DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Cressida

Gehaakte poncho met kantpatroon, van boven naar beneden gehaakt. Maat: S - XXXL Het werk wordt gehaakt in DROPS Paris.

DROPS 188-27
DROPS design: Patroon w-697
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------
Maat: S/M – L/XL – XXL/XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
900-1100-1300 g kleur 29, licht ijsblauw

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep C)” - zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 16 stokjes x 9 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Het eerste stokje op het begin van de toer wordt vervangen door 3 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot de ruimte in het midden

TIP VOOR HET MINDEREN - HAAK 2 DUBBELE STOKJES SAMEN:
Haak 1 dubbel stokje om de lossenlus hieronder maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 steken op de haaknaald), sla 1 vaste over en haak 1 dubbel stokje om de volgende lossenlus, maar op laatste doorhaling haalt u het garen door alle lussen op de haaknaald.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.
----------------------------------------------------------

PONCHO:
De poncho wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden. Meerder eerst midden voor, midden achter en aan elke kant van elke schouder, meerder dan alleen midden voor en midden achter.

Haak 156-166-166 lossen op haaknaald 4.5 mm met Paris en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerste losse.
Haak 3 lossen - lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN! Haak dan 1 stokje in elk van de volgende 5-3-3 lossen, * sla 1 losse over, haak 1 stokje in elk van de volgende 5 lossen *, haak van *-* 25-27-27 keer in totaal = 130-138-138 stokjes + 3 lossen op het begin van de toer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Voeg nu 6 markeerdraden in vanaf het begin van de toer als volgt (zonder te haken): Voeg 1 markeerdraad in het 1e stokje op de toer (dus in het stokje na de 3 lossen = midden achter), sla 24-26-26 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= schouder), sla 14 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= schouder), sla 24-26-26 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= midden voor), sla 24-26-26 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= schouder), sla 14 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= schouder), er zijn nu 24-26-26 stokjes tussen de laatste markeerdraad en het begin van de toer.

HAAK A.1 ALS VOLGT:
Haak de 1e toer als volgt: Haak * A.1A in het eerste/volgende stokje met de markeerdraad (= midden voor/midden achter), herhaal A.1C 12-13-13 keer in totaal, A.1D in het volgende stokje met de markeerdraad (= schoudermeerdering), herhaal A.1E 7 keer in totaal, A.1D in het volgende stokje met de markeerdraad (= schoudermeerdering), A.1E 12-13-13 keer in totaal *, haak van *-* 2 keer in totaal.
Haak de 2e toer als volgt: Haak * A.1A (= midden voor/midden achter), A.1B, herhaal A.1C 12-13-13 keer in totaal, A.1D (= schoudermeerdering), herhaal A.1E 7 keer in totaal, A.1D (= schoudermeerdering), A.1E 12-13-13 keer in totaal, A.1F *, haak van *-* 2 keer in totaal. Ga verder tot en met de 6e-7e-8e toer in telpatroon A.1.
Er zijn nu 108-128-132 steken tussen de lossenlus midden voor en midden achter (= 216-256-264 steken + 2 ruimten midden op de toer).
Het werk meet ongeveer 8-9-10 cm in de haakrichting (gemeten naar beneden vanaf de schouder vanaf de opzetrand).

TOER MET STOKJES:
Haak 1 toer met stokjes, haak (2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes) om de middenruimte, en pas TEGELIJKERTIJD het aantal stokjes aan door te minderen/meerderen als volgt:
S/M – XXL/XXXL: Meerder 1-1 stokje over elk van de kanten tussen midden voor/midden achter (= 2-2 stokjes in totaal) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN
L/XL: Minder 7 stokjes over elk van de kanten tussen midden voor/midden achter (= 14 stokjes in totaal) – lees TIP VOOR HET MINDEREN
Er zijn nu 113-125-137 steken tussen de lossenlus midden voor en midden achter (= 226-250-274 steken + 2 middenruimtes op de toer).
LET OP! Meerder verder niet meer op elke kant van elke schouder, maar alleen midden voor en midden achter op de poncho!

