DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale

Polished Marble

Gehaakte omslagdoek in DROPS Delight. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met bobbels en kantpatroon.

DROPS 214-43
DROPS design: Patroon de-216
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MAAT:
Hoogte: Gemeten over het midden = ongeveer 80 cm
Breedte: Gemeten langs de bovenkant, van de ene naar de andere kant = ongeveer 156 cm.

MATERIAAL:
DROPS DELIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep A)
400 g kleur 01, grijs

STEKENVERHOUDING:
22 stokjes in de breedte en 12 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 3.5 mm
De haaknaald is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.15.
Telpatroon A.1 laat het hele begin van het werk zien.
Telpatronen A.3, A.5, A.7, A.9, A.11, A.13 en A.15 laten het midden van de omslagdoek zien. De lossenlus in het midden van deze telpatronen = middenruimte.
Telpatronen A.2, A.4, A.6, A.8, A.10, A.12 en A.14 laten de helft van de omslagdoek zien. Lees daarom de telpatronen van rechts naar links tot het midden, haak dan het midden van de omslagdoek, lees dan de telpatronen van links naar rechts over de rest van de toer.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang het eerste stokje op het begin van de toer met 3 lossen.
Vervang het eerste dubbele stokje op het begin van de toer met 4 lossen.

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak. 1 losse moet ongeveer even lang zijn als 1 steek breed is.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gehaakt, van boven naar beneden. Lees PATROON.

OMSLAGDOEK:
Gebruik haaknaald 3.5 mm en Delight. Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN en LOSSE in de uitleg hierboven.

Haak A.1, als A.1 is gehaakt, zijn er 11 steken aan elke kant van de middenruimte (= 22 steken + midden ruimte in totaal). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Haak A.2 en A.3 op de verkeerde kant als volgt:
Haak A.2a over het eerste stokje, haak A.2b over de volgende 14 steken, haak A.2c, haak A.3 over de middenruimte, haak A.2c, haak A.2b over de volgende 14 steken, en eindig met A.2a over het laatste stokje. Als A.2 en A.3 helemaal zijn gehaakt in de hoogte, zijn er 37 stokjes aan elke kant van de middenruimte (= 74 stokjes + middenruimte in totaal).

Haak A.4 en A.5 op de verkeerde kant als volgt:
Haak A.4a over het eerste stokje, haak A.4b over de volgende 36 steken (= 3 herhalingen van 12 stokjes), haak A.4c, haak A.5 over de middenruimte, haak A.4c, haak A.4b over de volgende 36 stokjes (= 3 herhalingen van 12 stokjes), en eindig met A.4a over het laatste stokje. Als A.4 en A.5 helemaal zijn gehaakt in de hoogte, zijn er 71 stokjes aan elke kant van de middenruimte (= 142 stokjes + midden ruimte in totaal).

Haak A.6 en A.7 op de verkeerde kant als volgt:
Haak A.6a over het eerste stokje, haak A.6b over de volgende 70 stokjes (= 5 herhalingen van 14 stokjes), haak A.6c, haak A.7 over middenruimte, haak A.6c, haak A.6b over de volgende 70 stokjes (= 5 herhalingen van 14 stokjes), en eindig met A.6a over het laatste stokje. Als A.6 en A.7 helemaal zijn gehaakt in de hoogte, zijn er 28 lossenlussen aan elke kant van de middenruimte (= 56 lossenlussen + middenruimte in totaal).

Haak A.8 en A.9 zoals aan de goede kant als volgt:
Haak A.8a over het eerste dubbele stokje, haak A.8b over de volgende 28 lossenlussen (= 7 herhalingen van 4 lossenlussen), haak A.8c, haak A.9 over de middenruimte, haak A.8c, haak A.8b over de volgende 28 lossenlussen (= 7 herhalingen van 4 lossenlussen), en eindig met A.8a over het laatste dubbele stokje. Als A.8 en A.9 helemaal zijn gehaakt in de hoogte, zijn er 37 lossenlussen aan elke kant van de middenruimte (= 74 lossenlussen + midden ruimte in totaal).

