DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 44.91€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 205-12
DROPS design: Patroon ai-224
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL – XXXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
450-500-550-600-650-700 g kleur nr 17, denimblauw

STEKENVERHOUDING:
14 stokjes in de breedte en 8.5 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 5 mm
De haaknaald is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 44.91€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

TIP VOOR DE LOSSE:
Het is belangrijk dat u de lossen op het begin van het werk niet te stevig haakt, gebruik een grotere haaknaald als de rand te strak wordt.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.10. Niet alle telpatronen worden gebruikt in alle maten.

BOBBEL - HAAK 5 DRIEDUBBELE STOKJES SAMEN:
Haak 1 driedubbel stokje maar wacht met de laatste doorhaling = 2 lussen op de haaknaald. Haak 4 driedubbele stokjes op dezelfde manier = 6 lussen op de haaknaald. Maak 1 omslag op de haaknaald en haal door alle lussen op de haaknaald. Trek goed aan voordat u verder gaat.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stokje door 2 stokjes samen te haken als volgt: Haak 1 stokje maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak nog 1 stokje op dezelfde manier. Maak 1 omslag en haal door alle lussen op de haaknaald (= 1 stokje geminderd).

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt heen en weer gehaakt in verschillende delen en op het eind samengenaaid.

ACHTERPAND:
Haak losjes 70-76-82-88-96-104 lossen met haaknaald 5 mm en Air – als de lossen niet los genoeg worden gehaakt gaat het werk samentrekken op de rand – lees TIP VOOR DE LOSSE in de uitleg hierboven. Haak telpatronen A.1-A.4 als volgt aan de goede kant:
Haak A.1 over 1-1-1-1-1-1 steek, haak A.2 over 0-2-0-2-2-2 steken, haak A.3 tot er 1 steek over is (= 17-18-20-21-23-25 keer) en haak A.4 over 1 steek.
Haak de telpatronen 1 keer in de hoogte.

Ga verder met haken volgens telpatronen A.5-A.10 als volgt aan de goede kant:

MAAT S: Haak telpatroon A.5 over 1 steek, haak telpatroon A.6 over 1 steek, haak telpatroon A.7 over 1 steek, haak telpatroon A.8 tot er 3 steken over zijn (= 8 keer), haak telpatroon A.6 over 2 steken en haak telpatroon A.10 over 1 steek.

MAAT M: Haak telpatroon A.5 over 1 steek, haak telpatroon A.6 over 1 steek, haak telpatroon A.8 tot er 2 steken over zijn (= 9 keer), haak telpatroon A.6 over 1 steek en haak telpatroon A.10 over 1 steek.

MAAT L: Haak telpatroon A.5 over 1 steek, haak telpatroon A.9 tot er 1 steek over is (= 10 keer) en haak telpatronen A.10 over 1 steek.

MAAT XL: Haak telpatroon A.5 over 1 steek, haak telpatroon A.6 over 2 steken, haak telpatroon A.7 over 1 steek, haak telpatroon A.8 tot er 4 steken over zijn (= 10 keer), haak telpatroon A.6 over 3 steken en haak telpatroon A.10 over 1 steek.

Maat XXL: Haak telpatroon A.5 over 1 steek, haak telpatroon A.6 over 2 steken, haak telpatroon A.7 over 1 steek, haak telpatroon A.8 tot er 4 steken over zijn (= 11 keer), haak telpatroon A.6 over 3 steken en haak telpatroon A.10 over 1 steek.

MAAT XXXL: Haak telpatroon A.5 over 1 steek, haak telpatroon A.6 over 2 steken, haak telpatroon A.7 over 1 steek, haak telpatroon A.8 tot er 4 steken over zijn (= 12 keer), haak telpatroon A.6 over 3 steken en haak telpatroon A.10 over 1 steek.

DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder met haken tot het werk 38-39-40-41-42-43 cm meet in totaal.

LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
Haak niet over de buitenste 2-2-3-3-3-3 steken aan elke kant – naai hier later de mouwen in de trui. Knip het garen af en begin de volgende toer door in de 3e-3e-4e-4e-4e-4e steek te haken in vanaf de kant en stop als er 2-2-3-3-3-3 steken over zijn op de toer = 66-72-76-82-90-98 steken.
LET OP: Zorg ervoor dat u verder gaat met het bobbelpatroon zoals hiervoor boven elkaar. Haak zoals hiervoor tot het werk 48-50-52-54-56-58 cm meet. De bobbels worden niet langer gehaakt, vervang 1 bobbel met 1 stokje. Haak stokjes tot het werk ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm meet (er is 4 cm over tot de gewenste afmetingen). De middelste 20-20-22-22-24-24 stokjes worden niet langer gehaakt (= hals) = 23-26-27-30-33-37 stokjes op elke schouder. Haak 1 stokje in elk stokje en minder TEGELIJKERTIJD op de eerste toer aan de goede kant 1 stokje richting de hals, lees TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal het minderen op de volgende toer aan de goede kant (= 2 minderingen in totaal) = 21-24-25-28-31-35 stokjes. Haak tot het werk in totaal 56-58-60-62-64-66 cm meet. Haak de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Haak zoals het achterpand tot het werk 48-50-52-54-56-58 cm meet. De bobbels worden niet langer gehaakt, vervang 1 bobbel met 1 stokje.
Haak tot het werk ongeveer 51-53-55-57-59-61 cm meet (er is 6 cm over tot de gewenste afmetingen). De middelste 18-18-20-20-22-22 stokjes worden niet langer gehaakt (= hals) = 24-27-28-31-34-38 stokjes op elk schouder. Haak 1 stokje in elk stokje en minder TEGELIJKERTIJD op de eerste toer aan de goede kant 1 stokje richting de hals, lees TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal het minderen de volgende 2 toeren aan de goede kant (= 3 minderingen in totaal) = 21-24-25-28-31-35 stokjes. Haak tot het werk in totaal 56-58-60-62-64-66 cm meet. Haak de andere schouder op dezelfde manier.

MOUWEN:
Haak losjes 52-54-56-58-62-66 lossen op haaknaald 5 en Air. Haak 2-2-3-3-3-3 toeren met stokjes heen en weer gehaakt (naai hier later het lijf aan de mouw). Haak dan stokjes heen en weer, maar breng iedere toer samen met 1 halve vaste in het eerst gehaakte stokje op de toer en keer het werk (zodat het textuurpatroon hetzelfde is over de hele mouw en om te voorkomen dat u samen moet naaien op het einde). Haak tot het werk in totaal 20-19-18-17-15-13 cm meet (er is ongeveer 34 cm over tot de gewenste afmetingen voor alle maten). Meerder nu 2 stokjes op de onderkant van de mouw, meerder door 2 stokjes aan de binnenkant van het eerste en laatste stokje op de toer te haken (= 2 stokjes gemeerderd). Herhaal het meerderen iedere 3e toer 8 keer in totaal = 68-70-72-74-78-82 steken.
Haak tot het werk 48-47-46-45-43-41 cm meet (LET OP! minder voor de grotere maten vanwege bredere schouders). Minder op de volgende toer door 2 aan 2 stokjes samen te haken over de hele toer = 34-35-36-37-39-41 steken. Haak nog 1 toer en minder 6-7-4-5-3-5 steken verdeeld = 28-28-32-32-36-36 steken. Haak nu een rand op de onderkant van de mouw als volgt aan de goede kant: Haak 3 lossen (= vervangt 1e stokje), haak 1 stokje om het volgende stokje vanaf de voorkant van het werk, * haak 1 stokje om elk van de 2 volgende stokjes vanaf de achterkant van het werk, haak 1 stokje om elk van de volgende 2 stokjes vanaf de voorkant van het werk *, haak van *-* de hele toer. Ga zo verder met haken tot de rand ongeveer 4 cm meet, de mouw meet ongeveer 54-53-52-51-49-47 cm. Knip en hecht het garen af.
Haak een andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden rand tot rand om een rommelige naad te voorkomend. Naai de mouwen in de trui – het deel dat heen en weer gehaakt is op de bovenkant van de mouw wordt vast gemaakt aan het voor-/achterpand waar de armsgaten gemaakt zijn. Naai de zijnaden in.