HAAK A.2/A.3 ALS VOLGT:
Haak * A.3A (= middenruimte), A.3B over 3 stokjes, A.2 (= 12 steken) 9-10-11 keer in totaal in de breedte, A.3C over de volgende 2 stokjes *, haak van *-* 2 keer in totaal. Meerder op de 9e toer 12-24-36 stokjes verdeeld aan elke kant van A.3A (dus meerder 24-48-72 stokjes in totaal op de toer) = 145-169-193 stokjes tussen de lossenlus midden voor en midden achter (= 290-338-386 stokjes in totaal + 2 middenruimtes op de toer) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN.
Het werk meet ongeveer 19-20-21 cm in de haakrichting vanaf de opzetrand.

HAAK A.4/A.5 ALS VOLGT:
Haak * A.5A (= middenruimte), A.5B, A.4 (= 24 steken) 6-7-8 keer in totaal in de breedte, A.5C over het volgende stokje *, haak van *-* 2 keer in totaal.
Als A.5 in de hoogte klaar is, zijn er 19 toeren gehaakt, ga dan verder op de 20e toer als volgt: Haak * A.5D, A.5E over 1 stokje, A.5F 7 keer in totaal in de breedte, A.4 (= 24 steken) 6-7-8 keer in totaal in de breedte, A.5F 7 keer in totaal in de breedte, A.5G *, haak van *-* 2 keer in totaal. Als A.4/A.5 zijn gehaakt, zijn er 211-235-259 stokjes tussen de lossenlus midden voor en midden achter (= 422-470-518 stokjes in totaal + 2 middenruimtes op de toer).
Het werk meet ongeveer 46-47-48 cm in de haakrichting vanaf de opzetrand.

HAAK DE 2E EN 3E TOER IN A.1 ALS VOLGT:
Begin om een middenruimte en begin vanaf de 3e toer in het telpatroon.
Haak * A.1A (= middenruimte), herhaal A.1C tot de volgende middenruimte (haak de laatste steek alleen over 1 steek op de eerste toer *, haak van *-* 2 keer in totaal. Herhaal de 2e en 3e toer tot er 4-8-10 toeren zijn gehaakt in totaal.
Het werk meet ongeveer 51-56-59 cm in de haakrichting vanaf de opzetrand.

TOER MET STOKJES:
Haak 1 toer met stokjes en minder TEGELIJKERTIJD 7-5-5 stokjes verdeeld over elk van de kanten tussen midden voor/midden achter (= 14-10-10 stokjes in totaal) als volgt: Haak * (2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes) om de middenruimte, haak dan 1 stokje in ieder stokje en 1 stokje om iedere losse tot de volgende middenruimte *, haak van *-* 2 keer in totaal = 209-245-269 stokjes tussen de lossenlus midden voor en midden achter (= 418-490-538 stokjes + 2 middenruimtes op de toer). Knip het garen af.

HAAK A.2/A.3 ALS VOLGT:
Haak * A.3A (= middenruimte), A.3B over 3 stokjes, A.2 (= 12 steken) 17-20-22 keer in totaal in de breedte, A.3C over de volgende 2 stokjes *, haak van *-* 2 keer in totaal.
Als A.2/A.3 zijn gehaakt, zijn er 229-265-289 stokjes tussen de lossenlus midden voor en midden achter (= 458-530-578 stokjes + 2 middenruimtes op de toer). Het werk meet ongeveer 62-67-70 cm in de haakrichting vanaf de opzetrand.

RAND:
Haak een afwerkingsrand om de hele poncho als volgt: 1 halve vaste in de eerste steek, * haak 3 lossen, sla 2 steken over, 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* de hele toer en eindig met 1 halve vaste in de halve vaste op het begin van de toer. Hecht af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 09.04.2018
Correction onder PONCHO:...Voeg nu 6 markeerdraden in vanaf het begin van de toer als volgt (zonder te haken): Voeg 1 markeerdraad in het 1e stokje op de toer (dus in het stokje na de 3 lossen = midden achter), sla 24-26-26 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= schouder), sla 14 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= schouder), sla 24-26-26 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= midden voor), sla 24-26-26 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= schouder), sla 14 stokjes over, voeg 1 markeerdraad in, in het volgende stokje (= schouder), er zijn nu 24-26-26 stokjes tussen de laatste markeerdraad en het begin van de toer.

