sts), repeat from (to) a total of 23 times, make 1 yarn over, work 5 and finish with 7 front band sts. Happy knitting!

18.11.2020 - 08:03

country flag Liz wrote:

What kind of cast on would you recommend for this cardigan? This is my first time using a Drops design and I am impressed with all the help available. Which I need, as your method of writing a pattern is quite different from what I am used to :-)

15.10.2020 - 18:34

DROPS Design answered:

Dear Liz, we are here using the continental method but I guess you can use any cast on method - making sure (as always) it's not too tight. Happy knitting!

16.10.2020 - 08:57