DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Cherry Cuddler

Trui met raglan en kabels, van boven naar beneden gebreid voor kinderen. Maat 2 - 12 jaar Het werk wordt gebreid in DROPS Merino Extra Fine.

DROPS Children 30-14
DROPS design: Patroon me-032-bn
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: 2 - 3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 jaar
Maat in cm: 92 - 98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
300-300-300-350-350-350 g kleur 32, donkerroos

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep B)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 + 60 of 80 cm) MAAT 4 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 steken en 28 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (60 of 80 cm) MAAT 3.5 mm voor boordsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 22 steken en 30 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (gebreid in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1.

RAGLAN:
Meerder voor de raglan aan elke kant van A.1 in iedere overgang tussen de mouwen en het lijf.

MEERDER 1 STEEK VOOR A.1 iedere andere naald:
Brei tot A.1:
Maak 1 omslag, brei A.1. Brei de omslag op de volgende naald recht om een gaatje te maken. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek.
Herhaal deze 2 naalden.

MEERDER 1 STEEK NA A.1 iedere andere naald:
Brei A.1, maak 1 omslag. Brei de omslag op de volgende naald recht om een gaatje te maken. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek.
Herhaal deze 2 naalden.

MEERDER 1 STEEK VOOR A.1 iedere 4e naald:
NAALD 1: Brei tot A.1. Maak 1 omslag, brei A.1.
NAALD 2: Brei de omslag recht om een gaatje te maken.
NAALD 3: Brei tot er 2 steken over zijn voor A.1: 2 recht samen, maak 1 omslag, brei A.1.
NAALD 4: Brei de omslag recht om een gaatje te maken.
Herhaal deze 4 naalden.

MEERDER 1 STEEK NA A.1 iedere 4e naald:
NAALD 1: Brei A.1, maak 1 omslag.
NAALD 2: Brei de omslag recht om een gaatje te maken.
NAALD 3: Brei A.1, maak 1 omslag, 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
NAALD 4: Brei de omslag recht om een gaatje te maken.
Herhaal deze 4 naalden.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerderdraad, brei 2 recht samen (markeerdraad), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald vanaf midden achter. Brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 72-76-80-80-84-84 steken op een korte rondbreinaald 4 mm met Merino Extra Fine. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei dan als volgt vanaf midden achter: Brei 9-10-11-11-12-12 steken in tricotsteek (= helft van het achterpand), A.1 (= 5 steken), 8 steken in tricotsteek (= mouw), A.1, 18-20-22-22-24-24 steken in tricotsteek (= voorpand), A.1, 8 steken in tricotsteek (= mouw), A.1, 9-10-11-11-12-12 steken in tricotsteek (= helft van het achterpand). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder met dit patroon, Begin TEGELIJKERTIJD met de meerderingen voor de RAGLAN – zie uitleg hierboven. LET OP! Meerder verschillend op het lijf en de mouwen.

MEERDER ALS VOLGT OP HET VOOR/ACHTERPAND:
Meerder 2 steken op het achterpand en 2 steken op het voorpand (= 1 steek voor/na A.1): Meerder om de naald 20-21-22-24-24-26 keer in totaal.

MEERDER ALS VOLGT OP DE MOUWEN:
Meerder 2 steken op elke mouw (= 1 steek na/voor A.1): Meerder om de naald 10-11-12-12-12-12 keer, meerder dan iedere 4e naald 5-5-5-6-6-7 keer (15-16-17-18-18-19 keer in totaal).

