DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Bob the Dinosaur

Gehaakte T-Rex dinosaurus in DROPS Merino Extra Fine. Het werk wordt van neus tot staart gehaakt met één naad. Thema: Zacht speelgoed

DROPS Children 37-21
DROPS Design: Patroon nr. me-077-bn
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MAAT:
Hoogte: ongeveer 18 cm
Lengte: ongeveer 18 cm

MATERIAAL:
DROPS Merino Extra Fine van garnstudio (behoort tot garengroep B)
50 g kleur 31 bosgroen – voor het lijf
50 g kleur 41 olijfgroen – voor de poten en de ruggengraat
En gebruik:
Een restant zwart voor de ogen

STEKENVERHOUDING:
20 vasten in de breedte en 20 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 3.5 MM.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

ACCESSOIRES: Vulling.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

HAAKTIP (voor de lossen):
1 losse moet ongeveer even lang zijn als 1 vaste in de breedte. Zorg ervoor dat de lus van de losse op de haaknaald getrokken wordt, zodat het niet te strak is. Als de lossen te strak zijn wordt het patroon te strak in de delen met veel lossen.

SAMEN HAKEN:
Haak 2 vasten samen tot 1 vaste:
Voeg de haaknaald in bij de eerste steek en neem de draad op, voeg de haaknaald in bij de volgende steek en neem de draad op (= 3 lussen op de haaknaald), maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen (= 1 steek geminderd).

LUS-STEEK:
Naai met een enkele zwarte draad. Het oog wordt over toeren 1 en 2 op het gezicht geborduurd en er zijn 5 steken tussen elk oog. Zie telpatroon waarin aangegeven is hoe u de lus-steek haakt.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

DINOSAURUS – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt vanaf de neus tot de staart gehaakt met een naad onder het lijf. Eerst haakt u 4 poten. Dan begint u met de dinosaurus op de neus, gevolgd door het hoofd. De hals en het lijf worden verder gebreid vanaf het hoofd en de poten worden gaandeweg vastgehaakt. Dan wordt het onderlijf gehaakt en de staart en de achterkant worden samen gehaakt. Op het einde worden de stekels op de achterkant gehaakt.

VOORPOTEN:
Haak 2 lossen met haaknaald 3.5 mm en olijfgroen - lees HAAKTIP.
In de eerste losse haakt u 5 vasten om een kleine cirkel van steken te maken. Eindig de cirkel met 1 halve vaste in de eerste vaste, sluit de cirkel en eindig TOER 1.
TOER 2: Haak 1 losse dan 2 vasten in elke steek. De toer wordt geëindigd met 1 halve vaste in de eerste vaste = 10 steken op de toer. Knip de draad af en ga verder met bosgroen.
TOER 3: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek, * haak van *-* tot het einde van de toer (= 15 steken). Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer.
TOEREN 4-9: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer (= 15 steken). Knip de draad af en haal het door de laatste lus.
Haak 2 poten op deze manier en vul met vulling.

ACHTERPOTEN:
Wordt gehaakt zoals de VOORPOTEN, maar haak nog een toer met olijfgroen voordat u overgaat naar bosgroen.

NEUS:
Haak 2 lossen met haaknaald 3.5 mm en bosgroen - lees HAAKTIP.
In de eerste losse haakt u 5 vasten om een kleine cirkel van steken te maken. Eindig de cirkel met 1 halve vaste in de eerste vaste, sluit de cirkel en eindig TOER 1.
TOER 2: Haak 1 losse, dan 2 vasten in elke steek (= 10 steken). Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer.
TOER 3: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek, * haak van *-* tot het einde van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer (= 15 steken).
TOER 4: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in elk van de volgende 2 steken *, haak van *-* tot het einde van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer (= 20 steken).
TOER 5: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in elk van de volgende 3 steken *, haak van *-* tot het einde van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer (= 25 steken).
TOER 6: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in elke van de volgende 4 steken *, haak van *-* tot het einde van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer (= 30 steken).
TOEREN 7-11: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer (= 30 steken).
TOER 12: Haak 1 losse, * 1 vaste in elk van de volgende 2 steken, haak de volgende 2 vasten samen – lees SAMEN HAKEN in de uitleg hierboven *, haak van *-* tot er 2 steken over zijn. Haak 1 vaste in elk van de laatste 2 steken en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer (= 23 steken in de cirkel).
TOER 13: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer (= 23 steken).