HALSRAND:
Haak een rand rondom de hele halsopening, begin aan de goede kant op de schouder. Haak ongeveer 76-76-80-80-84-84 halve stokjes over randtoer langs de hele halsopening (het aantal steken moet deelbaar zijn door 4) en eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste steek. Haak 3 lossen (= vervangt het 1e stokje), haak 1 stokje om het volgende halve stokje vanaf de voorkant van het werk, * haak 1 stokje om elk van de 2 volgende halve stokjes vanaf de achterkant van het werk, haak 1 stokje om elk van de volgende 2 halve stokjes vanaf de voorkant van het werk *, haak van *-* de hele toer. Haak nog 1 toer op dezelfde manier. Knip en hecht het garen af.

Telpatroon

symbols = Toer begint met 3 lossen, deze vervangt het 1e stokje in het telpatroon. Haak op de volgende toer het laatste stokje in de derde van deze lossen.
symbols = stokje in de steek
symbols = haak 1 stokje om het volgende stokje vanaf de achterkant van het werk
symbols = haak 1 stokje om het volgende stokje vanaf de voorkant van het werk
symbols = BOBBEL - HAAK 5 DRIEDUBBELE STOKJES SAMEN - zie uitleg in patroon
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 205-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (18)

country flag Kelly wrote:

It’s beautiful but is the jumper boxy fit?

25.12.2023 - 15:27

DROPS Design answered:

Dear Kelly, you can see the measurements of the jumper in cm in the size chart. This pattern has a lot of ease/ it's oversized, but depending on the type of fit that you want you can make one size or another. Happy crochetting!

28.12.2023 - 23:26

country flag Lise wrote:

Kan man byta garn till Drops Nepal?

16.11.2023 - 17:32

DROPS Design answered:

Hej Lise, ja du kan bruge DROPS Nepal, brug vores omregner for at se garnforbruget i din størrelse :)

17.11.2023 - 10:38

country flag Mariela Torciviski wrote:

Hola, estoy haciendo el patrón, no logro entender como realizar las mangas si me podrían ayudar le agradecería

16.05.2021 - 20:30

country flag Elena Gomez wrote:

Estoy realizando este patrón talla M y queda como si fuese la talla XXl o XXl. Llevaba la mitad y midiendo la a lo ancho, media 74. A pesar que lo deshaga y lo haga más tenso no creo que esté bien el número de puntos. No se como hacerlo, gracias.

07.01.2021 - 23:56

DROPS Design answered:

Hola Elena! Mira la leccion AQUI. Buen trabajo!

08.01.2021 - 11:35

country flag Amanda wrote:

Om man ska minska från 70 till 35 stolpar genom att virka två och två tillsammans och den första stolpen är 3 luftmaskor. Hur gör man då med den första minskningen då?

19.09.2020 - 17:58

country flag Amanda wrote:

Har ni något tips på hur man ska sy ihop delarna?

06.09.2020 - 16:55

DROPS Design answered:

Hei Amanda. Om du syr stykkene kant i kant slik at det ikke blir en tykk søm er nok det peneste. Ta gjerne en titt på våre videoer som ligger under Instruksjonsvideo/Montering/Sy sammen. God Fornøyelse!

07.09.2020 - 14:03

country flag Chantal Martineau wrote:

Dans le texte: A.2 au-dessus des 0-2-0-2-2-2 mailles suivantes qu'est ce que les mailles 0-2-0-2-2-2 svp

02.02.2020 - 22:50

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Martineau, en taille S et L on ne tricote pas A.2, on taille M, XL, XXL et XXXL on va crocheter A.2 au-dessus des 2 mailles suivantes (= 1 fois A.2 en largeur). Bon crochet!

03.02.2020 - 10:29

country flag Cidalia Vintém wrote:

Adoraria ter as explicações de este lindo modelo. Para quando sai o patrão?

24.09.2019 - 23:16

country flag Irene wrote:

Me encanta!! Cuándo habrá patrón?

16.09.2019 - 22:41

country flag Jelena wrote:

Beautifull

16.09.2019 - 12:12