Als alle meerderingen gemaakt zijn, zijn er 212-224-236-248-252-264 steken op de naald. Brei in patroon zoals hiervoor tot het werk 15-16-16-18-18-19 cm meet vanaf midden achter. Brei de volgende naald als volgt: Brei de eerste 31-33-35-37-38-40 steken (= helft van het achterpand), zet de volgende 44-46-48-50-50-52 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-6-8-8 nieuwe steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 62-66-70-74-76-80 steken (= voorpand), zet de volgende 44-46-48-50-50-52 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-6-8-8 nieuwe steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 31-33-35-37-38-40 steken (= helft van het achterpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 136-144-152-160-168-176 steken. Brei verder in tricotsteek in de rondte over alle steken. Brei bij een hoogte van 14-17-21-23-27-30 cm vanaf de scheiding 1 naald recht en meerder 28-28-32-32-36-36 steken verdeeld = 164-172-184-192-204-212 steken. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei 4 cm boordsteek = 2 recht/2 averecht. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet ongeveer 36-40-44-48-52-56 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet de steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-6-6-8-8 nieuw opgezette steken onder de mouw = 50-52-54-56-58-60 steken. Voeg 1 markeerdraad in midden onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 3 cm, 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2-3-3-3½-3½-4 cm 7-7-8-8-9-9 keer in totaal = 36-38-38-40-40-42 steken. Ga verder in tricotsteek tot de mouw 19-24-28-31-36-40 cm meet. Brei 1 naald recht en meerder 8-6-6-8-8-10 steken verdeeld = 44-44-44-48-48-52 steken. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei 4 cm boordsteek = 2 recht/2 averecht. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 23-28-32-35-40-44 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steken
symbols = geen steek, sla dit vierkant over
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 30-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (43)

country flag Martine Verschaete wrote:

Kunnen de mouwen gebreid worden van beneden naar boven ZONDER rondbreien maar op traditionele manier om ze achteraf in te naaien?

22.03.2024 - 11:22

country flag Kate Vestergaard wrote:

Når jeg kigger på billederne, ser trøjen utrolig bred ud til at være en trøje til en pige. Er det billedet, der snyder? Eller er det en bred model?

03.03.2024 - 07:36

DROPS Design answered:

Hei Kate. Ta en titt på målskissen (nederst på siden), der finner du cm målene. Sammenlign disse målene med en genser pigen til vanlig bruker. Så får du dobbeltsjekke om den blir for bred i den str. du tenker å strikke. mvh DROPS Design

04.03.2024 - 14:10

country flag Cecilia Pellegrini wrote:

Hola. Me puedes explicar cuántas veces repetir el aumento de 1 punto antes y después cada 2 vueltas? Cuantas veces repetir lo mismo cada 4 vueltas? Cuándo comenzar con los aumentos del frente y espalda? Muchas gracias

06.06.2023 - 02:57

DROPS Design answered:

Hola Cecilia, tras trabajar la primera vuelta del canesú, en la siguiente vuelta comenzar los aumentos en la espalda como en el delantero. La siguiente vuelta se trabaja sin aumentos. Repetir de esta manera, aumentando cada 2ª vuelta. Aumentas 20-21-22-24-24-26 veces en total, por lo que trabajarás (para la talla más pequeña) 40 vueltas. Trabajar los aumentos de las mangas igual que los del cuerpo, empezando en la misma vuelta, 10-11-12-12-12-12 veces. En la siguiente vuelta para la manga, trabajar este aumento como se indica en la sección RAGLÁN- cada 4ª vuelta. Repetir las 4 vueltas ahí indicadas 5-5-5-6-6-7 veces (incluyendo la 1ª vez).

17.06.2023 - 18:12

country flag Anne wrote:

Und wo beginnt bei den Ärmeln die Runde?

02.02.2023 - 21:02

DROPS Design answered:

Liebe Anne, bei den Ärmeln beginnen die Runde in der Mitte der neuen angeschlagenen Maschen - siehe auch Fotos bei der Lektion. Viel Spaß beim stricken!

03.02.2023 - 08:28

country flag Anne wrote:

Hallo, ich stehe gerade auf dem Schlauch. Wo ist denn die untere Ärmelmitte? Ist das die Mitte von den neu aufgenommenen Maschen? Danke schonmal...