GEZICHT:
Vanaf hier haakt u verder heen en weer.
TOEREN 1-4: Haak 1 losse, 1 vaste in elke van de 23 steken. Keer het werk.
TOEREN 5-6: Haak 1 losse, haak 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is en 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd per toer en 27 steken). Keer het werk.
TOEREN 7-8: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
Borduur nu 2 ogen op het gezicht met de LUS-STEEK – lees beschrijving hierboven.

HALS:
Over de zijkant van het GEZICHT zijn er 8 toeren; ga nu verder heen en weer gehaakt over beide kanten van het gezicht; dus in totaal 16 toeren:
TOER 1: Haak 2 vasten in de laatst gehaakte toer op het gezicht, * 1 vaste in elke van de volgende 2 toeren, 2 vasten in de volgende toer *, haak van *-* tot het einde van de toer = 22 steken. Keer het werk.
TOER 2: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOER 3: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is, 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd). Keer het werk.
Ga verder met TOEREN 2 en 3 tot u in totaal 6 toeren heeft gehaakt (= 26 steken). Keer het werk.

LIJF:
Nu worden de 2 voorpoten aan het lijf gehaakt, terwijl u heen en weer haakt.
TOER 1: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elk van de volgende 4 steken, vouw een van de voorpoten dubbel en leg het op het lijf zodat de volgende 6 vasten door 3 lagen worden gehaakt, haak 1 vaste in elk van de volgende 4 steken (= midden voor/tussen de poten), vouw de andere voorpoot dubbel en leg het op het lijf zodat de volgende 6 vasten door 3 lagen worden gehaakt, 1 vaste in elk van de volgende 4 steken, 2 vasten in de laatste steek (= 28 steken). Keer het werk.
TOER 2: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Keer het werk.
TOER 3: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is, 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd). Keer het werk.
Ga verder met TOEREN 2 en 3 tot u in totaal 5 toeren op het lijf heeft gehaakt (= in totaal 32 steken op de toer 5). Keer het werk.
TOER 6: Op deze toer meerdert u voor de maag als volgt:
Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elk van de volgende 8 steken, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* in totaal 7 keer, haak 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in elk van de volgende 7 steken, 2 vasten in de laatste steek (= 10 steken gemeerderd en 42 steken op de toer). Keer het werk.
TOER 7: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Keer het werk.
TOER 8: Op deze toer meerdert u ook voor de maag als volgt:
Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke van de volgende 16 steken, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* in totaal 4 keer, 1 vaste in elk van de volgende 16 steken, 2 vasten in de laatste steek (= 6 steken gemeerderd en 48 steken op de toer). Keer het werk.
TOER 9: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Keer het werk.
TOER 10: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is, 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd en 50 steken op de toer). Keer het werk.
TOER 11: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Keer het werk.
TOER 12: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is, 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd en 52 steken op de toer). Keer het werk.
TOER 13: Bevestig nu de achterpoten aan het lijf. Haak 1 losse, 1 vaste in elk van de eerste 15 steken, vouw een van de achterpoten dubbel en leg het op het lijf zodat de volgende 6 vasten door 3 lagen worden gehaakt, haak 1 vaste in elk van de volgende 10 steken (= midden voor/tussen de poten), vouw de andere achterpoot dubbel en leg het op het lijf zodat de volgende 6 vasten door 3 lagen worden gehaakt, haak 1 vaste in elke van de laatste 15 steken. Keer het werk.

ONDERLIJF:
TOEREN 1-3: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Keer het werk.
TOER 4: Op deze toer mindert u voor een platte onderkant als volgt:
Haak 1 losse, 1 vaste in elk van de eerste 18 steken, * haak de volgende 2 vasten samen - lees SAMEN HAKEN in beschrijving hierboven *, haak van *-* in totaal 8 keer, haak 1 vaste in elk van de laatste 18 steken (= 8 steken geminderd en 44 steken op de toer). Keer het werk.
TOER 5: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Keer het werk.
TOER 6: Op deze toer mindert u tevens voor een platte onderkant als volgt:
Haak 1 losse, 1 vaste in elke van de eerste 14 steken, * haak de volgende 2 vasten samen *, haak van *-* in totaal 8 keer, haak 1 vaste in elke van de laatste 15 steken (= 8 steken geminderd en 36 steken op de toer). Keer het werk.
TOER 7: Haak 1 losse, 1 vaste in alle steken. Keer het werk.
TOER 8: Op deze toer mindert u ook voor een platte onderkant als volgt:
Haak 1 losse, 1 vaste in elke van de eerste 14 steken, * haak de volgende 2 steken samen *, haak van *-* in totaal 4 keer, haak 1 vaste in elk van de laatste 14 steken (= 4 steken geminderd en 32 steken op de toer). Knip en hecht de draad af.