Haak A.10 en A.11 op de verkeerde kant als volgt:
Haak A.10a over eerste stokje, haak A.10b over de volgende 36 lossenlussen (= 9 herhalingen van 4 lossenlussen), haak A.10c over volgende lossenlus, haak A.11 over de middenruimte, haak A.10c over de volgende lossenlus, haak A.10b over de volgende 36 lossenlussen (= 9 herhalingen van 4 lossenlussen), en eindig met A.10a over het laatste stokje. Als A.10 en A.11 zijn gehaakt in de hoogte, zijn er 155 stokjes aan elke kant van de middenruimte (= 310 stokjes + middenruimte in totaal).

Haak A.12 en A.13 op de verkeerde kant:
Haak A.12a over het eerste stokje, haak A.12b over de volgende 154 stokjes (= 11 herhalingen van 14 stokjes), haak A.12c, haak A.13 over de middenruimte, haak A.12c, haak A.12b over de volgende 154 stokjes (= 11 herhalingen van 14 stokjes), en eindig met A.12a over laatste stokje. Als A.12 en A.13 helemaal zijn gehaakt in de hoogte, zijn er 198 stokjes aan elke kant van de middenruimte (= 396 stokjes + middenruimte in totaal).

Haak A.14 en A.15 op de verkeerde kant:
Haak A.14a over de eerste 8 stokjes, haak A.14b over de volgende 182 stokjes (= 13 herhalingen van 14 stokjes), haak A.14c over de volgende 8 stokjes, haak A.15 over de middenruimte, haak A.14c over de volgende 8 stokjes, haak A.14b over de volgende 182 stokjes (= 13 herhalingen van 14 stokjes), en eindig met A.14a over de laatste 8 stokjes. Als A.14 en A.15 helemaal zijn gehaakt in de hoogte, zijn er 219 stokjes aan elke kant van de middenruimte (= 438 stokjes + midden ruimte in totaal). Knip en hecht het garen af. De omslagdoek meet ongeveer 80 cm gemeten over de middenruimte.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 14.10.2020
Correctie: Symbool voor 2 lossen aangpast in telpatroon A.11 en A.8c.
Gewijzigd online: 23.04.2021
Telpatroon A.6b gecorrigeerd: 1 vaste verwijderd op naald 1.

Telpatroon

symbols = Begin hier! Haak 4 lossen en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Zie punt op de cirkel en haak in dezelfde richting als de pijl.
symbols = Deze toer is reeds gehaakt. Begin op de volgende toer.
symbols = Begin het telpatroon hier (= eerste toer in het telpatroon)
symbols = dubbel stokje in de steek
symbols = stokje om lossenring/losse/lossenlus
symbols = stokje in de steek
symbols = 2 lossen – als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak, 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 steek breed is.
symbols = 3 lossen
symbols = 5 lossen
symbols = 6 lossen
symbols = 1 vaste in de steek
symbols = vaste om de lossenlus
symbols = BOBBEL: Haak als volgt om de lossenlus hieronder: 1 halve vaste, 4 dubbele stokjes maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op elk van deze dubbele stokjes, 1 halve vaste, maak een omslag en haal door alle 7 lussen op de haaknaald
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 214-43

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Léa Pronnier Simon wrote:

Bonjour, Dans le nope, je n'ai que 5 mailles à écouler. L'erreur est-elle dans les explications ou est-ce moi qui me trompe ?

26.01.2023 - 20:44

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Pronnier Simon, la noppe commence par 1 maille coulée (= insérez le crochet dans l'arceau, faites 1 jeté = 1 boucle) + 4 double-brides non fermées (= 4 boucles) + 1 maille coulée dans l'arceau (1 boucle) = avec la boucle sur le crochet, vous en avez maintenant 7. Bon crochet!

27.01.2023 - 08:54

country flag Isabelle wrote:

Bonjour, la couleur de la fourniture est en gris 01, or sur la photo le châle a du gris, du noir et du blanc. A quel moment faut il changer de couleurs pour avoir ces nuances ? Merci

15.10.2022 - 22:42

DROPS Design answered:

Bonjour Isabelle, la couleur 01, gris de DROPS Delight correspond à un dégradé de nuances de gris plus ou moins claires et plus ou moins foncées - cf nuancier. Ainsi, le changement de couleur se fait tout seul. Bon crochet!