HAAK A.1 ALS VOLGT:
Haak de 1e toer als volgt: Haak * A.1A in het eerste/volgende stokje met de markeerdraad (= midden voor/midden achter), herhaal A.1C 12-13-13 keer in totaal, A.1D in het volgende stokje met de markeerdraad (= schoudermeerdering), herhaal A.1E 7 keer in totaal, A.1D in het volgende stokje met de markeerdraad (= schoudermeerdering), A.1E 12-13-13 keer in totaal *, haak van *-* 2 keer in totaal.
Haak de 2e toer als volgt: Haak * A.1A (= midden voor/midden achter), A.1B, herhaal A.1C 12-13-13 keer in totaal, A.1D (= schoudermeerdering), herhaal A.1E 7 keer in totaal, A.1D (= schoudermeerdering), A.1E 12-13-13 keer in totaal, A.1F *, haak van *-* 2 keer in totaal. Ga verder tot en met de 6e-7e-8e toer in telpatroon A.1...

Telpatroon

symbols = 1 losse
symbols = 2 lossen
symbols = 3 lossen
symbols = 4 lossen
symbols = 5 lossen
symbols = 6 lossen
symbols = 7 lossen
symbols = 8 lossen
symbols = 1 vaste in de steek
symbols = 1 vaste om de lossenlus
symbols = 1 stokje in de steek
symbols = 1 stokje om losse/lossenlus
symbols = haak 3 stokjes samen als volgt: Haak 1 stokje in het volgende stokje maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op haaknaald), haak 1 stokje in elk van de volgende 2 stokjes op dezelfde manier, haal dan het garen door alle 4 lussen op de haaknaald
symbols = begin hier = 1e toer
symbols = deze toer is reeds gehaakt
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Cressida

Lisa, Norway

Cressida

Sheila, Germany

Laat een opmerking achter voor DROPS 188-27

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (66)

country flag Gaetane wrote:

Bonjour au 3eme rang il faut répéter A1B, donc 1 ml, 1 b, 1ml ( ce qui fait un enchaînement de 2ml) ou dois je faire 1ml, 1 b, 1ml, 1 b.... en répétition. Car cela fais plusieurs fois que je recommence et je ne tombe jamais juste sur le compte de maille à la fin soit 108m. Cordialement.

24.12.2019 - 12:22

DROPS Design answered:

Bonjour Gaetane, au 3ème rang de A.1B vous crochetez: 1 ml, 1 bride dans la bride suivante, 1 ml, 1 bride autour de l'arceau suivant, 1 ml, 1 bride autour de l'arceau suivant, 1 ml, 1 bride autour de l'arceau suivant, puis vous crochetez A.1c = 1 ml, 1 bride autour de l'arceau suivant. Bon crochet!

02.01.2020 - 10:47

country flag Gaetane wrote:

Suite du message précédent... Il y a t-il bien, dans le tour de brides, un arceau devant et dos comme suit : 2 brides, 3 mailles en l'air, 2 brides ? Cordialement

15.12.2019 - 22:40

DROPS Design answered:

Bonjour Gaetane, A.3 = 3 mailles en l'air (=3ème symbole). commencez le tour par 3 ml (= pour remplacer la 1ère bride) et terminez le tour par 1 mc dans la 3ème ml du début du tour (= vous pouvez soit considérer que ces 3 m sont la dernière bride de A.3C ou bien faire ces 3 ml en plus de la dernière bride de A.3C). Bon crochet!