AFWERKING:
Vouw de onderkant dubbel in de lengte, en naai steek voor steek samen.

STAART:
Gebruik haaknaald 3.5 mm en bosgroen. Langs de zijkanten van het ONDER-LIJF zijn er 8 toeren (aan elke kant van de naad) en u haakt nu heen en weer over beide kanten; in totaal 16 toeren:
TOER 1: Haak 1 vaste in elke toer (= 16 steken). Keer het werk.
TOER 2: Haak 1 losse, haak de eerste 2 vasten samen, haak 1 vaste in elke steek tot er 2 steken over zijn en haak de laatste 2 vasten samen (= 2 steken geminderd). Keer het werk.
Haak TOEREN 1 en 2 voor in totaal 12 toeren en met 4 steken over op de laatste toer. Knip en hecht de draad af.

TERUG:
Gebruik haaknaald 3.5 mm en bosgroen. Haak 1 toer van vasten over de hele opening op de achterkant, beginnend bij de staart als volgt:
TOER 1: Haak 1 vaste in elke steek of toer – vanaf de staart tot de bovenkant van het hoofd en terug over de andere kant tot de staart. Er zijn ongeveer 45 steken aan elke kant van de achterkant en 90 steken rondom de hele opening. Keer het werk.
Vul nu de dinosaurus met vulling terwijl u verder gaat als volgt:
TOER 2: Vouw de dinosaurus dubbel en haak een toer van vasten door beide lagen, vanaf de staart tot het hoofd, zodat de achterkant gesloten is = ongeveer 45 steken. Knip en hecht de draad af.

STEKELS:
Met olijfgroen en haaknaald 3.5 mm, begin op de punt van de staart en haak dan als volgt:
* Haak 1 vaste, sla 1 steek over en haak in de volgende steek: 2 stokjes, 1 dubbel stokje, 2 lossen, 1 dubbel stokje en 2 stokjes. Sla 1 steek over en haak 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* in totaal 2 keer, herhaal dan van *-* tot de achterkant maar sla 2 steken over in plaats van 1 op het hoofd.
Als er te weinig steken zijn voor een herhaling bij het hoofd, eindig dan met vasten. Knip en hecht de draad af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 25.11.2020
Correctie TOER 6: Op deze toer meerdert u voor de maag als volgt:
Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elk van de volgende 8 steken, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* in totaal 8 keer, haak 1 vaste in elk van de volgende 14 steken (= 8 steken gemeerderd en 36 steken op de toer). Keer het werk.
Gewijzigd online: 10.05.2023
LIJF:
TOER 6: Op deze toer meerdert u voor de maag als volgt:
Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elk van de volgende 8 steken, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* in totaal 7 keer, haak 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in elk van de volgende 7 steken, 2 vasten in de laatste steek (= 10 steken gemeerderd en 42 steken op de toer). Keer het werk.

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Bob the Dinosaur

Myrthe, Netherlands

Bob the Dinosaur

Anika, Austria

Bob the Dinosaur

Stacey, United Kingdom

Bob the Dinosaur

Marina, Netherlands

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 37-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (40)

country flag Isabelle wrote:

PS: le probleme du 1er rang du COU est par rapport aux "cotés" de la tête... je ne comprends pas où sont les côtés de la tête...et pourquoi 16 rangs ? ... merci pour votre aide

20.05.2021 - 19:42

DROPS Design answered:

Bonjour Isabelle, la réponse précédente a-t-elle pu vous aider?

21.05.2021 - 07:42

country flag Isabelle Mulin wrote:

Bonjour! J'ai le même probleme que Annick ! Je ne comprends toujours pas le 1er rang pour commencer le COU de Bob... votre réponse à la question redit la même chose que les explications de base. On crochette le 1er rang sur la Tête fermée? .... merci d'avance pour votre aide ... je suis bloquée : impossible de faire le cou.

20.05.2021 - 19:33

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Mulin, la fin des rangs de la tête sera assemblée par la suite (sur la photo = côté crête du dinosaure). Vous allez maintenant crocheter uniquement le long des 8 rangs à droite de la tête + le long des 8 rangs à gauche de la tête = 16 rangs au total, en commençant par le côté droit de la tête (sur l'envers), le long des 8 rangs (débuts des rangs sur l'endroit/fin sur l'envers) + en remontant de l'autre côté des 8 rangs (fins des rangs sur l'endroit/début sur l'envers). Laissez le côté dos ouvert (toujours côté crête, cf photo). Bon crochet!