02.02.2023 - 21:01

DROPS Design answered:

Liebe Anne, ja ganz genau, schauen Sie mal diese Lektion, ab Bild 18 A/B zeigen wir, wie die Ärmel gestrickt werden. Viel Spaß beim stricken!

03.02.2023 - 08:27

country flag Odilie Pineau wrote:

Bonjour, j'ai un souci au niveau des augmentations avant et après A1. J'en suis au début de ce pull, mais sur mon ouvrage, les augmentations par jeté avant A1 font un trou deux fois plus grand que les jetés après A1 . Le résultat n'est pas esthétique car pas symétrique.... Comment puis je faire que les trous aient tous à peu près le même diamètre ?merci pour votre réponse. Cordialement

19.02.2022 - 23:02

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Pineau, c'est peut-être dû à votre façon de faire le jeté entre 1 maille endroit et 1 maille envers (avant A.1) et entre 1 maille envers et 1 maille endroit (après A.1), essayez de serrer le fil un peu plus lorsque vous faites le jeté après la maille envers, ça devrait pouvoir aider. Bono tricot!

21.02.2022 - 09:54

country flag Vanderbeken wrote:

Bonjour souci au niveau du terme demi dos dois je commencer dès début du premier tour? si je calcule le nombre de mailles ( j ai fait taille 11/12 ans), il me reste 7 mailles sur l aiguille au premier tour apres les 2 premiers rangs et si je commence mon travail a partir du milieu des mailles montées, je n'ai pas assez de mailles ( moitié = 41 mailles ) J essaie de me familiariser avec le vocabulaire ( vos explications) et la manipulation des aiguilles circulaires. merci

20.11.2021 - 12:28

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Vanderbeken, les tours se tricotent à partir du milieu du dos et vous tricotez vos 84 m ainsi: 12 m (1ère moitié du dos), A.1 (raglan = 5 m), 8 m (manche), A.1, 24 m (devant), A.1, 8 m (manche), A.1 et 12 m (2ème moitié du dos), vous devez ainsi avoir: 12+5+8+5+24+5+8+5+12=84 m. En espérant que ceci puisse vous aider. Bon tricot!

22.11.2021 - 07:47

country flag Débora wrote:

CUERPO: = 136 puntos. Continuar tejiendo en punto jersey en redondo sobre todos los puntos. Cuando la pieza mida 14cm a partir de la división, tejer 1 vuelta de derecho disminuyendo 28- puntos distribuidos equitativamente = 164 puntos. En esta parte se disminuye o aumenta ?? Porque el total de puntos confunde un poco

28.05.2020 - 22:39

DROPS Design answered:

Hola Debora. Son 28 puntos aumentados. (ha sido una errata de la traducción). Gracias.

31.05.2020 - 21:04

country flag Carine Baeghe wrote:

Bonjour Tour 3 : tricoter 2 m ensemble 1 jeté. Donc en réalité on ne fait pas d augmentations puisque l on diminue d une maille donc je n arruve pas à comprendre pq une augmentation et ensuite diminuer merxi

14.04.2020 - 22:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Baeghe, si par "Tour 3" vous entendez le 1er et le 5ème tour de A.1 (à partir du bas), alors vous ne tricotez ps 2 mailles ensemble à l'endroit mais juste 2 mailles endroit et on repasse la maille glissée par-dessus ces 2 mailles. Au tour suivant, on fait 1 jeté entre les 2 m end (= on a de nouveau 3 mailles). Cette vidéo montre comment réaliser ce motif (on tricote ici les 3 mailles à l'endroit, le résultat est approximativement le même). Bon tricot!

15.04.2020 - 08:11

country flag Covadonga wrote:

En la parte del cuerpo, en la última vuelta antes de llegar al elastico hay que aumentar o disminuir? Creo que hay un error y dice disminuir pero luego suma 136 +28=212. Hay que disminuir o aumentar

06.04.2020 - 00:43

DROPS Design answered:

Hola Covadonga. Son 28 puntos aumentados. (ha sido una errata de la traducción). Gracias.

31.05.2020 - 21:07