17.10.2022 - 09:36

country flag Lena wrote:

Problem med A6: början på luftmaskbågarna. En av dessa är större men enligt diagrammet är detta 2 separata lmb? Får det till att v 1 av A6 ska starta (även sluta?) med 3 små lmb, sedan 1 stor, 2 små, en stor, 2 små. 1 stor osv. = 16 lmb på var sida om mittbågen? Men antalet stämmer inte då jag kommer längre fram i A6. Vad gör jag för fel?

20.10.2021 - 12:34

country flag Scotjane wrote:

400g = £9.20 can't possibly be correct. 8 x 50g balls at £2.30 = £18.40.

04.10.2020 - 09:43

DROPS Design answered:

Dear Scotjane, thanks for your feedback, amount of yarn/price will be adjusted. Happy crocheting!

05.10.2020 - 10:33

country flag Cloe Moins wrote:

On the last row of block 8, there are two little curved lines joining the last double crochet in 8c to the treble crochet in 9. I interpreted these as meaning a chain three, making a chain six total. But the next row, that is the first row of block 10, has the last treble crochet In 10c joined directly to the treble in 11, so the six chain group has nothing crocheted into it and just hangs out. So what should these little lines be? Thanks!

25.08.2020 - 13:33

DROPS Design answered:

Dear Mrs Moins, the last sts in A.8C might be 2 chains (this will be checked by design team since symbols are missing in the diagram key), ie A.C finishes with 1 dc, 2 chains before A.9 - then on next row, work A.10c = 2 chains over the 2 chains from A.8c. (A.10b finishes with 3 treble in the last ch-space of A.8c). Happy crocheting!

25.08.2020 - 13:44

country flag Claudine Lévesque wrote:

Bonjour, pour le A4a, je sais que je dois commencer à la 2e ligne. Mais il n’y a qu’un demi cercle (3 mailles en l’air). Après, c’est le A4b. Je ne comprends pas. Il y a 12 brides au A2a, à la dernière ligne. Et un seul demi cercle au A4a. Je dois comprendre quoi? Ce sera le même problème au A4c. Cela fait 2 jours que je ne pense qu’à ça. Pouvez-vous m’aider?

22.08.2020 - 15:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lévesque, au 1er rang, vous crochetez: A.4a (= 1 double-bride, 3 mailles en l'air), puis A.4b (= 3 mailles en l'air (= vous avez bien un arceau de 6 mailles en l'air), 1 maille serrée dans la bride, *6 mailles en l'air, sautez 1 bride, 1 maille serrée dans la bride suivante*, répétez de *-*) terminez par 3 mailles en l'air, sautez la dernière bride, A.4c = 3 mailles en l'air (vous avez ainsi un arceau de 6 mailles en l'air), puis A.5 (= 1 bride, 5 mailles en l'air, 1 bride). Bon crochet!

24.08.2020 - 08:17

country flag Claudine Lévesque wrote:

J’ai de la misère à comprendre la partie A.4 et A.5. A.4 c’est 3 mailles en l’air. A.5 = 3 motifs de 12 brides. Ça veut dire quoi? Le plan est difficile à suivre rendu à A.4a. Il y a un seul arceau qui veut dire 3 mailles en l’air. Je ne comprends pas. Merci de votre aide.

19.08.2020 - 23:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lévesque, crochetez A.4 comme vous l'avez fait pour A.2 = commencez par A.4a, répétez A.4b et terminez par A.4c, crochetez A.5 au-dessus de A.3 et crochetez ensuite A.4c, répétez A.4b et terminez par A.4a = les diagrammes se lisent en commençant au 2ème rang = celui après celui avec l'étoile, celui avec l'étoile montre les mailles du rang précédent pour savoir comment crocheter le 1er rang de A.4/A.5. Bon crochet!

20.08.2020 - 10:07

country flag Cleo Moins wrote:

I found that, for me, the first section A1 has a better shape if you make the starting ring, then crochet nine trebles into it, forming a half circle, then make the eighteen trebles of the ‘first’ row, with two into each of the nine. The ring was too crowded with all eighteen straight into it.

17.08.2020 - 22:41

country flag Gina Rice wrote:

Absolutely gorgeous 💖

05.06.2020 - 23:29

country flag Synnøve Mollerup Vestlund wrote:

Lekkert! Og anvendelig til så mye.

04.06.2020 - 15:29