21.05.2021 - 07:35

country flag Annick wrote:

Bonjour. Pour bob le dinosaure je ne comprends pas le rang 1 pour le cou. Pourriez vous me dire exactement comment on fait ce rang par une vidéo ou un dessin..ou des explications plus denses. Merci beaucoup

27.04.2021 - 23:26

DROPS Design answered:

Bonjour Annick, vous avez crocheté le nez en rond puis 8 rangs pour la tête, pour le cou, vous allez maintenant crochetez le long des rangs de la tête (dans les côtés de la partie "tête"). Donc après le dernier rang de la tête, tournez et crochetez 2 ms dans le 8ème rang, puis vous continuez en crochetant 1 ms dans le 7ème rang + 1 dans le 6ème rang, 2 ms dans le 5ème rang et continuez ainsi en descendant jusqu'au 1er rang et remontez ensuite le long de l'autre côté, du 1er au 8ème rang, vous avez crocheté à droite du nez/de la tête pour continuer le cou et le corps. Bon crochet!

28.04.2021 - 08:02

country flag Molin wrote:

Bonjour. Au tour 12 pour le nez...je ne comprends pas comment on fait pour passer de 30 à 23 mailles en retirant 1 maille sur 2..en faisant ça j'arrive à 15 mailles. Pourrai je avoir des explications ? Merci

27.04.2021 - 22:37

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Molin, au 12ème tour, vous diminuez en crochetant ainsi: *1 ms dans les 2 m suiv, 2 ms écoulées ens* jusqu'à ce qu'il reste 2 mailles (= 7 fois = au-dessus des 28 premières mailles, autrement dit vous diminuez 7 mailles serrées), puis vous terminez par 1 maille serrée dans chacune des 2 dernières mailles = il vous reste 23 mailles. Bon crochet!

28.04.2021 - 08:12

country flag Kourtney wrote:

I have made this dinosaur already 4 times and this is my fifth time. every time I make it the tail ends up pointing down in an L like shape instead of going straight back like in the photo. I don't understand how you're getting the tail to go straight back?

03.03.2021 - 14:57

DROPS Design answered:

Dear Kourtney, make sure you are crocheting the tail from the top towards the bottom then up again in the rows of body - maybe you can bring your dinosaur to your store/send them a picture by mail, they might be able to help you better seing how you did it. Happy crocheting!

04.03.2021 - 15:35

country flag Marlies Jongetjes wrote:

Toer 6 ( lijf) klopt nog steeds niet na correctie! Je moet namelijk uitkomen op 42 st.,vanwege toer 8 Zo moet het :TOER 6: Op deze toer meerdert u voor de maag als volgt: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elk van de volgende 7 steken, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* in totaal 8 keer, haak 1 vaste in elk van de volgende 7 steken, 2 v in laatste st, keer het werk(= 10steken gemeerderd en 42 steken op de toer).

24.01.2021 - 15:31

country flag Teresa Beddis wrote:

I have got as far as the neck but don’t know whether to continue working on the face stitches or the neck If I work on the face edge I will have a seam to close down the spine. The pattern describes the seam as being underneath. Is there a how to video for this.

20.01.2021 - 12:48

DROPS Design answered:

Dear Mrs Beddis, you will crochet a row of double crochet on back piece afterwards, ie after neck, continue working back and forth adding the legs as described. Happy crocheting!

20.01.2021 - 14:43

country flag Elisabeth wrote:

The yarn for the body is not enough. I was able to finish the tail, but I don't have enough yarn leftover for the back bit, so I need to figure out what to do. Better buy 2 balls of forest green!

13.01.2021 - 19:36

country flag Josefin wrote:

Varv 6 under delen är det ett skrivfel där efter de 14 första maskorna?denna bit: virka 1 fastmaskae i var och en av de sista 15 maskorna (= 8 maskor minskade, det är 36 maskor på varvet). Vänd arbetet.

22.11.2020 - 14:01

DROPS Design answered:

Hej Josefine, tack för info, vi retter så de sidste også bliver til 14 masker :)

25.11.2020 - 15:38

country flag Ola wrote:

W opisie nosa jest podany błędny kolor włóczki - oliwka zamiast leśna zieleń.

11.10.2020 - 10:18

DROPS Design answered:

Witaj Olu, masz rację. Już poprawione :) Bardzo dziękujemy za zgłoszenie. Pozdrawiamy!

11.10.2020 - 18:21