16.12.2019 - 09:04

country flag Gaetane wrote:

Bonjour, pourriez vous me donner de plus amples explications sur le 1er rang de A3 après le tour de brides. Dois je faire brides, maille en l'air, bride dans l'arceau ou n'y a t-il que 3 mailles en l'air au dessus de l'arceau du rang précédent. Je ne comprend pas car le diagramme A3a ne représente que 3 mailles en l'air et je ne voit pas où il faut commencer les brides. Merci de votre attention à mon message. Cordialement

15.12.2019 - 22:24

DROPS Design answered:

Bonjour Gaétane, les diagrammes A.3 se crochètent comme le montre les diagrammes, par ex. au 1er rang: A.3C = 1 b dans la b, 1 ml, sautez 1 b, 1 b dans l'arceau - A.3A = 3 ml - A.3C = 1 b dans l'arceau, 1 ml, sautez 1 b, 1 b dans la b suivante, 1 ml, sautez 1 b. Suivez bien le diagramme, vous allez ensuite crocheter des brides soient dans la bride du tour précédent, soit autour de l'arceau. Bon crochet!

16.12.2019 - 09:02

country flag Kristin L Blevins wrote:

In the beginning of the pattern when placing stitch markers, in the American english version...is there an error in regards to the instructions. The stitch count does not add or line up, so I am confused. I have read the instructions several times and tried doing the stitch markers and I am still sending with a huge number of stitches before the first marker. Is there a section missing?

21.11.2019 - 23:35

DROPS Design answered:

Dear Mrs Blevins, at the end of first round you should have 130-138-138 dc + 3 ch, you then insert markers as follows: marker in first dc, 24-26-26 dc, marker in next st, 14 dc, marker in next st, 24-26-26 dc, marker in next st, 24-26-26 dc, marker in next st, 14 dc, marker in next st, 24-26-26 dc = 1 + (24-26-26) + 1 + 14 + 1 + (24-26-26 ) +1+ (24-26-26) +1+14+1+ (24-26-26)=130-138-138 sts. Happy crocheting!

22.11.2019 - 08:20

country flag Camilla Kjær wrote:

Hej Nu er jeg gået i gang med denne poncho men jeg kan altså ikke forstå det der står med A.1 og alt det kan jeg både om en dybere forklaring :) Mvh Camilla

29.07.2019 - 15:25

country flag Sarah wrote:

Also there is no A2 diagram.

15.07.2019 - 23:35

DROPS Design answered:

Hi Sarah, All the diagrams are at the bottom of the page, Happy crocheting!

16.07.2019 - 06:59

country flag Sarah wrote:

On instructions for round 2, towards the end it states continue to and with 6th-7th-8th round in diagram A.1. but there isn't just an A.1. which diagram am I looking at exactly please

15.07.2019 - 23:21

DROPS Design answered:

Dear Sarah, all diagrams A.1 have the same number of rows, just work to the 6th-7th-8th round included in A.1. Happy crocheting!

16.07.2019 - 09:34

country flag Parmentier wrote:

Bonjour, Je suis arrivée au tour 9. Dois je faire un tour de brides uniquement en ajoutant 72 augmentations ou dois je suivre le diagramme A3? Merci de votre réponse. Bien cordialement.

06.12.2018 - 11:33

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Parmentier, vous crochetez le 9ème tour en suivant les diagrammes comme avant = le tour 9 dans A.3 et A.2 est un tour en brides, en même temps, vous augmentez 36 brides de chaque côté de A.3A (= soit 72 brides au total). Bon crochet!

06.12.2018 - 12:45

Kez wrote:

Hi there, I love this pattern but am really stuck after placing the stitch markers. I’m having issues following the diagram, I’m not sure how you start, completely confused. I understand the stitches and can follow the video tutorials no problem but just don’t get the diagram. Please help me cos I really want to make it, it’s so beautiful

01.12.2018 - 04:13

DROPS Design answered:

Dear Kez, work the diagram starting from the row with the arrow and read every round from the right towards the left. Each symbol represents one stitch/group of stitches as explained under diagram key. Happy crocheting!

03.12.2018 - 08:31

country flag Nina wrote:

Ich versteh leider die Häkelinfo nicht. KM in die 3. LM ist klar, aber was heißt KM bis zur Mitte des Luftmaschenbogens?

01.11.2018 - 22:32

DROPS Design answered:

Liebe Nina, damit die Runde an der richtigen Stelle beginnt, häkelt man 1 KM in jede Lm bis zur Mitte des Luftmaschenbogens, dann beginnt die nächste Rund mit 3 Lm (= 1. Stb). Viel Spaß beim häkeln!

02.11.2018 - 07:56